Johan Stienstra
De opleiding tot ziekenhuisarts of ‘algemeen’ arts is een nieuw profiel en in het leven geroepen met het oog op het verbeteren van de continuïteit en kwaliteit van zorg op afdelingen. Doordat er in de toekomst minder artsen opgeleid zullen worden tot specialist zullen er meer andere artsen nodig zijn in het ziekenhuis. “Specialisten kijken vooral naar de patiënt vanuit hun specialisme. Ziekenhuisartsen zijn breder opgeleid en zijn hierdoor een aanvulling op deze specialistische zorg”, aldus Johan. Kortom, een longarts is expert op het gebied van de longen maar is minder thuis in andere problemen die een patiënt tijdens een opname kan hebben, zoals bijvoorbeeld ontregelde diabetes. Een ziekenhuisarts wordt juist opgeleid om deze algemene, niet specialistische klinische zorg te verlenen. Hij of zij kan veel voorkomende problemen zelf oplossen en waar nodig alsnog een specialist inschakelen.
De waarde van een ziekenhuisarts
Sleutelwoorden bij het werk van de ziekenhuisarts zijn kwaliteit en patiëntveiligheid: “We zijn op elke afdeling inzetbaar en kunnen daarom de best practices van iedere afdeling meenemen naar de volgende afdeling.” Bovendien wordt er met de introductie van de ziekenhuisarts ook een kwaliteitsslag gemaakt op de werkvloer: “We zorgen ervoor dat afdelingen altijd een arts als aanspreekpunt hebben, ook als de specialistische artsen andere taken hebben. Zo is er, ook als er poliklinisch of chirurgisch werk verricht wordt door de specialist, altijd een arts beschikbaar. Hierdoor kan de patiëntveiligheid verbeteren.”
“Ik ben een coördinator van zorg.”
De opleiding
Maar hoe zorgt het LUMC er dan voor dat een ziekenhuisarts goed genoeg opgeleid wordt om van ieder specialisme bovengemiddelde kennis te hebben die inzetbaar is in de praktijk? “Aan de hand van een driejarige opleiding word ik opgeleid tot ziekenhuisarts. In het eerste jaar ben ik ondergedompeld in de interne geneeskunde. Het tweede jaar heb ik specialistische kennis opgedaan in anesthesie, chirurgie, neurologie en neurochirurgie. En nu, in mijn laatste jaar, focus ik me op ouderengeneeskunde, huisartsgeneeskunde en volg ik een keuzestage van een half jaar.” In het kader van kwaliteit, wordt de opleiding afgesloten met een kwaliteitsverbeterproject.
En deze opleiding is slechts het begin van de potentie van de opleiding en de functie; Johan is immers de allereerste in Leiden die benoemd zal worden tot ziekenhuisarts: “Daarom zijn mijn ervaringen en die van de ziekenhuisartsen in opleiding uit de eerstvolgende jaren zo belangrijk. Het geeft een extra verdieping aan mijn vak. Ik denk mee over de inhoud van de opleiding en hoe we belangrijke stappen kunnen zetten om de ziekenhuisarts, onder wie ik, zich zo compleet en kundig mogelijk te laten ontwikkelen.”
Voor wie?
Daarom is de opleiding tot ziekenhuisarts voor iedereen die aan de basis wil staan van een baanbrekende innovatie in de zorg; een cruciale verschuiving die een belangrijke kwaliteitsslag in patiëntenzorg gaat bewerkstelligen voor patiënten. Want daar draait het uiteindelijk allemaal om: “De patiënt moet centraal staan in het zorgproces. We moeten verder kijken dan het hoofdprobleem van een patiënt. We moeten ook kijken naar de persoonlijke behoeften van een patiënt die verder reiken dan het specialisme en wat de daarbij behorende zorgbehoeften zijn. Kortom, we kijken verder dan slechts het ziektebeeld.”
Daarnaast is de opleiding voor diegenen die meerdere specialismen interessant vinden en breed geschoold willen zijn, die pioniers willen zijn in het vak en willen meedenken over de toekomst van de algemeen arts, en die aan de hand van evidence-based werkvormen belangrijke kwaliteitsverbeteringen willen bewerkstelligen in de zorg.