Embolisatie uterus myomatosus
Deze informatie is opgesteld door de afdeling Radiologie.
Wat is Embolisatie uterus myomatosus?
Een uterus myomatosus-embolisatie is een procedure waarbij de bloedvaten die de myomen (vleesbomen) in de baarmoeder (uterus) van bloed voorzien, dichtgemaakt worden. Als de myomen geen klachten veroorzaken, hoeven ze niet behandeld te worden. Wanneer ze wel klachten veroorzaken en medicijnen niet helpen, is er de mogelijkheid tot uterus myomatosus-embolisatie. Het doel is om de myomen te laten afsterven of kleiner te maken door de bloedvoorziening te blokkeren. Dit doen we op een manier die zo weinig ingrijpend mogelijk is.
Hoe kunt u zich voorbereiden?
Sedatie
De procedure vindt over het algemeen plaats onder sedatie (diepe slaap). U krijgt een uitnodiging van de polikliniek van de Interventieradiologie om u hierop voor te bereiden. Soms wordt de procedure uitgevoerd onder narcose (bij patiënten jonger dan 18 jaar). In dat geval moet u voor de voorbereiding naar de Anesthesiepoli. Van uw arts krijgt u hier meer informatie over.
Kleding
Het is voor u en voor onze medewerkers prettig wanneer u kleding aan hebt waarin u zich makkelijk kunt bewegen en die u makkelijk aan en uit kunt trekken.
Opname
Voor deze ingreep wordt u opgenomen op een verpleegafdeling. U blijft na de behandeling nog minimaal 1 nacht op deze verpleegafdeling. Kijk hier hoe u zich kunt voorbereiden.
Medicijnen
Over het algemeen kunt u uw medicijnen op de gebruikelijke manier en tijd innemen. Kan dat niet, dan hoort u dit van tevoren van uw behandelend arts. Neem in ieder geval een lijst mee met de medicijnen die u slikt. Weet u niet precies wat u gebruikt? Dan kunt u een medicijnenlijst bij uw apotheek ophalen.
Let op: meld het als u bloedverdunners gebruikt of recent gebruikt hebt. Ook wanneer u een stollingsziekte hebt, moet u dit altijd van tevoren doorgeven aan uw behandelend arts.
Eten en drinken
In principe krijgt u voor deze behandeling sedatie. Daarom mag u 6 uur voor de behandeling niet eten. Tenzij anders met u is afgesproken mag u tot 2 uur voor de ingreep heldere vloeistoffen drinken, dit is appelsap, water, thee (zonder melk) of aanmaaklimonade. Hiermee kunt u ook uw eventuele medicijnen innemen.
Wat moet u meenemen?
Neem een geldig paspoort, ID-kaart of rijbewijs mee. En denk ook aan het pasje van uw ziektekostenverzekering.
Meld bijzonderheden vooraf
Laat het ons weten wanneer u een lichamelijke beperking of handicap hebt. Zo kunnen we als het nodig is extra tijd inplannen voor uw onderzoek.
Bent u zwanger?
Bent u zwanger of denkt u zwanger te zijn? Neem dan contact op met uw behandelend arts en meld het voorafgaand aan het onderzoek bij de afdeling Radiologie.
Bent u verhinderd?
Laat het ons op tijd weten wanneer de afspraak niet kan doorgaan. Wij kunnen dan een andere patiënt in uw plaats helpen.
Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?
De dag van de procedure
Waar moet u zich melden?
Voordat u naar uw afspraak gaat, meldt u zich eenvoudig aan via de aanmeldzuilen in de centrale hal. Bij aankomst op de verpleegafdeling dient u zich nogmaals te melden bij de aanmeldzuil. Op het scherm van de aanmeldzuil wordt getoond in welke wachtruimte u mag plaatsnemen.
Voorbereiding op de verpleegafdeling
Een van onze verpleegkundigen ontvangt u op de verpleegafdeling en wijst u uw bed en legt u uit wat er gaat gebeuren. Natuurlijk kunt u altijd bij de verpleegkundigen terecht met uw vragen. Op de verpleegafdeling krijgt u een infuus en een operatiejasje aan. Ook neemt de verpleegkundige bloed af als dat nodig is. Op de verpleegafdeling krijgt u via het infuus antibiotica toegediend. Daarna wordt u naar de afdeling Interventie Radiologie gebracht.
De procedure
Wanneer u op de afdeling Interventie Radiologie komt, haalt een medewerker (de radiodiagnostisch laborant) uit het behandelteam u op. U neemt plaats op de onderzoekstafel, waarbij de laborant ervoor zorgt dat u zo comfortabel mogelijk ligt.
Na het uitvoeren van een veiligheidscontrole, krijgt u sedatie via een infuusnaaldje. Het slaapmiddel verlaagt uw bewustzijn. Omdat dit slaapmiddel snel en kort werkt, geven we tijdens het onderzoek continu kleine beetjes van het slaapmiddel bij. Naast het slaapmiddel krijgt u ook pijnstillende medicijnen. Bij sedatie blijft u zelf ademhalen, maar u kunt in een diepere slaap terechtkomen. Daarom worden uw hartslag, bloeddruk, ademhaling en zuurstofgehalte gecontroleerd. Als u eenmaal in slaap bent wordt er voor de start van de procedure een blaaskatheter bij u ingebracht. Deze wordt later op de verpleegafdeling verwijderd.
