Steun ons onderzoek

Help het Levend Geneesmiddel vooruit

Zo’n 4000 mensen worden jaarlijks getroffen door leukemie, lymfklierkanker of multipel myeloom. Deze vormen van kanker van de bloedcellen of afweercellen hebben een grote impact op het leven van een patiënt. De behandeling is vaak gecompliceerd en met veel bijwerkingen. De overlevingskansen zijn beperkt. Onderzoekers van het LUMC werken aan een veelbelovende nieuwe behandelmethode voor deze patiënten: het Levend Geneesmiddel.

Waarom helpen?

Het Levend Geneesmiddel bestaat uit speciaal geselecteerde en bewerkte afweercellen van een donor. Inmiddels zijn tientallen patiënten in het LUMC met succes behandeld. Elke patiënt krijgt een eigen, op maat gemaakt geneesmiddel. Dat is kostbaar en tijdrovend om te produceren. We willen zo veel mogelijk patiënten laten profiteren van deze veelbelovende behandeling. Daarvoor is meer onderzoek nodig en een verdere verfijning van onze technieken.  Om het onderzoek te versnellen zijn extra fondsen nodig. Uw bijdrage heeft dan ook een grote impact.

Kanker van de bloedcellen

Leukemie, lymfklierkanker en multipel myeloom zijn vormen van kanker van de bloedcellen. De groei van witte bloedcellen, die belangrijk zijn voor het afweersysteem, wordt hierbij ontregeld. Hierdoor kan het lichaam niet meer goed beschermd worden tegen ziekteverwekkers.

Bij leukemie bevindt de kanker zich in de beenmergcellen, die verantwoordelijk zijn voor de aanmaak van bloedcellen. Bij acute leukemie wordt een patiënt snel ernstig ziek. Er zijn dan zware therapieën nodig. Chronische leukemie kan worden behan­deld met mildere medicijnen. Helaas wordt de ziekte in veel gevallen slechts tijdelijk tot stilstand gebracht.

Lymfklierkanker lijkt op leukemie, maar blijft meestal beperkt tot de lymfklieren. De ziekte van Hodgkin is de meest bekende en het best te behandelen. Overige vormen worden noemen we non-Hodgkin-lymfomen.

Multipel myeloom of de ziekte van Kahler is een vorm van kanker waarbij bepaalde afweercellen een abnormaal eiwit aanmaken. Beenmerg, botten maar ook andere organen kunnen worden aangetast. De ziekte kan met medicijnen worden geremd, maar genezen lukt zelden.

Ons onderzoek

Bij de behandeling van kanker van de bloedcellen, zoals leukemie, wordt stamceltransplantatie al een tijd lang toepast. Hierbij ontstaan vaak complicaties. De afweercellen van de donor vallen dan alles aan wat vreemd is. Ze maken niet alleen de kankercellen van de patiënt kapot, maar ook gezonde cellen. Patiënten kunnen hier erg ziek van worden.

De cellen voor het Leven Geneesmiddel selecteren en isoleren wij in ons speciaal toegeruste laboratorium. Wij kunnen afweercellen ‘trainen’, zodat ze kankercellen leren herkennen. Soms voegen we een stukje genetische code toe om afweercellen geschikt te maken om de gewenste virussen of kwaadaardige cellen te herkennen.

Het Levend Geneesmiddel bestaat dan dus uit die afweercellen van de donor die speciaal gericht zijn op de zieke bloedcellen van de patiënt, deze worden herkend en opgeruimd. Daarnaast gaat het Levend Geneesmiddel de strijd aan met virussen die de gezondheid van de patiënt bedreigen. De gezonde weefselcellen van de patiënt worden niet aangevallen door het Levend Geneesmiddel.

Verschillende manieren van steunen

Elke steun is uniek en waardevol. Of het nou een eenmalige gift is, een periodiek schenking of u een eigen fonds opricht. We gaan graag met u in gesprek over de manier die het best bij u past.

