Patiëntenfolder

Radiotherapie

De informatie in deze folder is bestemd voor patiënten die binnenkort bestraald gaan worden op de afdeling Radiotherapie van het LUMC. In deze folder vindt u informatie over de gang van zaken op de afdeling en wordt ingegaan op mogelijke vragen die u kunt hebben. Mocht u nog aanvullende vragen hebben, dan kunt u daarmee altijd terecht bij een van onze medewerkers.

Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Radiotherapie.

Onze zorg

Wat is Radiotherapie?

Radiotherapie is een behandeling door middel van straling. Bestraling speelt een rol bij de behandeling van aandoeningen waarbij lichaamscellen zich ongecontroleerd vermenigvuldigen. Het gaat hierbij meestal om kanker of goedaardige tumoren.  

De straling remt de cellen in hun groei en kan ze doden. De dode cellen worden daarna door het lichaam opgeruimd. De gezonde cellen in de omgeving van het zieke weefsel raken tijdens de bestraling ook beschadigd, maar kunnen zich herstellen tussen de dagelijkse bestralingsbehandelingen en daarna.  

De uitwerking van de bestraling op de cellen duurt nog geruime tijd voort nadat de bestralingsbehandeling is afgerond. Hierdoor is het uiteindelijke effect van de behandeling pas na vele weken te beoordelen. In die tijd blijven de gezonde cellen zich herstellen van de bestraling. Straling is onzichtbaar en niet te voelen. Een bestralingsbehandeling doet dus geen pijn. Ook wordt u niet radioactief door de behandeling.

Bestralingsapparaat

Voorbereiding

Wat gaat er vooraf aan het onderzoek of de behandeling?

Afspraken op de Radiotherapie  

Eerste afspraak  

Zodra uw verwijzend arts u heeft aangemeld voor bestraling, wordt u op onze oproeplijst geplaatst. Wanneer u aan de beurt bent, ontvangt u (schriftelijk of telefonisch) een afspraak voor het eerste gesprek. In dat gesprek geeft uw behandelend arts uitleg over de behandeling en zal als het mogelijk is ook de voorbereiding plaatsvinden. Tijdens deze voorbereiding wordt een CT-scan gemaakt, waarbij het te bestralen gebied wordt bepaald (zie hoofdstuk: Voorbereiding/CT-scan). Als tijdens het eerste gesprek blijkt dat deze voorbereiding niet direct kan plaatsvinden, zult u hiervoor een vervolgafspraak krijgen. U krijgt deze direct mee, of u wordt hiervoor telefonisch opgeroepen.  

Afspraken voor bestralingen  

Na de voorbereidende CT-scan krijgt u de afspraak voor de eerste bestraling. Op de eerste bestralingsdag ontvangt u de vervolgafspraken voor de rest van de week. Op vrijdag kunt u de nieuwe afspraken voor de week erna uitprinten bij het scanapparaat. Als we rekening moeten houden met een afspraak, dan is het belangrijk om dit zo snel mogelijk (vóór woensdag voor afspraken van de volgende week) op het bestralingstoestel of aan de baliemedewerker door te geven. Bij de planning kan hier dan zoveel mogelijk rekening worden gehouden.  

Overige afspraken  

Bij de volgende bestralingsafspraak kunt u zich met behulp van het scanapparaat aanmelden.  

Met dit apparaat kunt u zelf de aanmelding doen door uw inschrijfkaart te scannen. U kunt vervolgens doorlopen naar de wachtkamer van het bestralingstoestel. Mocht u hier hulp bij nodig hebben, dan helpen de baliemedewerkers u graag.  

Op vrijdag kunt u na het scannen van uw inschrijfkaart ook uw afspraken voor de volgende week uitprinten. In de meeste gevallen wordt u vier tot vijf keer per week bestraald. Door feestdagen en/of onderhoud van het bestralingstoestel kan het zijn dat het bestralingsschema wordt aangepast.  

Tijdens de behandeling wordt u regelmatig door de radiotherapeut-oncoloog gecontroleerd. De radiotherapeut-oncoloog kijkt naar het beloop van de bestraling en of u last hebt van bijwerkingen. Mocht u tussentijds klachten of problemen hebben, dan kunt u dat overleggen met de radiotherapeutisch laborant of baliemedewerker. Zo nodig regelen zij een tussentijdse afspraak met de radiotherapeut-oncoloog. Als u verwezen wordt naar bijvoorbeeld een diëtiste of mondhygiëniste, vindt u deze extra afspraken ook terug op uw afsprakenoverzicht.  

