Radiumbehandeling
Deze informatie is opgesteld door de afdeling Radiologie - Nucleaire Geneeskunde.
Wat is Radiumbehandeling?
Een radiumbehandeling vindt plaats bij patiënten met prostaatkanker met daarbij uitzaaiingen in de botten. Deze uitzaaiingen worden ook wel botmetastasen, botuitzaaiingen of skeletmetastasen genoemd. Bij de behandeling wordt via een infuus radioactief radium (radium-223) toegediend. Deze stof wordt ingebouwd/opgenomen in de botten, vooral op de plekken waar de botmetastasen zitten. Daar geeft het radium zijn straling af, waardoor de tumorcellen doodgaan. Omdat de straling van het radium maar een kleine afstand kan afleggen, veroorzaakt deze bijna geen schade aan de rest van het lichaam.
Helaas geneest de ziekte niet met deze behandeling. Wel verminderen de botuitzaaiingen en remt het de ziekte. De behandeling verlengt het leven van patiënten gemiddeld met ruim 3 maanden. Ook vermindert het de kans op erge schade aan de botten als gevolg van de botmetastasen, zoals botbreuken. Daarnaast verbetert de kwaliteit van leven door de radiumbehandeling. Bij een deel van de patiënten kan pijn in de botten na enkele dagen tot weken verminderen.
Niet iedereen komt in aanmerking voor de behandeling. Omdat de behandeling alleen effect heeft op de botmetastasen, heeft deze behandeling geen zin voor patiënten met grote uitzaaiingen in de lymfeklieren of in andere organen. Ook is het belangrijk dat patiënten in goede conditie zijn. Over het algemeen krijgt u maximaal 6 kuren in 6 maanden tijd.
Hoe kunt u zich voorbereiden?
Kleding
Het is voor u en voor onze medewerkers prettig wanneer u kleding aan hebt waarin u zich makkelijk kunt bewegen en die u makkelijk aan en uit kunt trekken.
Medicijnen
Sommige medicijnen zijn van invloed op de behandeling. Neem daarom een recente lijst (maximaal 14 dagen oud) mee met de medicijnen die u slikt. Weet u niet precies wat u gebruikt? Dan kunt u een medicijnenlijst bij uw apotheek ophalen. In overleg met uw behandelend arts wordt besloten of u (tijdelijk) moet stoppen met uw medicijnen.
Onderstaande geneesmiddelen hebben mogelijk invloed op de botten en de behandeling met radium. Overleg met uw behandelend arts of u voorafgaand aan de radiumbehandeling deze medicijnen kunt gebruiken.
Abirateron (Zytiga) + prednison/prednisolon
Pamidroninezuur (APD) via een infuus
Zoledroninezuur (Zometa) via een infuus
Didrokittabletten
Fosamaxtabletten
Denosumabinjecties
Vitamine D-tabletten
Calciumtabletten
Fosfaattabletten
Eten en drinken
U mag voor dit onderzoek gewoon eten en drinken, tenzij anders aangegeven door uw behandelend arts.
Wat moet u meenemen?
Neem een geldig paspoort, ID-kaart of rijbewijs mee. En denk ook aan het pasje van uw ziektekostenverzekering.
Meld bijzonderheden vooraf
Laat het ons weten wanneer u een lichamelijke beperking of handicap hebt of wanneer u lastig te prikken bent. Zo kunnen we als het nodig is extra tijd inplannen voor uw onderzoek.
Bent u verhinderd?
Laat het ons op tijd weten wanneer de afspraak niet kan doorgaan. Voor de behandeling moet het radioactieve materiaal speciaal besteld worden. Wij kunnen dan de bestelling afzeggen, zodat we geen onnodige kosten maken. Ook kunnen we dan een andere patiënt in uw plaats helpen.
Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?
De dag van de behandeling
Waar moet u zich melden?
Voordat u naar uw afspraak gaat, meldt u zich eenvoudig aan via de aanmeldzuilen in de centrale hal. Bij aankomst op de afdeling Nucleaire Geneeskunde dient u zich nogmaals te melden bij de aanmeldzuil. Op het scherm van de aanmeldzuil wordt getoond in welke wachtruimte u mag plaatsnemen. Wanneer u bent opgenomen in het ziekenhuis, regelt de verpleegafdeling uw vervoer.
De behandeling
Het behandeltraject bestaat uit maximaal 6 injecties met radium, met tussen de toedieningen steeds minimaal 4 en maximaal 8 weken pauze. De behandeling is poliklinisch en de injecties worden het liefst volgens een van tevoren vastgesteld schema gegeven.
