“Ik werd met een traumahelikopter naar het LUMC gebracht”
© Stockfoto Canva
“Op donderdag 6 juni 2024 kreeg ik een hamer op mijn hoofd. Ik woon in een appartementencomplex en het dakteam van onze Vereniging van Eigenaars was die dag bezig met reparaties. Ik verplaatste samen met een buurman wat bouwhekken, zodat er ruimte kwam voor een grote kraanwagen. Net op dat moment viel er vanaf de vierde verdieping een hamer van het dak. Ik werd met een traumahelikopter naar het LUMC gebracht, maar daar weet ik niets meer van. Later hoorde ik dat er ambulances en politieauto’s stonden en de burgemeester langskwam. Het ongeluk stond zelfs in de krant.”
Mijn vrouw
“Het is bijna niet te geloven, maar twaalf jaar eerder maakte mijn vrouw Hetty hetzelfde mee. Zij kreeg vanaf zevenhoog een stalen trap op haar hoofd. Ik zag het gebeuren. Ook zij liep naast onze flat, nog geen vijftien meter vanaf de plek waar ik de hamer op mijn hoofd kreeg. Mijn vrouw werd ook met de traumahelikopter naar het LUMC gebracht, maar was er veel erger aan toe dan ik. Haar nek was gebroken en ze lag ruim een half jaar in het ziekenhuis. Daarna verbleef ze tien jaar in een verpleeghuis om te revalideren. Dat was vlak bij ons huis, dus ik ging er elke dag lopend heen. Uiteindelijk overleed ze in 2023 aan keelkanker.”
‘Dat is Henk!’
“Zelf lag ik na het ongeluk met de hamer twee weken in coma op de Intensive Care. Ik had een enorm gat in mijn hoofd en bloedingen in mijn hersenen. De schade was gelukkig niet zo groot als bij mijn vrouw, maar ik had liever mijn arm gebroken. Toen ik wakker werd, dacht ik: wat doe ik hier? Ik weet nog dat mijn zwager en schoonzus langskwamen en dat de verpleegkundige vertelde wat er was gebeurd. Het was heel raar dat ik me niets van het ongeluk herinnerde. Na twee weken verhuisde ik naar de verpleegafdeling van Neurochirurgie. Daar herkenden ze me meteen: ‘Joh, dat is Henk, de man van Hetty!’”
Kat Binkie
“Ik lag een week of zes in ziekenhuis. Gelukkig kon ik alles nog bewegen, dus ik kon al snel zelf eten en drinken en met hulp mijn bed uit om naar de wc te gaan. Ik had wel een katheter, omdat mijn plasfunctie niet goed werkte. Mijn zwager en schoonzus en mijn buren kwamen regelmatig op bezoek. Eigenlijk maakte ik me in die weken het meest zorgen om mijn kat Binkie die alleen thuis zat. Gelukkig boden twee buren aan om voor de kat te zorgen. Na die zes weken lag ik nog bijna twee maanden in de kliniek van Basalt om te revalideren. Ik was in korte tijd tien kilo afgevallen en moest mijn conditie weer opbouwen.”
Revalidatie
“Sinds oktober ben ik weer thuis, maar moet ik wel elke week naar Basalt voor therapie. Ik krijg fysiotherapie, logopedie, fitnesstraining om sterker te worden. Het was fijn om tijdens de training mensen te spreken die in hetzelfde schuitje zaten als ik. Nu het beter met me gaat, vind ik het lastig dat ik nog steeds elke week naar Leiden moet. Het kost veel tijd, waardoor ik niet toekom aan de dingen die ik graag wil doen. Ik mag ook nog niet autorijden, dus mijn zwager brengt me, of ik moet met de bus. Daar word ik niet vrolijk van, maar het is niet anders.”
Katheter
“Het grootste probleem is dat ik nog steeds een katheter heb. Daarvoor loop ik inmiddels bij ziekenhuis Alrijne. Mijn plasfunctie werkt niet goed, wat met de hersenen te maken heeft. Ik wil mijn normale leven weer oppakken, maar door het katheter voel ik me niet vrij. Dat ding belemmert mij in mijn dagelijkse functioneren. Verder vind ik het jammer dat ik door het ongeluk moest stoppen met mijn werk. Ik was zzp’er en had een eigen onderhoudsbedrijf. Door de therapie ben ik sterker geworden, dus ik zou nu wel weer wat kunnen doen. Maar ik ben 66 jaar, en op een gegeven moment is het tijd om met pensioen te gaan.”
Goed afgelopen
“Het ongeluk heeft veel impact gehad op mijn leven. De medische zorg van LUMC en Basalt was zeer goed, daar ben ik helemaal happy mee. Maar mentaal is het nog steeds zwaar. Ik kreeg een hamer op mijn kop, terwijl ik nog volop rouwde om mijn vrouw. Gelukkig heb ik bij Basalt een psycholoog met wie ik kan praten en vind ik veel steun bij mijn zwager en schoonzus. Over Hetty praten ze liever niet te vaak, want dat is te pijnlijk. Ook het contact met lotgenoten bij Basalt heeft mij geholpen. Toen ik iemand sprak bij wie een been was geamputeerd, dacht ik: ik mag blij zijn dat het met mij zo goed is afgelopen.”
Gereedschap
“Dit jaar mag ik weer autorijden. Ik moet wel rijlessen nemen, maar dat vind ik niet erg. Als ik nu op de koffie ga bij mijn zwager, moet ik 25 kilometer fietsen. Bij slecht weer word ik daar niet vrolijk van. Bovendien fietst het niet zo lekker met een heen en weer slingerende katheter in je broek. Ik heb nog steeds veel aan mijn hoofd door afspraken bij Basalt en in het ziekenhuis. Het zou mooi zijn als de katheter eruit gaat en ik weer meer kan gaan doen. Ik moest mijn loods en bus verkopen en heb mijn gereedschap in de berging gezet. Hopelijk kan ik binnenkort de boel opruimen en weer wat klusjes doen.”
Traumacentrum West
Het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), Haaglanden Medisch Centrum en het HagaZiekenhuis vormen samen Traumacentrum West. De 3 ziekenhuizen zijn samen verantwoordelijk voor de opvang en behandeling van multitraumapatiënten binnen de regio. Het gaat dan om patiënten met meerdere ernstige letsels. Traumacentrum West is één van de 11 traumacentra in Nederland. Lees meer