Afspraken combineren  

De afdeling Radiotherapie maakt gebruik van een eigen afspraaksysteem. Het is daarom belangrijk dat u zelf doorgeeft dat u ergens anders in het ziekenhuis een afspraak hebt. We kunnen dan proberen om een combinatieafspraak te maken. Het is belangrijk om dat zo snel mogelijk (voor woensdag voor afspraken van de volgende week) op het bestralingstoestel of aan de baliemedewerker door te geven. De data en tijden van de bestralingsafspraken krijgt u alleen via de afdeling Radiotherapie en mogen niet door medewerkers van andere afdelingen aan u worden doorgegeven. Uw hele bestralingsserie staat al wel ingepland en is zichtbaar voor andere afdelingen, net als sommige administratieve afspraken waarbij u niet aanwezig hoeft te zijn. De tijdstippen van uw behandeling in volgende weken kunnen wel nog veranderen. Er wordt geschoven gedurende de behandelperiode om rekening te kunnen houden met combinatieafspraken. Als u op de vrijdag eenmaal de afspraken voor de week erna heeft geprint, staan die afspraken vast en wordt er niet meer in de tijdstippen geschoven.  

Vervoer/parkeren  

Informatie over vergoeding van taxi, openbaar vervoer of eigen vervoer kunt u krijgen bij uw verzekeringsmaatschappij. Het is aan te raden om de afsprakenoverzichten te bewaren. U kunt vanaf de 1e etage parkeren in de parkeergarage LUMC. Alleen tijdens de periode dat u bestraald wordt, kunt u kosteloos parkeren op de begane grond van de parkeergarage LUMC. U kunt voor het aantal keren dat u bestraling krijgt een rittenkaart ophalen bij de beveiliging (loket centrale hal LUMC). De rittenkaart kunt u na het eerste gesprek met de radiotherapeut-oncoloog of na de afspraak op de CT-scan ophalen. Hiermee kunt u in- en uitrijden. Na uw laatste bestraling kunt u de rittenkaart weggooien. De rittenkaart kunt u niet gebruiken bij de eerste afspraak met de radiotherapeut-oncoloog, afspraken ter voorbereiding van de bestraling of controleafspraken op de poli.

Ingang LUMC parkeergarage

Patiëntveiligheid  

Op de afdeling Radiotherapie vinden wij patiëntveiligheid belangrijk. Met veiligheid bedoelen we dat u zo min mogelijk risico loopt tijdens uw behandeling. Om dagelijkse identificatie mogelijk te maken, zal bij uw eerste bezoek aan het ziekenhuis een pasfoto worden gemaakt die in uw dossier komt. U hebt zelf ook een belangrijke rol in de veiligheid van uw behandeling. Om u hierbij te ondersteunen, ontvangt u de patiëntveiligheidskaart (zie bijlage). Het is belangrijk deze kaart te lezen voor het starten van uw behandeling. Bij vragen kunt u terecht bij een van onze medewerkers.  

Legitimatie  

Het LUMC controleert uw identiteit. De baliemedewerker kan u vragen zich te identificeren. Neemt u daarom bij elk bezoek aan het LUMC een identiteitsbewijs mee (zoals paspoort, rijbewijs of ID-kaart). Meer informatie kunt u vinden op: www.rijksoverheid.nl.

Eerste gesprek met de radiotherapeut-oncoloog

Balie afdeling Radiotherapie

Voordat de bestralingsbehandeling start, hebt u een gesprek met de radiotherapeut-oncoloog. Tijdens dit gesprek wordt besproken wat de behandeling inhoudt. U kunt hier met al uw vragen over de behandeling terecht. Zo nodig wordt een lichamelijk onderzoek verricht. Na het eerste gesprek kunnen, afhankelijk van het te bestralen gebied, nadere afspraken worden gemaakt voor een masker, afdekking, goudmarkers of contrastvloeistof via infuus.  

Bestraling in combinatie met chemotherapie  

In het geval dat uw bestraling gecombineerd wordt met chemotherapie, krijgt u ook een gesprek met de internist-oncoloog. In dit gesprek worden de werking en de bijwerkingen van de combinatie van radiotherapie met chemotherapie besproken. Ook komt aan de orde of deze behandeling geschikt is voor u.  

