Patiëntenfolder

Vallen - Voorkomen is beter dan genezen

Doordat u minder mobiel bent, is het risico om te vallen groter. Valongelukken kunnen gepaard gaan met schaafwonden, bloedingen, botbreuken en zelfs operaties. Het beste is om vallen te voorkomen. In deze folder informeren wij u over maatregelen die u zelf kunt nemen. 

Afdeling Spoedeisende hulp van het LUMC

Dit kunt u zelf doen

Geef door aan uw familieleden, huisarts en eventuele verzorgenden als u al eens eerder bent gevallen of onstabiel ter been bent. Houd daarnaast rekening met de volgende zaken: 

Schoenen en pantoffels

  • Gebruik schoenen en pantoffels met een antislipzool; loopt nooit op sokken. 
  • Draag geen slippers of klompmodel. Een hak onder de schoen raden wij af. 
  • Gebruik een schoenlepel. U hoeft dan minder naar voren te buigen om uw schoen aan te krijgen. Dat kan   duizeligheid en vallen helpen voorkomen. 
  • Voorkom zoveel mogelijk te lopen op gladde, natte vloeren. 

Hulpmiddelen

  • Draag altijd uw bril en/of hoorapparaat indien u deze heeft, om optimaal contact te houden met uw omgeving. 
  • Gaat u van huis: Neem uw eigen loop- en/of andere hulpmiddelen mee. 
  • Sta niet te snel op als u in bed heeft gelegen of opstaat uit een stoel. Dit kan duizeligheid voorkomen waardoor u zou kunnen vallen. 

Bed en omgeving

Om valongelukken te beperken adviseren wij   u het volgende:

  • Laat uw bed laag staan. 
  • Zorg dat u makkelijk bij een lichtknopje kunt. 
  • Berg altijd uw spullen zodat u er niet over kunt struikelen. 
  • Vermijd obstakels in de looproute: meubilair, drempels, schoenen, nachtkastje etc. 
  • Zoek steun langs de muren, handgrepen in toilet (als die er zijn) en eventueel uw rollator of stok. 
  • Bij gebruik van slaapmiddelen: neem uw tablet in als u in bed ligt, ga na inname niet meer lopen.

Tot slot

  • Geef aan uw huisarts aan als u meer last van duizeligheid of valneigingen krijgt. Of als u onverhoopt gevallen bent. 
  • Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, stel deze gerust aan de medewerkers op de SEH of overleg met uw huisarts, de POH of een ergo,- of fysiotherapeut.