Voordat we de behandeling inplannen, spreekt u op de polikliniek de nucleair geneeskundige die u behandelt. Deze arts het behandelplan met u bespreken.
Het is belangrijk dat uw lichaam is hersteld van eerdere behandelingen die invloed kunnen hebben op de botten en het beenmerg. In de 6 weken voor een radiumbehandeling mag u geen chemotherapie of uitgebreide bestraling op een groot deel van uw lichaam gehad hebben. Het is daarom belangrijk dat u bij het intakegesprek meldt of u de afgelopen maanden chemotherapie, radiotherapie (bestraling) of een andere behandeling met radioactieve stoffen zoals samarium of rhenium hebt gehad. Een gerichte bestraling op één of enkele pijnlijke botten voorafgaand aan de radiumbehandeling is geen bezwaar.
Om de kans op bijwerkingen te verminderen zal de nucleair geneeskundige vragen naar andere ziekten, behandelingen of klachten die u hebt (gehad). Het is belangrijk dat u meldt of u last hebt van moeizame of vertraagde stoelgang (obstipatie) of diarree, omdat het radium via de ontlasting het lichaam weer verlaat.
Ongeveer een week voor elke toediening van radium zal bloed afgenomen worden ter controle. De bloedwaarden bepalen mede of de geplande behandeling door kan gaan.
U hebt voor elke behandeling een afspraak met de behandelend nucleair geneeskundige. Deze arts bespreekt uw gezondheid en de uitslagen van onderzoeken met u. Bij dit gesprek kunt u ook vragen stellen over de behandeling. Als alle uitslagen goed zijn, kan daarna meteen de behandeling volgen.
Voor de behandeling krijgt u de radioactieve radium toegediend. Dit gaat via een infuus in de arm. Dit duurt maar een paar minuten. Na de behandeling halen we het infuus uit uw arm. Direct na de toediening van radium mag u weer naar huis. U kunt daarna uw dag normaal vervolgen. De behandeling heeft geen invloed op de rijvaardigheid.
Duur van de behandeling
- De behandeling duurt per keer ongeveer 30 minuten.
- Na de (maximaal) 6 radiumbehandelingen sluit de nucleair geneeskundige de begeleiding af. Uw behandelend arts zal u vanaf dan verder begeleiden.
Wat zijn de risico's, bijwerkingen of complicaties?
De behandeling is niet gevaarlijk voor u en uw omgeving. De straling die het radium uitzendt, komt niet of nauwelijks buiten het lichaam en bereikt de mensen om u heen niet. U hoeft geen afstand te houden, ook niet van jonge kinderen of zwangere vrouwen.
In de eerste week na de toediening zit het radium voor een deel wel in uw bloed en ontlasting. Een klein beetje zit in de urine. Slechte toilethygiëne of incontinentie kunnen ervoor zorgen dat anderen in uw omgeving wel besmet worden. Daarom krijgt u een aantal leefregels mee voor hygiëne en veiligheid. Zie ook het kopje ‘Leefregels’ in deze patiëntenfolder.
Hoewel u niets voelt van de straling, kunt u wel tijdelijke effecten merken, bijvoorbeeld diarree, misselijkheid, overgeven, rode huid, pijn, zwelling op de plek van de injectie. Deze bijwerkingen trekken meestal snel weg. In de eerste dagen na de behandeling kunnen pijnklachten tijdelijk toenemen. Of u kunt pijn krijgen, terwijl u dat eerst niet had. Hiervoor kunt u extra pijnstilling gebruiken.
Een andere bijwerking is dat het aantal bloedplaatjes, witte en rode bloedcellen kunnen gaan dalen. De bloedplaatjes zijn belangrijk voor goede stolling van het bloed. Witte bloedcellen zijn belangrijk voor de afweer in uw lichaam en rode bloedcellen voor het zuurstoftransport. Vermoeidheid, bloedarmoede, verhoogde gevoeligheid voor infecties of neiging tot bloedingen kunnen hierdoor ontstaan.
Voor de behandeling meten we de waarden van deze cellen in uw bloed. Zijn uw bloedwaarden te laag voor het begin van de radiumbehandeling, dan stellen we de behandeling uit of zetten hem stop.
Waar moet u op letten na uw onderzoek/behandeling?
Leefregels
Volg 7 dagen na de toediening van de radium onderstaande leefregels. Zo beschermt u uzelf en de mensen om u heen tegen ongewenste gevolgen van de radiumstraling.