Behandelingsovereenkomst  

Aan het eind van het eerste gesprek wordt u gevraagd of u met de voorgestelde behandeling akkoord gaat. Als u instemt met de behandeling, is er sprake van een behandelingsovereenkomst tussen u en de radiotherapeut-oncoloog. Dit wordt in uw patiëntendossier vastgelegd.  

Wetenschappelijk onderzoek  

Op de afdeling Radiotherapie wordt ook medisch-wetenschappelijk onderzoek gedaan. Dit is belangrijk om betere behandelmethoden te ontwikkelen. Vaak is hierbij medewerking van patiënten nodig. Als u tijdens het eerste gesprek wordt gevraagd om hieraan mee te doen, zult u van de radiotherapeut-oncoloog specifieke informatie krijgen over het onderzoek. Het kan zijn dat de afdeling gegevens over uw behandeling en de uitkomsten daarvan gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek en om de behandelingsresultaten te monitoren. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van gegevens uit het patiëntendossier. Deze gegevens worden gecodeerd en zijn daardoor niet meer naar u te herleiden. Deze informatie helpt ons om de behandelingen te verbeteren, en de wetenschappelijke kennis rond uw ziekte en de beste behandeling daarvoor te vergroten. Als u bezwaar hebt tegen gebruik van gecodeerde medische gegevens in het kader van wetenschappelijk onderzoek kunt u daartegen bezwaar maken, bijvoorbeeld via uw behandelend arts.  

Voorbereiding/CT-scan  

Na het eerste gesprek met de radiotherapeut-oncoloog wordt een CT-scan gemaakt. Tijdens het voorbereiden van de bestraling bepalen de radiotherapeut-oncoloog en radiotherapeutisch laborant wat het bestralingsgebied wordt. Met behulp van de röntgenstraling wordt het te bestralen gebied in beeld gebracht met de CT-scan. De laborant geeft uitleg hoe het bestralingsgebied bepaald wordt en vraagt u uw kleding uit te doen voor het deel van uw lichaam dat gescand gaat worden.  

CT-scan

U wordt door de radiotherapeutisch laborant gevraagd in een houding te liggen die het beste is voor de bestraling. Om deze houding bij elke bestraling weer precies terug te kunnen vinden, worden op uw lichaam instelpuntjes getatoeëerd en foto’s gemaakt van de houding waarin u ligt. Dit kan ongeveer 30 tot 60 minuten duren. Daarna krijgt u de afspraak voor de eerste bestraling mee van de radiotherapeutisch laborant.  

CT-scan met contrast  

In een aantal gevallen is het noodzakelijk dat bij de CT-scan een contrastmiddel wordt toegediend. Bij de oproep voor het eerste gesprek wordt dat aan u gemeld. Toediening gebeurt meestal via een infuus.  

Voorbereiding bestraling in het hoofd-/halsgebied en/of huid  

Als u op het hoofd-/halsgebied moet worden bestraald, wordt een kunststof masker gemaakt. Dit masker houdt het hoofd-/ halsgebied op zijn plaats, zodat u tijdens de bestraling stil kunt blijven liggen.  

Als u wordt bestraald op een plekje op de huid, kan gebruik gemaakt worden van een afdekking om het te bestralen gebied heen. Zowel het masker als de afdekking worden door de technische medewerker hulpmiddelen gemaakt. Deze afspraak is meestal direct na het gesprek met de radiotherapeut-oncoloog. 

Voorbereiding bestraling prostaat  

Als u op uw prostaat wordt bestraald, bespreekt de radiotherapeut-oncoloog met u of u in aanmerking komt voor goudmarkers. Goudmarkers zijn kleine gouden staafjes (1 millimeter in doorsnede en 5 millimeter in lengte) die in de prostaat worden ingebracht. De markers worden gebruikt om tijdens de behandeling de positie van de prostaat te bepalen. Het inbrengen van de goudmarkers vindt plaats op de poliklinische OK van de afdeling Urologie LUMC. De voorbereidings-CT wordt één week na het inbrengen van de goudmarkers gemaakt.  

