Leonie van Duijn
Juist die diversiteit en afwisseling zijn de factoren die Leonie getriggerd hebben deze richting op te gaan. “Tijdens mijn opleiding tot verpleegkundige heb ik veel stages gelopen, maar de variatie in patiënten, de sfeer en de gelijkwaardigheid onder collega’s hebben de doorslag gegeven om me op te laten leiden tot kinderverpleegkundige op deze afdelingen.” Na een vijftien maanden durende opleiding plus een half jaar voorwerken op de afdeling, heeft Leonie zich inmiddels ruim en breed gevestigd als kinderverpleegkundige en draagt zij mede de zorg voor het Bos en het Strand van het LUMC.
Die twee afdelingen hebben overeenkomsten, maar kennen logischerwijs belangrijke verschillen: “Op beide afdelingen komen alle zorgvragen voorbij, maar op het Strand is een duidelijke specialisatie in de richting van stamceltransplantaties bij bijvoorbeeld bloedziekten, waar de specialisatie van het Bos gericht is op Cardiologie.” Dit betekent dat Leonie ook de opties heeft om zich ofwel op hematologisch of cardiologisch gebied verder te ontwikkelen als verpleegkundige. Momenteel werkt Leonie vooral op het Bos, maar iedere kinderverpleegkundige is in staat te rouleren tussen de twee afdelingen en kan kiezen om te wisselen van hoofdspecialisatie.
“De vrolijkheid en onbevangenheid van kinderen maken deze afdeling zo bijzonder.”
Diversiteit van zorg en patiënten
“Wat ik zo gaaf vind aan deze afdelingen ten opzichte van andere afdelingen is de enorme variatie in de patiëntengroep. Hoe je een baby behandelt, is heel anders dan een peuter. Of wat te denken van een tiener? Dat is weer een ander verhaal. Een baby doet in de basis niet zoveel: het slaapt, eet en poept. Met een peuter of tiener kan ik echt een band opbouwen.” En die band wordt met een peuter heel anders vormgegeven dan met een tiener: “Een peuter kan veel dingen heel eng vinden. Je kan dan zelfs met het verwijderen van een pleister soms een uur bezig zijn. Dit vergt veel geduld, maar de lach van een kind, nadat je het goed geholpen hebt en de moeite hebt genomen om een band op te bouwen, maakt mijn dag compleet.” Bij een tiener is de begeleiding heel anders.
Logischerwijs wordt er interdisciplinair samengewerkt; je hebt immers te maken met enorm verschillende patiënten, maar ook met verschillende soorten zorg. “We werken daarom veel samen met pedagogisch medewerkers in de begeleiding van kinderen en ouders, en leren veel van artsen over de verschillende behandelingen die we samen verrichten. Daarnaast komen ook bijna alle specialismes voorbij, zoals neurologie, MDL, KNO, gynaecologie, psychiatrie, orthopedie, chirurgie, noem het maar op.”
Mensenwerk
Het werk op het Bos en op het Strand onderstrepen de waarde van het besef dat je met mensen werkt. Het verwijderen van de pleister, zoals eerder geïllustreerd, gaat niet enkel om de handeling zelf, maar om de begeleiding van de patiënt in dit traject. “Het is mensenwerk. En dit geldt ook voor de ouders waar je mee samenwerkt. Zij kennen hun kind het beste, en daarom moet je samen met hen zorgvragen aanvliegen. Je krijgt ook meer begrip voor situaties. Er is namelijk voor een ouder niks ergers dan de ziekte van zijn of haar kind. Je leert begrijpen dat mensen daar allemaal anders op kunnen reageren, zeker als de situatie stressvol is.”
Hoe het ook zij, als Leonie in staat is om kinderen met een lach te zien en ouders gerust, dan heeft zij haar werk gedaan: “De vrolijkheid en onbevangenheid van kinderen, zelfs in tijd van ziekten, maken deze afdeling zo bijzonder.” En als het aan Leonie ligt, blijft zij voorlopig nog lid van de LUMC-familie van het Bos en het Strand.