CSA Onderzoek
Deze periode waarin al veranderingen en klachten aanwezig zijn, vormt de vroegste periode van de ziekte. Het liefst zouden we RA al willen ontdekken in deze periode, omdat het ziektebeloop gunstiger is als de behandeling vroeg begint. Ook willen we leren wat er in deze vroegste fase precies gebeurt. Daarom is in april 2012 het Clinically Suspect Arthralgia (CSA)-onderzoek van start gegaan.
In het CSA-onderzoek worden patiënten onderzocht die zich mogelijk in de vroegste ziekteperiode van RA bevinden. Omdat niet goed bekend is wie zich in deze periode bevinden, onderzoeken we mensen met ‘klinisch verdachte gewrichtspijn’ (Clinically Suspect Arthralgia). Dit zijn mensen zonder gewrichtszwelling, maar met gewrichtspijn waarvan de reumatoloog de aard van de pijn verdacht vindt om RA te ontwikkelen. Deze patiënten worden door de reumatoloog een periode in de gaten gehouden op het daadwerkelijk ontwikkelen van gewrichtsontsteking of RA, zodat -als dit gebeurt- tijdig met reuma medicatie kan worden gestart. Aan de CSA patiënten wordt gevraagd of ze zolang ze op de polikliniek onder controle zijn, ook aan het CSA onderzoek willen meedoen. Dit betekent dat een patient na het bezoek aan de reumatoloog ook wordt gezien door een onderzoeksverpleegkundige die gegevens verzamelt over de klachten. Ook wordt er extra bloed afgenomen en een MRI-scan van een hand en voet gemaakt. Met de MRI kunnen we heel nauwkeurig binnenin het gewricht kijken en ontstekingen zien die aan de buitenkant (nog) niet te zien zijn. De onderzoeksgegevens worden onder code bewaard.
Het CSA onderzoek loopt zolang patiënten onder controle zijn en maximaal twee jaar. Als er een zwelling van één of meerdere gewrichten ontstaat, is het CSA-onderzoek afgelopen. De patiënt heeft dan een zichtbare gewrichtsontsteking (artritis) ontwikkeld en de eerste gewrichtsklachten waren in dit geval inderdaad een eerste vroege ziekte-uiting. De reumatoloog zal dan een behandeling voorstellen zoals dat gebruikelijk is in patiënten met nieuwe artritis of nieuwe RA. Uiteindelijk hopen we met dit onderzoek op basis van het klachtenpatroon, de MRI-bevindingen en het bloedonderzoek te kunnen voorspellen welke patiënten met ‘klinisch verdachte gewrichtspijn' later RA krijgen.