Revalidatie na een beenamputatie
Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Orthopedie.
Wat gaat er vooraf aan het onderzoek of de behandeling?
Uw kennismaking met de afdeling Revalidatiegeneeskunde en Fysiotherapie begint al vóór de amputatie. De revalidatiearts bekijkt samen met u welke revalidatie- en prothesevoorziening er na de operatie mogelijk zijn. Dit hangt van een aantal aspecten af, zoals:
Welke operatie gaat er plaatsvinden?
- Hoe goed kunt u het andere been belasten?
- Heeft u andere gezondheidsklachten, zoals hart- of schouderklachten?
- Welke woning heeft u?
- Welke mensen in uw omgeving kunnen u helpen na de operatie?
Deze en andere vragen worden doorgenomen vóór de operatie. U heeft hierbij ook gelegenheid om uw vragen te stellen. Daarnaast vindt er lichamelijk onderzoek plaats, onder andere om te kijken naar de kracht en het gevoel in het andere been en naar uw evenwicht.
Hiermee kunnen we van tevoren een plan maken voor uw revalidatie na de beenamputatie. Uw eigen hulpvraag is hierbij heel belangrijk. Ook maken we een inschatting of lopen met een prothese voor u haalbaar is.
Afhankelijk van de situatie is het mogelijk dat na ontslag uit het ziekenhuis de revalidatie wordt voortgezet in een revalidatiecentrum, verzorgings- of verpleeghuis. Ook is het soms mogelijk poliklinisch te revalideren. De revalidatiearts zal dit verder met u bespreken.
Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?
Revalidatie in het ziekenhuis
Na de operatie ziet u de revalidatiearts en de fysiotherapeut weer terug. Samen met u kijken we of het revalidatieplan haalbaar is.
Soms is het door omstandigheden niet mogelijk geweest van tevoren en revalidatieplan te maken, bijvoorbeeld bij een spoedoperatie of amputatie door een ongeval. Dan gaat de revalidatiearts alsnog samen met u een plan maken.
U gaat, zodra het kan, onder begeleiding van de fysiotherapeut aan de slag! Het liefst meteen de dag na de operatie.
Fysiotherapie
Onder begeleiding van een fysiotherapeut begint u met:
- oefeningen om het andere been sterker te maken en om de armen meer kracht te geven;
- oefeningen met de stomp om de gewrichten in beweging te houden en verkortingen van de spieren te voorkomen;
- oefeningen met de stomp om de spierkracht te behouden en, zo mogelijk, te verbeteren;
- in en uit het bed komen;
- lopen zonder prothese met een loophulpmiddel.
Omdat het been een deel mist, zijn de spieren niet meer in evenwicht. Hierdoor kan het knie-of heupgewricht een andere stand aannemen of vast gaan zitten. Om dit te voorkomen is oefenen heel belangrijk.
Daarnaast moet u een tot twee keer per dag een half uur plat op uw rug of buik liggen. Natuurlijk alleen als u dit lichamelijk kunt.
Hulpmiddelen
Belangrijk voor het leren lopen zonder prothese is dat u passend schoeisel heeft. Bijvoorbeeld een sportschoen of uw eigen orthopedische schoen. Slippers en verbandschoenen worden afgeraden, omdat deze gevaarlijk zijn bij het staan en huppen op één been. Wij vragen u dan ook om geschikt schoeisel mee te nemen.
Heeft u een eigen loophulpmiddel of rolstoel? Dan is het handig om deze ook mee te nemen naar het ziekenhuis.
Welke specifieke nazorg kunnen wij bieden?
Revalidatie na de ziekenhuisopname
Aan de hand van het revalidatieplan, wordt u aangemeld voor een klinische revalidatie in een revalidatiecentrum of revalidatie in een verpleeghuis. Soms wordt er voor poliklinische revalidatie gekozen.
De aanmelding wordt verzorgd door de revalidatiearts of transferverpleegkundige. Hierbij wordt het revalidatieplan vermeld.
Wanneer de ontslagdatum bekend is, zorgt de fysiotherapeut voor een overdracht naar de fysiotherapeut van het revalidatiecentrum of verpleeghuis waar u heen gaat.
Als lopen met een prothese haalbaar lijkt, wordt in het revalidatiecentrum een prothese aangemeten door de orthopedisch instrumentmaker samen met de revalidatiearts.
Contactgegevens van de betrokken poliklinieken
Als u vragen heeft, bespreken de revalidatiearts en fysiotherapeut deze graag met u. Hiervoor kunt u contact opnemen met de afdeling Revalidatiegeneeskunde en Fysiotherapie.
Wij zijn bereikbaar van 8.30 uur – 17.00 uur via telefoonnummer 071 - 526 3457.