Blaasspoelingen met chemotherapie
Door de verpleging poli Urologie.
Wat is Blaasspoelingen met chemotherapie?
Blaastumoren en blaasspoelingen
Bij u zijn 1 of meerdere tumoren uit uw blaas verwijderd. Het zijn kwaadaardige gezwellen, die
niet verder zijn gegroeid dan in het slijmvlies van de blaas. Bij meer dan de helft van de
patiënten komen de tumoren terug. Soms zijn deze tumoren kwaadaardiger en groeien ze
door het slijmvlies heen in de blaasspier. Om de kans op terugkeer van de tumoren kleiner te
maken, krijgt u een behandeling met blaasspoelingen met daarin een chemotherapieoplossing.
Waarom doen we dit onderzoek/deze behandeling?
Blaasspoeling met chemotherapie
Mitomycine of Epirubicine zijn in het LUMC de chemotherapiemedicijnen die gebruikt worden bij tumoren in de blaas. Deze medicijnen hebben een celdodend effect op de tumoren. Omdat u het medicijn via een blaasspoeling krijgt, geeft het medicijn geen klachten als maag- en darmstoornissen, haaruitval of afwijkingen van de bloedcellen. Een blaasspoeling is niet pijnlijk.
Hoeveel behandelingen
- U krijgt een startschema met spoelingen. Dat betekent dat u 4 weken 1 keer per week een spoeling krijgt. Daarna 2x maandelijks ( zie schema achterin deze folder).
- Hierna volgt een cystoscopie.
- De uroloog bepaalt steeds hoeveel blaasspoelingen u nodig heeft.
Waar krijgt u de blaasspoelingen
U krijgt de spoelingen op de polikliniek Urologie in het LUMC op route 586, J-3-P
Hoe kunt u zich voorbereiden?
Welke voorbereiding is nodig?
Heeft u bloed of bloedstolsels in de urine of klachten die voelen als een blaasontsteking? Neem dan contact op met de verpleegkundige van de poli Urologie. In overleg met de Uroloog wordt er bepaald of de spoeling door kan gaan.
Op de dag van de blaasspoeling
- Voor de spoeling dient u uitgeplast te hebben.
- Zorg dat u 2 uur vóór de blaasspoeling tot 2 uur na de blaasspoeling niet drinkt.
Zo voorkomt u dat u de spoeling te snel uit plast.
- Plas tabletten mag u op de dag van de spoeling pas na de spoeling innemen.
Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?
Hoe gaat de blaasspoeling
- In de behandelkamer doet u uw kleding van uw onderlichaam omlaag. U neemt plaats op de onderzoektafel.
- De verpleegkundige maakt uw geslachtsdelen schoon met water. Dan brengt de verpleegkundige via uw plasbuis een dun slangetje (katheter) in uw blaas. Hierdoor wordt ongeveer 50ml medicatie-oplossing in uw blaas gebracht.
- De katheter wordt verwijderd. U kunt zich weer aankleden en daarna mag u naar huis. U kunt gewoon autorijden.
- Het is de bedoeling dat de spoeling 2 uur in de blaas blijft. Daarna plast u de spoeling uit. De spoeling langer dan 2 uur in de blaas houden kan problemen geven.
- Als u eerder dringend moet plassen is dat niet erg. Geef het de volgende keer wel door, dan kan de verpleegkundige u adviezen geven.
Waar moet u op letten direct na het onderzoek / de behandeling?
Wat doet u na de blaasspoeling
- De urine moet de eerste 48 uur als besmet behandeld worden.
- Zowel mannen als vrouwen moeten zittend plassen.
- Na het plassen doet u de deksel van het toilet dicht en spoelt u het toilet 2 keer door.
- Was na het plassen goed uw geslachtsdelen met water. Bij een vrouw kan dit eventueel met een kan water op het toilet.
- Was hierna goed uw handen met water en zeep.
- Heeft u wat urine gemorst? Maak dit dan schoon met een licht alkalisch schoonmaakmiddel (PH-neutrale zeep bv met groene zeep). Niet met chloor!