T-celreceptor (TCR) gentherapie

Immuuntherapie tegen genetische afwijkingen in acute myeloïde leukemie

In patiënten met acute myeloide leukemie (AML) ontstaat in het bloed een ophoping van kwaadaardige voorlopers van bepaalde witte bloedcellen. Dit wordt veroorzaakt door afwijkingen in hun DNA. Door deze genetische afwijkingen delen de cellen snel en rijpen niet goed uit waardoor ze slecht functioneren. Gezonde bloedcellen worden door deze cellen verdrongen. Wij onderzoeken of immuuntherapie ingezet kan worden om deze afwijkingen in het DNA aan te vallen en op die manier AML te bestrijden.

Immuuntherapie tegen genetische afwijkingen in acute myeloïde leukemie

In patiënten met acute myeloide leukemie (AML) ontstaat in het bloed een ophoping van kwaadaardige voorlopers van bepaalde witte bloedcellen. Dit wordt veroorzaakt door afwijkingen in hun DNA. Door deze genetische afwijkingen delen de cellen snel en rijpen niet goed uit waardoor ze slecht functioneren. Gezonde bloedcellen worden door deze cellen verdrongen. Wij onderzoeken of immuuntherapie ingezet kan worden om deze afwijkingen in het DNA aan te vallen en op die manier AML te bestrijden.

Veel AML patiënten hebben een genetische afwijking in het NPM1-gen dat verantwoordelijk is voor de kwaadaardige ontaarding. Wij zagen dat beschadiging van dit gen inderdaad leidde tot abnormale peptiden die in HLA op het oppervlak van AML-cellen gepresenteerd worden. We noemen deze afwijkingen neoantigenen. Om te onderzoeken of deze eiwitfragmenten kunnen worden aangevallen door het afweersysteem, zijn wij op zoek gegaan naar T-cellen met specifieke receptoren die deze NPM1 neo-antigenen kunnen herkennen.

Immuuntherapie tegen genetische afwijkingen in acute myeloïde leukemie

In patiënten met acute myeloide leukemie (AML) ontstaat in het bloed een ophoping van kwaadaardige voorlopers van bepaalde witte bloedcellen. Dit wordt veroorzaakt door afwijkingen in hun DNA. Door deze genetische afwijkingen delen de cellen snel en rijpen niet goed uit waardoor ze slecht functioneren. Gezonde bloedcellen worden door deze cellen verdrongen. Wij onderzoeken of immuuntherapie ingezet kan worden om deze afwijkingen in het DNA aan te vallen en op die manier AML te bestrijden.

In patiënten met acute myeloide leukemie (AML) ontstaat in het bloed een ophoping van kwaadaardige voorlopers van bepaalde witte bloedcellen. Dit wordt veroorzaakt door afwijkingen in hun DNA. Door deze genetische afwijkingen delen de cellen snel en rijpen niet goed uit waardoor ze slecht functioneren. Gezonde bloedcellen worden door deze cellen verdrongen. Wij onderzoeken of immuuntherapie ingezet kan worden om deze afwijkingen in het DNA aan te vallen en op die manier AML te bestrijden.

Veel AML patiënten hebben een genetische afwijking in het NPM1- gen dat verantwoordelijk is voor de kwaadaardige ontaarding. Wij zagen dat beschadiging van dit gen inderdaad leidde tot abnormale peptiden die in HLA op het oppervlak van AML-cellen gepresenteerd worden. We noemen deze afwijkingen neoantigenen. Om te onderzoeken of deze eiwitfragmenten kunnen worden aangevallen door het afweersysteem, zijn wij op zoek gegaan naar T-cellen met specifieke receptoren die deze NPM1 neo-antigenen kunnen herkennen.