Voorbereiding inwendige bestraling  

Voor sommige behandelingen is het noodzakelijk om heel lokaal te bestralen. Dit wordt gedaan met radioactieve bronnetjes die in het lichaam worden ingebracht. Deze inwendige bestraling heet brachytherapie. Brachytherapie kan in combinatie worden gegeven met uitwendige bestraling. Als u in aanmerking komt voor brachytherapie, dan zal de radiotherapeut-oncoloog u hierover uitleg geven tijdens het eerste gesprek. Ook krijgt u een aparte folder met informatie over brachytherapie. 

Het onderzoek / de behandeling

Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?

De eerste bestraling (± 20 minuten)  

Bij aankomst op de afdeling Radiotherapie meldt u zich bij de balie (route 753).

Balie afdeling Radiotherapie

De baliemedewerker brengt de radiotherapeutisch laboranten op de hoogte dat u aanwezig bent en verwijst u door naar het bestralingstoestel waar uw behandeling zal plaatsvinden. U mag plaatsnemen in de wachtruimte van het bestralingstoestel. Als u aan de beurt bent, haalt de radiotherapeutisch laborant u op uit de wachtkamer en geeft u uitleg over de gang van zaken op het bestralingstoestel.  

U kunt in een kleedkamertje uw kleding uitdoen voor het deel van uw lichaam dat bestraald gaat worden. Neem eventueel een vestje of omslagdoek mee voor als u naar het bestralingsapparaat loopt. Met behulp van de instelpuntjes die tijdens de voorbereiding op uw lichaam zijn aangebracht, zorgen de radiotherapeutisch laboranten ervoor dat u in de juiste houding komt te liggen. Er vindt een laatste controle plaats en vervolgens wordt de eerste bestraling uitgevoerd. U voelt en ziet niets van de bestraling. Wel hoort u tijdens het stralen een zoemend geluid van het bestralingstoestel. 

Patient ligt in de juiste houding

De patiënt ligt in de juiste houding

Het is van belang dat u rustig blijft liggen totdat u te horen krijgt dat het bestralen klaar is. Tijdens de bestraling bent u alleen in de behandelruimte. De radiotherapeutisch laboranten houden u de hele tijd in de gaten door middel van twee camera’s. Als de bestraling klaar is, kunt u zich weer aankleden.

Wat zijn de risico's, bijwerkingen of complicaties?

In de loop van de bestralingsserie kunnen bijwerkingen optreden. Sommige mensen hebben veel last van bijwerkingen, anderen merken weinig. De reacties van het lichaam op de bestraling zeggen niets over het effect van de behandeling. De bijwerkingen hangen samen met het gebied dat bestraald wordt. Maar er zijn ook een aantal algemene reacties die kunnen optreden, zoals vermoeidheid, meer behoefte aan slaap en minder eetlust. De meeste bijwerkingen verdwijnen enkele weken na de laatste bestraling.  

Vermoeidheid  

Vermoeidheid komt vaak voor bij patiënten die bestraald worden. Uw lichaam verbruikt extra energie voor het herstel van gezond weefsel en het opruimen van dode kankercellen. Ook kan het reizen van en naar onze afdeling, maar ook de spanningen rondom de ziekte en de behandeling, een flinke belasting voor u zijn. Probeer zo veel mogelijk ontspanning te zoeken en dingen te doen die u prettig vindt. Als u zich moe voelt, probeer dan rust en inspanning af te wisselen. Hoe lang de vermoeidheid na de behandeling aanhoudt, verschilt van persoon tot persoon.  

Verminderde eetlust  

Door de bestraling en/of ziekte kunt u te maken krijgen met een verminderde eetlust. Maar voor het herstel van uw lichaam is het van belang dat u toch goed en gevarieerd blijft eten. Het kan een oplossing zijn om vaker kleinere hoeveelheden te nemen. Eventueel kunnen we de diëtiste voor u inschakelen. Ook voldoende drinken is belangrijk, liefst zo’n twee liter per dag (tenzij u een vochtbeperking heeft). Dit omvat alles wat u drinkt over de dag; water, thee, koffie, frisdrank, etc. Na de behandeling zal de eetlust geleidelijk weer toenemen.  

Huidreactie  

Het is heel normaal dat uw huid reageert op de bestraling. De mate waarin uw huid reageert, hangt af van de soort straling die wordt gebruikt, de hoogte van de stralingsdosis en de plaats en techniek van de bestraling. Bij bestraling van dieper gelegen gebieden zal de bestraling (zo goed als) geen huidreactie geven. Dan gelden onderstaande adviezen niet. Bespreek dit bij twijfel met uw behandelend arts.  