- Maak elke dag het toilet schoon met een licht alkalisch schoonmaakmiddel.
- Vermijd tot en met 48 uur na de spoeling huidcontact met de urine of de blaasspoeling. Komt uw huid toch in contact hiermee? Spoel dan uw huid met veel water en was de huid met zeep.
- Heeft u urine of blaasspoeling op uw kleding of linnengoed gekregen? Dan wast u de kleding of linnengoed apart in de wasmachine met een koud voorwasprogramma. Daarna kan de kleding en het linnengoed normaal gewassen worden samen met uw andere was.
- Op de dag van de spoeling en de dag erna is het beter dat u geen geslachtsgemeenschap seks) heeft, tenzij u een condoom gebruikt.
- Vanaf 2 uur na de blaasspoeling mag u weer drinken. Het advies is om na de blaasspoeling op die dag 1,5 liter te drinken.
Wat zijn de risico's, bijwerkingen of complicaties?
Soms zijn er bijwerkingen zoals:
- Vaker aandrang, kleine beetjes plassen en pijn bij het plassen (meestal vanaf de 3e spoeling).
- Griepachtige verschijnselen, met eventueel koorts tot 38,5˚C deze duren meestal 24 - 48
uur. U kunt dan paracetamol (2 tabletten van 500 mg) innemen.
De klachten verdwijnen in het algemeen na 1 of 2 dagen. Extra water
drinken helpt om de klachten te verminderen.
- Huiduitslag, dit kan een allergische reactie zijn.
- Moe zijn.
- Bloedplassen of bloedstolsels bij het plassen.
- Deze klachten kunnen toenemen als u al meer blaasspoelingen heeft gehad.
Natuurlijk kan het voorkomen dat u bijwerkingen heeft die hier niet genoemd worden of u
maakt zich zorgen. Wij verzoeken u deze klachten te benoemen aan de verpleegkundige bij uw volgende bezoek aan de polikliniek. Bij koorts (38.5) of huiduitslag vragen wij u om het ziekenhuis te bellen, polikliniek Urologie 071-5262304 (buitenkantooruren wordt u automatisch doorgeschakeld naar de SEH).
Waar moet u op letten na uw onderzoek/behandeling?
Controle
Om het resultaat van de blaasspoeling te controleren heeft u een aantal weken na de eerste
serie blaasspoelingen een cystoscopie (blaasonderzoek). Hierna wordt dit blaasonderzoek met regelmaat herhaald. Het kan voorkomen dat de dokter tijdens dit onderzoek indicatie ziet om opnieuw stukjes weefsel
uit de blaas te nemen op de OK (TUR-T en/of biopten).
Daarnaast zal uw urine regelmatig worden gecontroleerd kwaadaardige cellen.
Tip: Voor een informatie film over de blaasspoelingen kunt u kijken op allesoverurologie.nl
Blaasspoeling – spoelschema Mitomycine/ Epirubicine
TUR-blaas | X |
MMC (<24 u) | X |
Inductieschema | |
Week 1 MMC 1 | |
Week 2 MMC2 | |
Week 3 MMC 3 | |
Week 4 MMC 4 | |
Maand 2 MMC 5 | |
Maand 3 MMC 6 | |
Eind maand 3 scopie 1 | |
Maand 4 MMC 7 | |
Maand 5 MMC 8 | |
Maand 6 MMC 9 | |
Eind maand 6 scopie 2 | |
NB spoelingen vanaf de 6e maand alleen op indicatie. | |
Maand 7 MMC 10 | |
Maand 8 MMC 11 | |
Maand 9 MMC 12 | |
Eind maand 9 scopie 3 | |
Maand 10 MMC 13 | |
Maand 11 MMC 14 | |
Maand 12 MMC 15 | |
Eind maand 12 scopie 4 |
Dit schema is een indicatie en kan afwijken van het schema wat u moet doorlopen, dit bespreekt u met uw Uroloog.