Verkoop afvalwatergemalen

15 januari 2025
leestijd
Het LUMC is voornemens om een koopovereenkomst te sluiten met de Gemeente Leiden voor de verkoop van afvalwatergemalen en het bijbehorende netwerk van persleidingen op het terrein van het Leiden Bio Science Park (LBSP).

Academisch Ziekenhuis Leiden, handelend onder de naam Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), is voornemens om een koopovereenkomst te sluiten met de Gemeente Leiden voor de verkoop van afvalwatergemalen en het bijbehorende netwerk van persleidingen op het terrein van het Leiden Bio Science Park (LBSP). De afvalwatergemalen en persleidingen zijn gelegen op de volgende percelen:

  • het registergoed kadastraal bekend gemeente Leiden sectie R nummer 1811, in eigendom van LUMC met een grootte van circa 47 m2, waarop het hoofdgemaal is gelegen aan/nabij het Piet Paaltjenspad 1;
  • het registergoed kadastraal bekend gemeente Leiden sectie R nummer 1633, in eigendom van de gemeente Leiden en in erfpacht uitgegeven aan LUMC met een grootte van circa 3 m2;
  • het netwerk van persleidingen vanaf het hoofd afvalwatergemaal aan het Piet Paaltjenspad 1 via de Plesmanlaan, Darwinweg, Sandifortdreef, Overwetingpad, Sylviusweg, Wassenaarseweg naar het hoofd afvalwatergemaal aan de Endegeesterstraatweg 40 te Oegstgeest (sectie B nummer 3714). Dit netwerk is gelegen op de volgende hiertussen gelegen registergoederen kadastraal aangeduid met gemeente Leiden sectie R nummer 1635, sectie X nummers 4621, 4677, 4553, 4584, 4580, 4586, 4547, 4734, 4688, 4570, 4571, 4687, 4732, 4612.

LUMC heeft zorgvuldig afgewogen of zij op basis van objectieve, toetsbare en redelijke criteria tot verkoop aan de gemeente Leiden over kan gaan. LUMC is van oordeel dat dit het geval is. Daarbij is het volgende in aanmerking genomen:

  • In het Leiden Bio Science Park (LBSP) is het afvalwatersysteem verdeeld over drie eigenaren, te weten de gemeente Leiden, het LUMC en de Universiteit Leiden en dat is niet doelmatig en efficiënt voor de afvoer van het afvalwater in het LBSP;
  • Gelet op ontwikkelingen in het LBSP wordt een extra belasting van het afvalwatersysteem verwacht;
  • Gemeente Leiden, gemeente Oegstgeest, Hoogheemraadschap Rijnland, Universiteit Leiden en LUMC hebben een optimalisatie van de afvalwaterstromen onderzocht en de conclusie daarvan is dat het wenselijk is dat de gemeente Leiden de afvalwatergemalen en persleidingen van de Universiteit Leiden en het LUMC in eigendom verkrijgt ten behoeve van een duurzame en doelmatige afvoer van het afvalwater in het LBSP door de gemeente Leiden;
  • De Universiteit Leiden eveneens voornemens is het hoofgemaal gelegen aan de Endegeesterstraatweg 40 te Oegstgeest in eigendom over te dragen aan de gemeente Leiden;
  • De gemeente Leiden met de voorgenomen verkoop in staat wordt gesteld het beheer en onderhoud aan de afvalwatergemalen en persleidingen efficiënt en doelmatig uit te oefenen en dit wordt beschouwd als publieke taak in het algemeen belang;
  • LUMC op basis van deze criteria van mening is dat de gemeente Leiden kan worden aangemerkt als de enige serieuze gegadigde voor het aangaan van de koopovereenkomst.

Vervaltermijn

Indien u het niet eens bent met de voorgenomen verkoop van voornoemde registergoederen aan de gemeente Leiden, omdat u van mening bent dat u ook in aanmerking dient te komen voor de verwerving van de registergoederen, dan dient u binnen 20 kalenderdagen na dagtekening van deze publicatie een voorlopige voorziening aanhangig te maken bij de rechtbank te Den Haag. LUMC stelt het als grondeigenaar op prijs als dit voorafgaand aan hen kenbaar wordt gemaakt. Dit kan door een e-mail te sturen naar communicatie@lumc.nl.

De termijn van 20 kalenderdagen is een vervaltermijn. Bij gebreke van een tijdig aanhangig gemaakte voorlopige voorziening vervalt het recht om tegen de voorgenomen verkoop in rechte op te komen en/of enige vordering tot schadevergoeding of welke andere aanspraak dan ook daarop te baseren, althans heeft u uw rechten verwerkt.  LUMC en de gemeente Leiden zouden immers onredelijk worden benadeeld indien pas na deze (duidelijk kenbaar gemaakte) termijn alsnog tegen het voornemen respectievelijk het aangaan van de betreffende overeenkomst zou worden opgekomen.