Mammapolikliniek: controle na behandeling ofwel follow up
Deze informatie is opgesteld door de afdeling heelkunde.
Waarom doen we dit onderzoek/deze behandeling?
De controles zijn er op gericht om terugkeer in de behandelde borst of in de andere borst op te sporen maar ook om eventuele bijwerkingen van de behandeling te bespreken en uw vragen te stellen.
Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?
Hoe verloopt een controlebezoek en door wie wordt u gezien?
Na de behandeling komt u voor controle bij de verpleegkundig specialist. Zij is opgeleid om een deel van het werk, zoals het verrichten van de controles, van de arts over te nemen. Zij is en blijft uw contactpersoon ook na de behandeling. Soms worden de controles afgewisseld met een arts. Dit is afhankelijk van de behandeling die u heeft ondergaan.
Tijdens de controles zal worden ingegaan op lichamelijke klachten, al dan niet veroorzaakt door de behandeling. Tevens is er ruimte om psychosociale aspecten te bespreken waar u ten gevolge van uw ziekte mee geconfronteerd wordt. Vervolgens vindt er lichamelijk onderzoek plaats van o.a. de geopereerde zijde, de andere zijde en de beide oksels. Jaarlijks wordt een controle foto van de borsten gemaakt; als bij u de borst is verwijderd, wordt alleen een mammografie van de andere zijde gemaakt.
Frequentie
Het eerste jaar na de behandeling wordt u wat vaker gecontroleerd dan de jaren daarna.
In principe wordt u na 5 jaar ontslagen van de mammapolikliniek. Dit betekent niet dat ook het maken van de mammografie stopt; u regelt dan via de huisarts de mammografie in het ziekenhuis of u gaat weer deelnemen aan het bevolkingsonderzoek. Uiteraard wordt dit met u besproken.
Duur van het consult
Om de wachttijd tijdens het spreekuur zoveel mogelijk te beperken, willen wij u van te voren duidelijk maken hoeveel tijd er voor u is gereserveerd. Voor elk consult is 15 minuten gereserveerd. Als u denkt dat deze tijd voor u niet voldoende is (bijvoorbeeld als u veel klachten heeft), willen wij graag dat u dat van tevoren aangeeft.
Waar moet u op letten na uw onderzoek/behandeling?
Tussentijdse klachten
Het is voor u wellicht moeilijk om klachten die u heeft los te zien van de borstkanker: wat heeft nu wel een relatie met borstkanker en wat niet? In het geval van klachten aan uw borst(en) kunt u contact opnemen met de verpleegkundig specialist. Dit geldt ook voor armklachten die tussen de controles ontstaan of toenemen. Voor alle andere klachten kunt u contact opnemen met uw huisarts. Als u bang bent dat uw klachten gerelateerd zijn aan de borstkanker of aan de behandeling hiervan, bespreek dit dan met hem/haar.
Hoe merk ik dat de borstkanker is teruggekeerd?
Borstkanker kan na de behandeling terugkeren. Hoe groot dit risico is, hangt af van het stadium waarin de ziekte zich tijdens uw behandeling bevond. Hierover kunt u meer informatie krijgen van uw behandelend arts of verpleegkundig specialist. Indien de ziekte plaatselijk terugkeert, dat wil zeggen in de behandelde borst, de andere borst of in de bijbehorende lymfeklieren, is genezing meestal goed mogelijk. Het is daarom belangrijk dat u veranderingen in uw borst(en) of in het litteken meldt. U kunt hierbij denken aan: veranderingen van het litteken (vorm of kleur), intrekkingen of voelbare zwellingen. In de andere borst kan het gaan om een voelbare zwelling of veranderingen zoals intrekkingen van de huid of de tepel.
Ook na een borstamputatie is er een kans dat de borstkanker in of rond het litteken terug komt. Indien er veranderingen zijn in of rond het litteken (zwellingen of kleurveranderingen), meldt dit dan aan de verpleegkundig specialist. Ook bij voelbare zwellingen in de oksel of de hals, is het goed om dat aan te geven.
Ductaal carcinoma in situ (DCIS), vroeger ook wel een voorstadium van borstkanker genoemd, kan niet voor uitzaaiingen zorgen. Borstkanker kan zich verspreiden en zich opnieuw manifesteren als uitzaaiingen in het lichaam. Het is moeilijk aan te geven welke klachten dit zal geven. Dit is sterk afhankelijk van de plaats waar de uitzaaiingen optreden en de snelheid waarmee dit gebeurt. Als de ziekte zich door het lichaam heeft verspreid, is genezing niet meer mogelijk. Het is daarom niet zinvol gebleken om, als u geen klachten heeft, door middel van aanvullende onderzoeken uitzaaiingen op te sporen in een vroeg stadium. Het levert niets op en verbetert de prognose niet. Dit is de reden waarom er niet routinematig aanvullend onderzoek zoals bloedonderzoek, longfoto’s en botscans wordt gedaan.
Uiteraard is het wel van belang dat u eventuele klachten meldt. Deze klachten kunnen bestaan uit kortademigheid (die u voorheen niet had), pijn bij de ademhaling, gewichtsverlies zonder aanwijsbare oorzaak, aanhoudende botpijn (bijv. in nek of rug), aanhoudende buikpijn, toenemende buikomvang, of ernstige hoofdpijn niet reagerend op pijnstillers. Naar aanleiding van uw klachten zal aanvullend onderzoek worden verricht. Indien er sprake is van uitzaaiingen zal er in overleg met u worden gekozen voor een behandeling. Hierbij kan het gaan om chemotherapie, hormonale therapie, immunotherapie, radiotherapie of een combinatie van deze behandelingen.
Contactgegevens van de betrokken poliklinieken
Mammapolikliniek
Tijdens kantoortijden met de verpleegkundig specialist op de mammapolikliniek via het telefoonnummer: 071-526 3523. Bij voorkeur tussen 09.00-12.00 uur.
Het is ook mogelijk om een e-mail te sturen: mammapoli@lumc.nl (dit is een algemeen e-mailadres) ook kunt u de verpleegkundig specialist een e-mail sturen voor reguliere vragen.
Handige links
Website mammapolikliniek
De mammapolikliniek heeft ook een website.
Lotgenotencontact
Wanneer u daar behoefte aan heeft kunt u in contact komen met lotgenoten (BVN) of kijk op www.borstkanker.nl.