Schouderluxatie
Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Spoedeisende Hulp.
Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?
Behandeling
Eerst wordt er een röntgenfoto gemaakt om te kijken of de schouder uit de kom is en of er eventueel botbreuken zijn. Daarna zal de arts de schouder weer in de kom proberen te krijgen. Afhankelijk van de situatie kan de arts u een prik geven en/of in een lichte slaap brengen.
Nadat de arm in de kom is teruggeplaatst vermindert de pijn. Na de terugplaatsing wordt weer een röntgenfoto gemaakt om de stand van de schouder te controleren.
Waar moet u op letten direct na het onderzoek / de behandeling?
Na de behandeling
Door de luxatie zijn de banden rond het schoudergewricht opgerekt en de weke delen beschadigd. Om de banden te laten genezen is rust nodig. U gaat naar huis vanaf de Spoedeisende Hulp met een mitella, zodat uw schouder rust krijgt. Draag de mitella overdag. ’s Nachts hoeft u geen mitella te dragen, maar laat u de arm tegen het lichaam rusten met daaroverheen een strak shirt (of u doet de arm met mitella onder het shirt). Voor het douchen mag de mitella even af, maar zorg er dan wel voor dat u de arm tegen het lichaam houdt. U mag de eerste weken absoluut niet de arm naar buiten draaien en omhoogsteken (iets uit een kastje pakken).
Het is goed om in de mitella de vingers goed te blijven bewegen en minimaal een paar keer per dag een vuist te maken. Vooral de eerste week heeft de schouder voldoende rust nodig.
Om de genezing te stimuleren en eventuele pijn te voorkomen, krijgt u soms voor een aantal dagen pijnstillers voorgeschreven. Wij raden u aan deze pijnstillers ook daadwerkelijk in te nemen.
Wat zijn de risico's, bijwerkingen of complicaties?
Bij abnormale zwelling van de hand en of onderarm, huidverkleuring of toename van de pijn neemt u contact op met de poli chirurgie of de Spoedeisende Hulp.
Soms komt het voor dat de banden om de schouder niet goed of onvoldoende genezen en de schouder opnieuw uit de kom schiet. Als dit vaker voorkomt, kan een operatie overwogen worden. Bespreek dit met uw arts. Soms kan er (tijdelijk) een doof gevoel ontstaan op de bovenarm.
Welke specifieke nazorg kunnen wij bieden?
Voor verder controle en behandeling krijgt u een vervolgafspraak mee. U moet er rekening mee houden dat u ook na een herstelperiode van zes weken nog een tijd nodig heeft voordat u de schouder weer goed kan gebruiken voor krachtinspanningen.
Contact bij problemen na uw onderzoek/behandeling
Wanneer u nog vragen heeft over de behandeling, kunt u contact gedurende kantooruren (maandag tot en met vrijdag van 8.00 en 16.30 uur) opnemen met de gipskamer, telefoonnummer: 071-5263038.
Buiten kantooruren kunt u voor spoedgevallen contact opnemen met de Spoedeisende hulp, via 071-5262025.