Een interventieradioloog voert de uterus-embolisatie uit. Na plaatselijke verdoving van de huid wordt een slangetje (katheter) via de liesslagader naar de slagader van de baarmoeder geleid. Dit kan via één of via beide liesslagaders. In de baarmoederslagader worden kleine plastic of gelatinekorreltjes in het bloedvat gespoten. Hierdoor stopt de bloedtoevoer naar de vleesboom en zal deze verschrompelen. Kenmerkend voor deze behandeling is dat alle aanwezige vleesbomen in één keer geëmboliseerd worden door beide zijden van de baarmoeder te behandelen.
Wanneer de behandeling voorbij is, haalt de interventieradioloog de katheter uit het bloedvat. De prikplaats in het bloedvat kan op 2 manieren worden dichtgemaakt. De interventieradioloog zal beslissen wat voor u de beste manier is. In de meeste gevallen wordt het gaatje in het bloedvat van de lies door de arts dichtgemaakt met een soort plugje (een ‘closure device’). Op de prikopening komt een pleister en het team helpt u naar uw bed. Met een closure device is het belangrijk dat u 2 uur plat in bed blijft liggen.
De tweede manier is dat er 15 minuten stevig op het prikgaatje wordt gedrukt om de prikplek dicht te laten stollen. Daarna wordt een drukverband aangebracht. Het team helpt u hierna naar uw bed en u moet 4 uur lang plat blijven liggen. Na de procedure brengen de medewerkers van de anesthesie u naar de uitslaapkamer. Wanneer u weer helemaal wakker bent, gaat u terug naar de verpleegafdeling.
Duur van de procedure
De gemiddelde duur van de procedure is 75 minuten.
Waar moet u op letten direct na het onderzoek / de behandeling?
Na de procedure
De meeste vrouwen voelen de eerste uren na de behandeling pijn en krampen, vaak gepaard gaand met onwel voelen, misselijkheid en lichte koorts. Dit zogenaamde post embolisatie syndroom kan met medicijnen worden onderdrukt en verdwijnt vanzelf binnen enkele dagen. Goede pijnstilling is hierbij belangrijk en dat eventuele pijn vroegtijdig wordt behandeld.
Pijnpomp
Veel patiënten krijgen een Patient Controlled Analgesia (PCA)-pomp. Dit is een infuuspomp met morfine of andere morfine-achtige medicijnen die uzelf kunt bedienen. Na de behandeling krijgt u de toedieningsknop van de pomp in de hand zodat u zelf pijnstilling kunt toedienen als de pijn opkomt. De PCA-pomp wordt zo ingesteld dat u nooit teveel medicijnen krijgt. Hierdoor heeft u op de eerste dag zelf min of meer de controle over de pijn.
De afdelingsarts vertelt wanneer u naar huis kunt. Meestal is dat 1 of 2 dagen na de behandeling. Over het algemeen kunnen binnen twee weken de dagelijkse werkzaamheden weer volledig worden hervat. Er is medisch gezien geen bezwaar tegen (trap)lopen, huishoudelijk werk, tillen en douchen.
Houdt u er rekening mee dat u, na ontslag uit het ziekenhuis, geen voertuig mag besturen.
Wat zijn de risico's, bijwerkingen of complicaties?
Aan elke ingreep kleven risico’s en dat geldt ook voor embolisatie uterus myomatosus. Het is een veilige ingreep die meestal zonder problemen verloopt. Een enkele keer treden er complicaties op, zoals een bloeduitstorting rond de plek van de ingreep, vervroegde menopauze of een infectie van de baarmoeder.
Contrastmiddel
Voor dit onderzoek gebruikt de interventieradioloog jodiumhoudend contrastmiddel. Dit middel maakt bloedvaten en organen beter zichtbaar. Voor de meeste mensen is het gebruik van contrastvloeistof ongevaarlijk, binnen een paar uur plast u het weer uit. Het inspuiten kan gevoelig zijn. Ook kunt u het kort warm krijgen, of een beetje misselijk worden.
Bij een klein aantal patiënten treedt een allergische reactie op, waar in de meeste gevallen geen behandeling voor nodig is. Hebt u ooit zo’n reactie gehad? Meld dit dan van tevoren bij uw behandelend arts.
Contactgegevens van de betrokken poliklinieken
Wist u dat?
Uw mening over de afdeling Radiologie kunt u geven via: Deel uw ervaring
Heeft u nog vragen?
Als u vragen hebt, kunt u contact opnemen met de afdeling Interventie Radiologie. Dat kan op werkdagen tussen 8.15 en 16.00 uur via telefoonnummer 071-526 24 10 of per e-mail via SecretariaatAngio-interventie@lumc.nl. Zie ook: website Radiologie