Betere behandeling systemische auto-immuunziekten vraagt om optimaal samenwerken
Het LUMC heeft een expertisecentrum voor systemische auto-immuunziekten, wat houdt dit precies in?
“In dit centrum wordt heel hecht samengewerkt tussen verschillende artsen en onderzoekers bijvoorbeeld van de reumatologie, longziekten, interne geneeskunde, dermatologie en gynaecologie. Die samenwerking is heel goed. Daardoor lopen we nationaal en internationaal voorop in de ontwikkelingen van nieuwe behandelingen voor deze patiënten. Zo zijn we bezig met behandelingen waarbij niet het hele immuunsysteem aangepakt wordt, maar waarbij we met gerichtere behandelingen het immuunsysteem van patiënten zo kunnen aanpassen, dat alleen de afweercellen aangepakt worden die de ziekte (mede) veroorzaken. Hierdoor lukt het om de huidige afweeronderdrukkende behandelingen met bijvoorbeeld prednison bij sommige patiënten af te bouwen.”
Wat zijn dit voor behandelingen?
“Bij een auto-immuunziekte valt het immuunsysteem het eigen lichaam aan, herkenbaar aan de vorming van auto-antistoffen. Deze auto-antistoffen worden gemaakt door zogenoemde B-cellen die uiteindelijk getriggerd worden en uitgroeien tot plasmacellen. Therapieën specifiek gericht tegen die B-cellen en plasmacellen proberen we steeds beter te maken en beter in te zetten. We hebben in Leiden gepionierd met een combinatietherapie van 2 bestaande middelen (rituximab en belimumab) waarvan we hebben aangetoond dat die middelen elkaar kunnen versterken.”
“Een ander overactief onderdeel van het afweersysteem bij patiënten met een auto-immuunziekte is de overactivatie van het complementsysteem. In het LUMC hebben we onderzoek gedaan naar complementremmers bij moeilijk behandelbare patiënten met ANCA-geassocieerde vasculitis. Als we de oorzaak beter begrijpen, kunnen we gerichter behandelen en te weten komen bij welke patiënt een behandeling het beste werkt.”
Je wilt de goede samenwerking ook buiten het LUMC verstevigen, op welke manier?
“Ik ben groot voorstander van expertisenetwerken waarbij, niet de zorg, maar de vakkennis wordt gecentraliseerd. De patiënt krijgt zorg van een arts dicht bij huis, maar is wel verzekerd van samenwerking met een specialistisch centrum, zoals in het LUMC. Het is één van de drijfveren voor mijn voorzitterschap van de externe, landelijke stichting ARCH. De stichting heeft een website waarop patiënten en zorgverleners meer informatie kunnen vinden over expertisenetwerken in Nederland voor systemische auto-immuunziekten. Daarnaast kunnen zorgverleners patiënten aanmelden voor een expertiseconsult. In dit geval heeft de arts laagdrempelig de mogelijkheid om het ziektebeeld met andere experts te bespreken.”
Wat zijn de voordelen van expertisenetwerken?
“De expertise is transparant, de patiënt weet dat er samengewerkt kan worden met een expertisecentrum. Door expertise eenvoudig beschikbaar te maken, krijgt de patiënt de beste zorg, zonder daarvoor tussen verschillende ziekenhuizen te pendelen. Dat is voor de patiënt natuurlijk veel minder intensief. Maar daarnaast helpt het om specialistische kennis laagdrempelig met artsen in het netwerk te delen en kwalitatief hoog te houden. ”
Je bent vorig jaar benoemd tot hoogleraar renale auto-immuunziekten (gericht op nieren) en geeft binnenkort je oratie, een inwijdingstoespraak. Wat is de belangrijkste boodschap die je wilt meegeven?
“Ik ben veel bezig met het verbeteren van behandelstrategieën voor patiënten met renale auto-immuunziekten. Dit doe ik aan de ene kant samen met collega’s in onderzoek naar nieuwe behandelingen. Maar al die innovatieve behandelingen moet je uiteindelijk wel bij de patiënt krijgen. Daarvoor is samenwerking zowel binnen als buiten de ziekenhuismuren essentieel. Maar moeten we ook medisch studenten en artsen in opleiding hierin onderwijzen. Vaak wordt gedacht dat samenwerking vanzelfsprekend is, maar dat is het niet. Het vraagt om muren te zien als glazen deuren. Dus naast het onderzoek, zet ik mij daar als hoogleraar met veel passie voor in.”
De oratie van professor Onno Teng ‘Renale auto-immuunziekten: schaamteloos samenwerken’ is op 19 januari live te volgen via deze link.