Stamceldonatie voor kinderen met ernstige bloed- of afweerziekten – informatie voor broers en zussen (minderjarigen)
Deze informatie is opgesteld door het WAKZ.
Je krijgt deze folder omdat jij mogelijk stamcellen zou kunnen doneren voor je zieke broer of zus. Voor je ouders is er een aparte folder.
Wanneer kun je donor worden?
Om donor te kunnen worden moet je het allereerst zelf willen. Daarnaast moeten de cellen goed passen en moet jij zelf gezond zijn.
- Wil je donor zijn? Je hoeft alleen stamcellen te doneren als je dat zelf graag wilt en als je ouders het ermee eens zijn. Ook zullen de dokters aan de kinderrechter vragen of die het goed vindt dat jij stamcellen gaat doneren. Uiteindelijk zal jij zelf ook een keer praten met iemand (de kinderpsycholoog) die aan jou vraagt of je het zelf ook echt graag wilt.
- Passen de cellen goed? Er kan gekeken worden naar hoe de cellen van je broer of zus er aan de buitenkant uit zien en hoe jouw cellen eruit zien. Dit wordt weefseltypering of HLA-typering genoemd. Als jouw cellen goed passen bij die van je zieke broer of zus, zou je stamceldonor kunnen worden.
- Ben je zelf gezond? Je kunt alleen bloedstamcellen doneren als je zelf gezond bent. Een kinderarts in Leiden zal jou onderzoeken om te kijken of je gezond genoeg bent om bloedstamcellen te 2 doneren. Dat noemen we de keuring. Bij de keuring wordt aan jou of aan je ouders gevraagd of je wel eens ziek bent geweest. De kinderarts zal je nakijken en ook zal er bloed worden afgenomen om te onderzoeken of je helemaal gezond bent..
Hoe gaat een stamceldonatie in zijn werk?
De bloedstamcellen zitten in het beenmerg. Als je stamcellen gaat doneren, brengen de dokters je eerst in slaap (algehele narcose), zodat je er niks van merkt als de stamcellen uit je beenmerg worden gehaald. De dokters prikken terwijl je slaapt met een dikke naald in het bot van je bekken, net boven je billen. In dit bot zit veel beenmerg. Daar halen ze dan de bloedstamcellen uit. Je houdt altijd meer dan genoeg bloedstamcellen over om zelf goede bloedcellen en afweercellen te blijven maken. Na de donatie kun je soms een beetje spierpijn hebben op de plek waar geprikt is, of een gevoel alsof er een blauwe plek zit. Dit gevoel gaat vanzelf weer weg. Je kunt je ook een beetje moe voelen in de eerste dagen erna, omdat je lichaam zelf weer wat nieuw bloed moet aanmaken.
Gebaseerd op voorlichtingsmateriaal van de afdeling Hematologie van het LUMC en van Matchis, het Nederlands centrum voor stamceldonoren. Zie ook www.matchis.nl