Uit een gezonde donor hebben wij een T-cel geïsoleerd met een specifieke receptor die een NPM1 neo-antigen herkent. Met één T-cel kunnen natuurlijk geen patiënten worden behandeld. Van deze T-cel hebben wij de T-celreceptor gekarakteriseerd en uiteindelijk overgebracht naar T-cellen van patiënten. Zo kan het afweersysteem van de patiënt de eigen AML-cellen vernietigen terwijl gezonde cellen onbeschadigd blijven. Volgend jaar start een klinische studie waarbij AML patiënten behandeld gaan worden met deze NPM1 T-celreceptor.

Omdat niet alle patiënten het NPM1 neo-antigen op hun AMLcellen presenteren is promovendus Nadine Struckman op zoek naar T-cellen die andere neo-antigenen kunnen herkennen. AML patiënten hebben ook vaak genetische afwijkingen in het RUNX1- gen. Nadine heeft RUNX1-specifieke T-cellen geïsoleerd en onderzoekt nu of de T-cel receptoren van deze cellen ook reactief zijn tegen AML. Hiermee hopen we immuuntherapie mogelijk te maken voor zoveel mogelijk AML patiënten.

T-celtherapie na stamceltransplantatie

Het belangrijkste therapeutische effect van een stamceltransplantatie waarbij de patiënt stamcellen van een gezonde donor krijgt, wordt bereikt door een afweerreactie van donor T-cellen tegen de kwaadaardige cellen van de patiënt. Dit noemen we het Graft-versus-Leukemie (GvL) effect. Helaas kan deze afweerreactie ook tegen de gezonde weefsels van de patiënt gericht zijn, waardoor graft-versus-host-ziekte (GvHD) ontstaat. We weten dat het risico op GvHD direct na transplantatie het grootst is, omdat er dan veel weefselschade is door de voorbehandeling. Daarom wordt T-celdepletie toegepast. Hierbij worden de donor T-cellen grotendeels uit het transplantaat verwijderd. Hierdoor is het risico op GvHD veel kleiner, maar ook het GvL-effect. Om toch een GvL-effect te verkrijgen worden donor T-cellen een aantal maanden na transplantatie, wanneer de weefselschade hersteld is, alsnog toegediend door middel van een donorlymfocyteninfusie (DLI). Hierdoor kan wel een GvL-effect bereikt worden, maar met een lager risico op ernstige GvHD.

Toch zien we bij sommige patiënten ook na DLI ernstige GvHD ontstaan. Eva Koster (Landkroon fellowship) onderzoekt onder leiding van Stijn Halkes de effectiviteit van DLI’s en probeert factoren te identificeren die de balans tussen het ontstaan van GvHD en GvL na DLI bepalen. Ze heeft laten zien dat DLI’s bij de meeste patiënten het gunstige GvL-effect kunnen bewerkstelligen. Welke factoren een rol spelen bij de ontwikkeling van GvHD na DLI, is afhankelijk van wanneer de DLI gegeven wordt. Bij DLI’s die rond 3 maanden na transplantatie worden gegeven, vergroten bepaalde virusinfecties, die in die periode vaak optreden, het risico van GvHD. Deze virusinfecties spelen echter geen duidelijke rol meer als een DLI pas rond 6 maanden wordt gegeven. Op dat moment is vooral de aanwezigheid

van nog overgebleven patiëntcellen in het beenmerg sterk voorspellend voor het ontstaan van GvHD. Naar aanleiding van deze resultaten is een landelijke studie opgezet waarbij ook in andere academische ziekenhuizen gekeken zal worden of deze factoren voorspellend zijn voor het ontstaan van GvHD of GvL na DLI. Dit is van belang omdat in ziekenhuizen verschillende transplantatietechnieken worden gebruikt en DLI op andere tijdstippen na de transplantatie gegeven wordt. De bevindingen uit het LUMC-onderzoek en de landelijke studie zullen ertoe leiden dat DLI’s in de toekomst nog veiliger en efficiënter gegeven kunnen worden.

Contact

Juliette vierkant.jpgWilt u meer informatie of heeft u vragen over hoe u bij kunt dragen? Neem dan contact op met relatiemanager Juliette Kops van de Bontius Stichting | LUMC Research Foundation via telefoonnummer 071 526 2554.