De huidreactie is vaak het ergst rondom operatielittekens en in huidplooien, zoals de hals, oksels en liezen. De huid in het bestraalde gebied kan na verloop van tijd rood en gevoelig worden. Soms treedt jeuk op of verschijnen er kleine blaasjes. De huid kan stuk gaan en vochtig worden. Meestal geneest de huid weer binnen twee tot vier weken nadat de bestralingen zijn afgelopen. Wel kan de huid na de behandelperiode kwetsbaar blijven en ook kan de kleur van de huid door pigmentatie een beetje veranderen.  

Zonnen  

Gedurende de bestralingsperiode raden wij u aan de bestraalde huid uit de zon te houden. Dek de bestraalde huid af, of gebruik een sunblock-crème als dit niet helemaal mogelijk is. De bestraalde huid heeft namelijk een groter risico op zonverbranding en beschadiging. Ook kan de huid reageren op de zon, waardoor er vlekken op de huid kunnen komen.  

Advies huidverzorging  

  • U kunt uw eigen verzorgingsproducten blijven gebruiken. 
  • Gebruik bij rode huid, irritatie of jeuk Cetomacrogol-crème, Calendula crème of overleg met de verpleegkundige van de Zorgpost. 
  • Ga gerust onder de douche. Als uw huid intact is, dan kunt u ook zwemmen of in bad. 
  • Dep de huid droog met een zachte handdoek, dus niet wrijven. 
  • Scheer u alleen met een elektrisch scheerapparaat. 
  • Draag geen schurende kleding. 
  • Houd de bestraalde huid uit de zon. 
  • Plak geen pleisters op de bestraalde huid. 
  • Probeer vooral niet te krabben bij jeuk.

Als u vragen hebt over de huidverzorging kunt u die stellen aan de radiotherapeutische laboranten op het bestralingstoestel, aan de radiotherapeut-oncologen of aan de verpleegkundigen van de Zorgpost.  

Haaruitval  

Als u bestraald wordt op een plaats met haargroei, dus op het behaarde hoofd, oksel of schaamstreek, kan het haar ter plaatse uitvallen. De mate van haaruitval is afhankelijk van de dosis die u krijgt en de grootte van het bestralingsgebied. Haaruitval treedt meestal op na enkele weken. De haargroei kan pas na enkele maanden weer op gang komen, maar soms komt het haar niet meer terug. Als door de bestraling haaruitval verwacht wordt, kunt u al aan het begin van de behandeling een haarstukje of pruik laten aanmeten. Met een machtiging van de arts zal uw ziektekostenverzekering de kosten voor een deel vergoeden.  

Mond- en keelklachten  

Bij bestraling van de mond, keel of slokdarm kunnen slikklachten ontstaan. De slijmvliezen zijn erg gevoelig voor straling. Ze kunnen beschadigd raken, waardoor pijnklachten ontstaan bij met name het eten en drinken. Ook kan smaakverandering optreden of zelfs verlies van de smaak. Als de speekselklieren mee bestraald worden, kunt u last krijgen van een droge mond en taai slijm in de keel. Een goede mondverzorging is belangrijk in deze periode. Als het nodig is schakelen we de mondhygiëniste en/of de diëtiste voor u in.  

Buikklachten  

Als de darmen gedeeltelijk in het bestralingsgebied liggen, kunt u last krijgen van diarree of darmkrampen. Ligt de blaas in het bestralingsgebied, dan zult u sneller aandrang hebben en dus vaker moeten plassen. Ook kunt u bij het plassen last hebben van een branderig gevoel. Het is erg belangrijk om goed te blijven drinken. Als deze klachten erger worden, meld het dan aan onze medewerkers.  

Psychosociale gevolgen  

Door de ziekte en de behandeling hiervan maakt u waarschijnlijk een moeilijke periode door. Angst, ongerustheid, verdriet, hoop en het verwerken van deze hele situatie. Ook als u na de behandeling uw dagelijkse bezigheden weer wilt oppakken, gaat dat niet altijd even gemakkelijk. Het is voor veel mensen vaak moeilijk om over hun problemen en zorgen te praten, hoewel dat veel opluchting kan geven.  