Toiletgebruik
Het deel van de radioactieve stof dat niet wordt opgenomen in de botmetastasen, verlaat het lichaam vooral via de ontlasting. Een klein gedeelte verlaat het lichaam ook via de urine.
- Hebt u meerdere toiletten tot uw beschikking, gebruik dan telkens hetzelfde toilet. En gebruik deze toilet dan alleen voor uzelf.
- Plas zittend (ook als u man bent).
- Gebruik altijd toiletpapier, ook als u alleen hoeft te plassen.
- Spoel het toilet 2 keer door na elk gebruik.
- Was uw handen na het toiletbezoek. Het liefst op het toilet zelf, zodat deurknoppen en dergelijke zo schoon mogelijk blijven.
- Veeg urine die naast het toilet of op de toiletbril terecht is gekomen op met droog toiletpapier of een tissue. Spoel deze daarna door het toilet. Draag hierbij (wegwerp)handschoenen.
- Maak 1 keer per dag het toilet goed schoon. Draag hierbij (wegwerp)handschoenen.
Kleine bloeding
Het deel van de radioactieve stof dat niet wordt opgenomen, zit ook in uw bloed. Wanneer u zich hebt gesneden, moet u bloed goed wegspoelen met water.
Seksualiteit
Tijdens de behandelperiode met radium kunt u gewoon seksueel contact hebben. Vanwege het mogelijke effect van de straling op het sperma moet u in de eerste 6 maanden na de behandeling wel voorkomen dat u een zwangerschap veroorzaakt. Gebruik in die tijd dus een betrouwbaar voorbehoedsmiddel, als dat van toepassing is.
Kleding
Als de besmetting op uw kleding terechtgekomen is, dan moet u deze zo snel mogelijk apart wassen in een wasmachine. Gebruik (wegwerp)handschoenen om de kleding aan te pakken.
Het opruimen van besmettingen
Zijn het toilet, de vloer of andere voorwerpen besmet geraakt, dan kunt u deze het beste met een droge tissue of toiletpapier afvegen. Draag hierbij (wegwerp)handschoenen.
Incontinentie en stoma
Als u incontinent bent voor urine of ontlasting, wilt u dan van tevoren met ons contact opnemen? Als u ernstig incontinent bent voor urine is het mogelijk dat u tijdelijk een katheter in de blaas krijgt voor elke radiumtoediening. Als u al een katheter hebt, adviseren we dagelijks uw katheter(zak) te vervangen. Gebruik hierbij wegwerphandschoenen.
Heeft u een stoma dan moet u gedurende 7 dagen na de behandeling handschoenen gebruiken bij het stomazakje. Het stomazakje en alle gebruikte materialen moeten direct weggegooid worden in een afgesloten zak. Dit mag bij het gewone afval.
Afval
Alle gebruikte wegwerphandschoenen, tissues en mogelijk ander besmet afval, mag met het normale huisvuil worden afgevoerd. Let u er daarbij op dat de vuilniszak goed dichtgeknoopt is.
Andere medische zorg
In de eerste 7 dagen na elke behandeling met radium moeten medewerkers in de zorg weten dat u een behandeling met een radioactieve stof hebt gehad. Meld dit dus aan de medewerkers als er een andere behandeling of een ander onderzoek moet plaatsvinden. Zij kunnen dan contact opnemen met de receptie van Nucleaire Geneeskunde. Een bloedafname kan op de normale manier plaatsvinden.
Contact bij problemen na uw onderzoek/behandeling
Er zijn ook bijwerkingen waarbij het belangrijk is dat u contact opneemt met uw behandelend arts. Dat is het geval:
- Bij ongewone bloeduitstortingen;
- Als u meer bloedt dan normaal na een verwonding;
- Bij koorts boven de 38,5 graden;
- Bij ernstige toename van pijn in de botten;
- Bij pijn, zwelling of gevoelloosheid van de kaak;
- Bij het gevoel dat tanden loszitten.
Contactgegevens van de betrokken poliklinieken
Wist u dat?
Uw mening over de afdeling Radiologie kunt u geven via: Deel uw ervaring
Heeft u nog vragen?
Als u vragen hebt, kunt u contact opnemen met Radiologie - Nucleaire Geneeskunde. Dat kan op werkdagen tussen 8.30-10.30 uur en 13.30-15.30 uur via telefoonnummer 071-526 34 80 of per e-mail via nuge_receptie@lumc.nl. Zie ook: website Radiologie
Handige links
Meer informatie
Op de website van de Nederlandse Vereniging voor Nucleaire Geneeskunde: www.nvng.nl vindt u meer informatie over Nucleaire Geneeskunde.