Erfelijkheid
Vaker kanker in één familie
Als in één familie verschillende personen kanker hebben of hebben gehad, kan dit te maken hebben met:
- Toeval: vooral als het om verschillende soorten kanker gaat. Bijvoorbeeld wanneer een vader prostaatkanker heeft en zijn dochter dikke darmkanker.
- Gewoontes: als meerdere familieleden een gewoonte hebben die het risico op een bepaalde soort kanker verhoogt. Zo kan in een familie met veel rokers vaker longkanker voorkomen dan in een familie zonder rokers.
- Lichamelijke eigenschappen: mensen uit een familie met een lichte huidskleur zijn bijvoorbeeld gevoeliger voor te veel zonlicht. Zij lopen daardoor meer risico op huidkanker dan mensen uit een familie met een donkere huid.
- Een erfelijke aanleg voor kanker: een verhoogde gevoeligheid voor het ontstaan van een bepaalde soort kanker die van ouder op kind wordt doorgegeven. Bijvoorbeeld wanneer een moeder en haar 2 dochters op jonge leeftijd borstkanker hebben of hebben gehad.
Vaker kanker in één familie
Als in één familie verschillende personen kanker hebben of hebben gehad, kan dit te maken hebben met:
- Toeval: vooral als het om verschillende soorten kanker gaat. Bijvoorbeeld wanneer een vader prostaatkanker heeft en zijn dochter dikke darmkanker.
- Gewoontes: als meerdere familieleden een gewoonte hebben die het risico op een bepaalde soort kanker verhoogt. Zo kan in een familie met veel rokers vaker longkanker voorkomen dan in een familie zonder rokers.
- Lichamelijke eigenschappen: mensen uit een familie met een lichte huidskleur zijn bijvoorbeeld gevoeliger voor te veel zonlicht. Zij lopen daardoor meer risico op huidkanker dan mensen uit een familie met een donkere huid.
- Een erfelijke aanleg voor kanker: een verhoogde gevoeligheid voor het ontstaan van een bepaalde soort kanker die van ouder op kind wordt doorgegeven. Bijvoorbeeld wanneer een moeder en haar 2 dochters op jonge leeftijd borstkanker hebben of hebben gehad.
Bij het onderzoeken van erfelijke aanleg voor kanker in een familie speelt verwantschap een rol. We doen dan ook altijd een stamboomonderzoek. Hierin onderzoeken we het patroon van overerving. De klinisch geneticus of een genetisch consulent kijkt naar eerste- en tweedegraads verwantschap.
Erfelijke aanleg
Heeft iemand al bij de geboorte in alle lichaamscellen een plotselinge verandering in een bepaald gen die de kans op kanker verhoogt? Dan heeft iemand erfelijke aanleg voor kanker. Iemand met een erfelijke aanleg voor kanker loopt meer risico op het krijgen van een bepaalde soort kanker.
De volgende kenmerken wijzen op een erfelijke aanleg van kanker:
- Dezelfde soort kanker komt voor bij 2 of meer familieleden uit verschillende generaties. Bijvoorbeeld borstkanker bij een tante en een zus.
- Een specifieke combinatie van verschillende soorten kanker komt voor bij 1 persoon of binnen 1 familie. Bijvoorbeeld borstkanker en eierstokkanker of dikkedarmkanker en baarmoederkanker.
- De ziekte ontstaat op jongere leeftijd dan gebruikelijk is. Welke leeftijd als grens geldt, verschilt per kankersoort.
- Er zitten meerdere tumoren in 1 orgaan die los van elkaar zijn ontstaan. Bijvoorbeeld meerdere dikke darmtumoren.
- Er zitten tumoren (geen uitzaaiingen) in 2 dezelfde organen. Bijvoorbeeld een tumor in beide borsten.
- Het voorkomen van borstkanker bij een man kan wijzen op een erfelijke aanleg voor borstkanker.
- Twee keer een melanoom bij dezelfde persoon.
Hoe meer van bovenstaande kenmerken van toepassing zijn, hoe groter de kans dat er sprake is van een erfelijke aanleg.
Soorten kanker en erfelijkheid
De meest bekende voorbeelden van kankersoorten waarbij erfelijkheid een rol kan spelen zijn:
- alvleesklierkanker
- baarmoederkanker
- borstkanker
- carcinoïd
- dikkedarmkanker
- eierstokkanker
- maagkanker
- melanoom
- nierkanker (Wills tumor)
- prostaatkanker
- retinoblastoom
- schildklierkanker