Soms willen mensen hun partner, familie of vrienden niet belasten. Natuurlijk kunt u altijd bij de radiotherapeutisch laboranten terecht, zij zijn voor u het eerste aanspreekpunt en u ziet ze elke dag. Ook kunt u uw problemen bespreken met de radiotherapeut-oncoloog of met een verpleegkundige van de Zorgpost.

Als u dat wilt, kunnen we een afspraak voor u maken met een maatschappelijk werker of een medisch psycholoog die aan de afdeling verbonden is.  

Seksualiteit  

Bestraling op zich heeft geen invloed op seksualiteit. U kunt gerust intiem zijn. Wel kunnen lichamelijke bijwerkingen, vermoeidheid en psychische belasting de zin in vrijen verminderen. Het is belangrijk dat u zelf aangeeft waar u behoefte aan hebt.

Geslachtsgemeenschap heeft geen nadelige invloed op de behandeling. De bestraling geeft geen risico voor uw partner, want u bent niet radioactief na de bestraling; er blijft geen straling in uw lichaam achter.

Bestraling in het bekkengebied kan wel gevolgen hebben voor uw seksleven, uw radiotherapeut-oncoloog kan u daar informatie over geven.

Nazorg

Welke specifieke nazorg kunnen wij bieden?

Voor specifieke informatie en adviezen na afloop van de behandeling is een folder ‘Na de bestralingsbehandeling’ beschikbaar. 

Controle na afloop van de bestralingsserie  

Na de laatste bestraling wordt een controleafspraak gemaakt bij de radiotherapeut-oncoloog, meestal drie tot zes weken na de laatste bestraling. Hiervoor krijgt u een oproep via de post. In sommige gevallen wordt er een telefonische afspraak gemaakt, hierover krijgt u geen brief. Op dat moment zijn de acute bijwerkingen van de bestraling meestal voor het grootste deel voorbij. Tijdens deze afspraak bekijkt uw arts het herstel na de behandeling en eventuele bijwerkingen waar u nog last van heeft, en bespreekt met u het plan voor de verdere controles. 

De controleafspraak vindt ook op de afdeling Radiotherapie plaats. U kunt voor deze afspraak geen gebruik maken van de parkeerplaatsen op de begane grond van de parkeergarage, deze zijn gereserveerd voor de patiënten die bestraald worden.

Mochten er in de tussentijd problemen ontstaan, dan kunt u uiteraard contact opnemen met de afdeling Radiotherapie.

Behandelteam

Het team van de afdeling bestaat uit:  

  • Radiotherapeut-oncologen 
  • Radiotherapeut-oncologen in opleiding 
  • Radiotherapeutisch laboranten 
  • Klinisch fysici 
  • Technisch medewerkers hulpmiddelen 
  • Verpleegkundigen 
  • Baliemedewerkers 
  • Maatschappelijk werk
  • Diëtiste
Meer informatie

Contactgegevens van de betrokken poliklinieken

Zorgpost  

De (oncologie)verpleegkundigen van de Zorgpost van de afdeling Radiotherapie kunnen voor u een laagdrempelig aanspreekpunt zijn vóór, tijdens en na uw bestralingsbehandeling. Zij geven voorlichting, begeleiding en advies bij huid- en wondzorg en/of andere bijwerkingen van de radiotherapie. Daarnaast kunt u bij hen terecht voor het bespreken van (na)zorg- en begeleidingsmogelijkheden zoals thuiszorg, maatschappelijk werk of andere psychosociale ondersteuning.  

Gesprekken Zorgpost  

Afhankelijk van de behandeling worden voor u op vaste momenten gesprekken ingepland bij de Zorgpost. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij patiënten die zowel chemotherapie als radiotherapie ondergaan of bij patiënten waarbij mogelijk huidproblemen worden verwacht. Deze afspraken vindt u op het wekelijks afsprakenoverzicht. Daarnaast kunt u gebruikmaken van het inloopspreekuur van de Zorgpost.  

Locatie Zorgpost  

De medewerkers van de Zorgpost Radiotherapie werken in verschillende ruimtes op de afdeling Radiotherapie. U kunt zich daarom net als bij een doktersafspraak melden aan de balie van de afdeling en plaatsnemen in een van de wachtkamers bij de balie. U wordt door de medewerker van de Zorgpost opgehaald uit de wachtkamer.  

