Behandeling met antistollingsmiddelen na een eerste trombose

L-TRRiP studie

De Leiden Trombose Recidief Risico Preventie (L-TRRiP) studie is een groot Nederlands onderzoek dat wordt uitgevoerd om vast te stellen hoe lang iemand na een eerste trombose moet worden behandeld met antistollingsmiddelen. Deze beslissing wordt gebaseerd op de medische informatie van de individuele patiënt.

logo ltrrip rood met grijs def nederlands 2-.png

Wat maakt dit onderzoek zo uniek?

In dit onderzoek wordt de lengte van de behandeling met bloedverdunners na een trombose gebaseerd op de individuele risico’s op een nieuwe trombose en een bloeding. Er wordt gebruik gemaakt van informatie over de medische voorgeschiedenis en aanvullend DNA-onderzoek.

Wat is de toegevoegde waarde van het onderzoek voor de patiëntenzorg?

Dit onderzoek kan helpen om de behandeling met bloedverdunners na een eerste trombose te verbeteren. Hiervoor streven we ernaar de beste balans te vinden tussen het risico van stoppen met bloedverdunners, namelijk een nieuwe trombose en het risico van doorgaan met de bloedverdunners, namelijk een bloeding.

Over het onderzoek

Het onderzoek heeft als doel om te bepalen hoe lang patiënten met een eerste trombose behandeld moeten worden met antistolling. Patiënten met een eerste trombose hebben namelijk een verhoogd risico op een tweede trombose. Dit risico is ongeveer 10% in het eerste jaar na het stoppen van de bloedverdunners en daarna gemiddeld 3% ieder jaar. Dit risico kan beperkt worden door antistolling te blijven gebruiken. Het doorgebruiken van antistolling leidt echter een tot een verhoogde kans op een ernstige bloeding. Dit bloedingsrisico is 1-4% per jaar.

Het onderzoek heeft als doel om te bepalen hoe lang patiënten met een eerste trombose behandeld moeten worden met antistolling. Patiënten met een eerste trombose hebben namelijk een verhoogd risico op een tweede trombose. Dit risico is ongeveer 10% in het eerste jaar na het stoppen van de bloedverdunners en daarna gemiddeld 3% ieder jaar. Dit risico kan beperkt worden door antistolling te blijven gebruiken. Het doorgebruiken van antistolling leidt echter een tot een verhoogde kans op een ernstige bloeding. Dit bloedingsrisico is 1-4% per jaar.

Op dit moment maakt de arts samen met elke patiënt een afweging tussen deze beide risico’s en kiest dan de beste behandelduur. Het is echter lastig om deze afweging te maken omdat deze risico’s van veel factoren afhankelijk zijn. In deze studie worden daarom 2 voorspelmodellen gebruikt om het individuele risico op een nieuwe trombose en een bloeding te berekenen, waarbij er rekening wordt gehouden met risicofactoren. Op basis van deze voorspelling wordt een behandeladvies gegeven aan de behandelaar.

Doel van het onderzoek

Het doel van dit onderzoek is om te bepalen welke patiënten, op basis van hun risico op een nieuwe trombose en een bloeding, na hun trombose kortdurend behandeld kunnen worden met bloedverdunners en welke patiënten baat zullen hebben bij een langdurige behandeling met bloedverdunners.

Tijdens het onderzoek

Voorspellen van het risico op een trombose en bloeding

Voor elke deelnemer wordt op basis van medische gegevens en DNA-onderzoek voorspeld hoe groot de kans is op het krijgen van een tweede trombose. Ook wordt de kans op een bloeding voorspeld.

Op basis van deze individuele voorspellingen wordt een advies gegeven over de behandeling met bloedverdunners. De twee adviezen die worden gegeven zijn:

  1. Een kortdurende behandeling met bloedverdunners (3 maanden)
  2. Een langdurige behandeling met bloedverdunners.

Voorspellen van het risico op een trombose en bloeding

Voor elke deelnemer wordt op basis van medische gegevens en DNA-onderzoek voorspeld hoe groot de kans is op het krijgen van een tweede trombose. Ook wordt de kans op een bloeding voorspeld.

Op basis van deze individuele voorspellingen wordt een advies gegeven over de behandeling met bloedverdunners. De twee adviezen die worden gegeven zijn:

  1. Een kortdurende behandeling met bloedverdunners (3 maanden)
  2. Een langdurige behandeling met bloedverdunners.

Behandelingen

In de studie wordt onderscheid gemaakt tussen 3 groepen patiënten:

  • Deelnemers met een laag risico op een nieuwe trombose zullen het advies krijgen om te stoppen met de bloedverdunners na 3 maanden.
  • Deelnemers met een hoog risico op een nieuwe trombose en een laag risico op een bloeding zullen geadviseerd worden om langdurig behandeld te worden.
  • Bij de overige deelnemers is op dit moment niet duidelijk wat de beste behandeling is. Bij deze deelnemers zal er loting plaatsvinden. De helft van de deelnemers zal kortdurend behandeld worden met bloedverdunners en de andere helft zal langdurig behandeld worden. Dit is een gebruikelijke aanpak om tot een eerlijke vergelijking te komen.

In uitzonderlijke gevallen is de arts het niet eens met de inschatting van het risico op bloedingen of trombose en kan worden afgeweken van het gegeven behandeladvies uit de studie.

Vragenlijsten

Alle patiënten worden minimaal 2 jaar gevolgd en vullen elke 3 maanden een vragenlijst in. In de vragenlijsten wordt gevraagd of er een nieuwe trombose of een bloeding is ontstaan. Ook wordt gevraagd naar eventuele restklachten na de trombose of bloeding en de impact hiervan op het dagelijks leven.

Over de deelname

Als u in één van de deelnemende ziekenhuizen wordt gediagnostiseerd met een eerste trombosebeen of longembolie zult u binnen de eerste 2 maanden van uw behandeling benaderd worden voor deelname aan de studie.

Belangrijke punten:

  • U hoeft niet vaker op controle in het ziekenhuis
  • Er wordt geen gebruik gemaakt van een experimenteel medicijn
  • Deelname is vrijwillig

Deelname en voorwaarden

(Bijna) iedereen kan na een eerste trombose of longembolie deelnemen aan het onderzoek. De arts of onderzoeker in uw ziekenhuis zal kijken of u in uw specifieke situatie in aanmerking komt voor deelname.

Deelnemende ziekenhuizen

Op dit moment doen de volgende ziekenhuizen mee aan dit onderzoek:

  • Admiraal de Ruyter ziekenhuis
  • AMC
  • Amphia ziekenhuis
  • Catharina ziekenhuis
  • Deventer ziekenhuis
  • Diakonessenhuis Utrecht
  • Groene Hart ziekenhuis
  • Haaglanden Medisch Centrum
  • Haga ziekenhuis
  • Ikazia ziekenhuis
  • Isala ziekenhuis
  • Leids Universitair Medisch Centrum
  • Martini ziekenhuis
  • Meander medisch centrum
  • Radboud UMC
  • Rode Kruis ziekenhuis
  • Universitair Medisch Centrum Groningen
  • Wilhelmina ziekenhuis Assen
  • Ziekenhuis Gelderse Vallei

Als uw ziekenhuis hier niet tussen staat is het helaas niet mogelijk om deel te nemen aan het dit onderzoek.