Contact Zorgpost  

Bereikbaar op werkdagen van 8.30-16.30 uur. Telefoonnummer: 071-526 43 84 of via 071-526 35 25 (secretariaat Radiotherapie). 

Verbetersuggesties/klachtenregistratie  

Onze medewerkers doen hun uiterste best om uw verblijf op de afdeling zo prettig en respectvol mogelijk te laten verlopen.   

Wij staan open voor uw suggesties ter verbetering. Wilt u uw ervaringen delen, dan kunt u dat doen op de ‘Betermeter’-zuil in de wachtkamer. U kunt ook de QR code gebruiken, zie het plaatje verderop in deze folder.

Het kan voorkomen dat u niet tevreden bent over uw behandeling of de manier waarop u te woord bent gestaan. Als dat reden is voor een klacht, kunt u in eerste instantie proberen uw klacht te bespreken met de direct  betrokkene(n). U kunt ook uw klacht op schrift zetten en deze afgeven op de afdeling Radiotherapie. Dan zal de afdeling contact met u opnemen. Mocht dit niet leiden tot een bevredigende afhandeling van de klacht, dan verwijzen wij u naar de pagina ‘klacht indienen’, op www.lumc.nl. Daar kunt u het klachtenformulier vinden. U kunt ook een bericht sturen naar: Patientenservicebureau@lumc.nl.

Voor vragen zijn wij op werkdagen van 8.00-17.00 uur telefonisch bereikbaar op 071-526 35 25.
Zie ook de polikliniekpagina van de Radiotherapie op
www.lumc.nl

Voor niet-acute zaken kunt u ook een mail sturen naar SecretariaatRadiotherapie@lumc.nl.

Mochten zich in de avonduren of in het weekeinde problemen voordoen en u bent bezig met een bestralingsserie of u bent kortgeleden bestraald, neemt u dan contact op met de dienstdoende radiotherapeut-oncoloog. U kunt dit doen door het centrale nummer van het LUMC te bellen (071-526 91 11) en de telefoniste te vragen om u door te verbinden met de dienstdoende radiotherapeut-oncoloog. In alle andere gevallen, neemt u contact op met uw huisarts. 

Overige informatie  

Volg voor de afdeling Radiotherapie route 753.

Patiëntenfolders/informatievideo's
Voor een aantal specifieke bestralingsbehandelingen is een patiëntenfolder en/of een informatievideo beschikbaar op www.lumc.nl. Zoek op 'polikliniek radiotherapie', op deze pagina vindt u de folders en informatievideo's. 

Bezoekadres  

Albinusdreef 2, Zone K-0-P, route 753 2333 ZA Leiden  

Postadres  

Secretariaat Radiotherapie  

Postzone K-0-P, Postbus 9600 2300 RC Leiden
Zie ook www.lumc.nl. Zoek op 'polikliniek radiotherapie'.

Overig

Aanvullende instructies van de arts  

Deze onderstaande aanwijzing(en) alleen opvolgen als uw behandelend arts die met u besproken heeft.

  • Een algemeen advies voor ieder mens is om ten minste 1,5 tot 2 liter vocht per dag te drinken. Dit omvat alles wat u drinkt over de dag: thee, koffie, frisdrank, etc. U hoeft dus niet nog extra 1,5 tot 2 liter water te drinken bovenop wat u nu al drinkt.
  • Het is belangrijk dat eventuele tekeningen op de huid gedurende de hele bestralingsbehandeling zichtbaar blijven.
  • Bijzonderheden met betrekking tot CT-scan en de bestraling van het
    bekkengebied (bij endeldarmkanker (rectumkanker), prostaatkanker en gynaecologische kanker): Het is voor u belangrijk dat u bij de CT-scan en alle bestralingen een volle blaas hebt en uw endeldarm (rectum) zo mogelijk leeg is. Wij adviseren u om één uur voorafgaand aan de bestraling thuis naar het toilet te gaan en de tijd te nemen om uw blaas en zo mogelijk ook uw darm goed te legen. Drink vervolgens 1 tot 2 glazen water (of ander vocht).

  • Bijzonderheden met betrekking tot CT-scan en bestralingen bij blaaskanker: Het is belangrijk dat u bij de CT-scan en de bestralingen een lege blaas hebt