Patiëntenfolder

Staaroperatie (cataract)

Met uw behandelend oogarts heeft u afgesproken dat u binnenkort wordt geopereerd aan staar. Deze folder geeft algemene informatie over staar, de operatie, het doel van de operatie en het te verwachten resultaat. De folder is bedoeld ter ondersteuning, naast de gesprekken die u met de arts hebt gehad.

Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Oogheelkunde.

Onze zorg

Wat is Staaroperatie (cataract)?

Wat is cataract ofwel staar? 

Staar is een vertroebeling van de ooglens. De lens zorgt ervoor dat wij scherp kunnen zien. Door vertroebeling van de lens zien wij minder en waziger. In de folder zal de term staar worden aangehouden.

Oorzaken van staar 

Er zijn verschillende oorzaken voor staar. De meest voorkomende oorzaak is veroudering. De leeftijd waarop de klachten optreden is verschillend. De klachten kunnen bijvoorbeeld zijn: wazig zien, doffer/grauwer zien of last van tegenlicht. De oogarts kan, na onderzoek, vaststellen wanneer de behandeling moet plaatsvinden. Soms kan de klacht verholpen worden door een sterkere bril. In uw geval is, in overleg met u, besloten tot een operatie.

Voorbereiding

Hoe kunt u zich voorbereiden?

Na de operatie is het geopereerde oog afgeplakt met verband en een dop. Wilt u ervoor zorgen dat u in ieder geval opgehaald wordt uit het ziekenhuis? Indien u met het andere oog niet genoeg kunt zien, regel dan hulp voor thuis gedurende de eerste 24 uur na de operatie. In overleg met de operateur kan dan besloten worden eventueel alleen een doorzichtige dop en geen verband te gebruiken. U ziet dan wel iets, maar nog wel heel wazig. 

Om infecties te voorkomen is het nodig dat u zich wast of een douche neemt en de haren wast. Dit laatste bij voorkeur de dag voor de operatie. Wilt u: 

  • Geen make-up opdoen.
  • Geen sieraden omdoen.
  • Geen geld of waardevolle papieren meenemen. Het ziekenhuis stelt zich hier niet aansprakelijk voor.
  • Al uw medicijnen innemen zoals u gewend bent. Plastabletten mag u ‘s morgens voor de operatie niet innemen, wel na de operatie. 
  • Gewoon ontbijten, behalve als u onder narcose geopereerd wordt. Dan moet u nuchter zijn. Dat wil zeggen dat u vanaf 24.00 uur de avond voorafgaand aan de operatie niet meer mag eten en tot 06.00 uur alleen een beetje water drinken, daarna niet meer.

Wat neemt u mee naar het ziekenhuis? 

  • Uw oproepbrief 
  • Uw polikliniekkaart 
  • Dagvoorraad medicijnen en recente medicijnuitdraai van apotheek 
  • Makkelijke ruimzittende kleding 
  • Eventueel een boek of tijdschrift 

Er is geen ruimte voor een koffer of een grote tas. 

Wat te doen bij ziekte? 

Als u op het moment van de operatie ziek bent, verzoeken wij u het planningssecretariaat Oogheelkunde te bellen. Binnen kantooruren via tel. 071 – 526 80 30 en buiten kantooruren via de centrale 071 – 526 91 11. U kunt vragen naar de dienstdoende oogarts.

Het onderzoek / de behandeling

Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?

Dag van het polikliniekbezoek: 

  • De arts bepaalt na onderzoek dat het oog aan staar kan worden geopereerd. 
  • Er wordt een biometrie gedaan. Dit is een meting om de sterkte van de implant­lens te kunnen bepalen. 
  • De biometrie wordt beïnvloed door het dragen van contactlenzen. Daarom dient u zachte lenzen een week en harde lenzen twee weken voor dit polikliniekbezoek niet meer te dragen. Dit geldt in ieder geval voor het te opereren oog. 
  • De operatie zal in principe onder plaatselijke verdoving plaatsvinden. In uitzon­derlijke gevallen wordt de operatie onder algehele anesthesie uitgevoerd, Wordt u onder algehele anesthesie geopereerd dan krijgt u een vragenlijst en zal er een (telefonische) afspraak met de anesthesist volgen.  
  • U krijgt recepten mee voor druppels om na de operatie te druppelen in het geopereerde oog. 
  • U gaat naar huis en u krijgt de oproep voor de operatie en de daarop volgende controles schriftelijk thuis. 
  • Bij de oproepbrief voor de operatie vindt u een schriftelijk verzoek om digitaal een aantal vragen in te vullen over het effect van de staar op uw dagelijks functioneren. We vragen u om dit voor de staaroperatie digitaal in te vullen. Drie maanden na de operatie krijgt u via e-mail het verzoek deze vragen nogmaals te beantwoorden. Met dit landelijk ingevoerde programma (CatQuest) bewaken wij de kwaliteit van onze zorg.

De behandeling

De behandeling van staar bestaat uit het operatief verwijderen van de troebele inhoud van de ooglens; die wordt vervangen door een nieuwe heldere kunstlens. De inhoud van de lens bevindt zich in het lenskapsel. Om de inhoud te verwijderen zal de oogarts het voorste deel van het lenskapsel openen. Als de staar uit het lenskapsel is verwijderd, wordt de nieuwe kunstlens geplaatst. Hierdoor zit deze lens op dezelfde plaats als de oorspronkelijke lens. 

De operatie 

De operatie wordt verricht in dagbehandeling onder plaatselijke verdoving. Bij hoge uitzondering vindt de operatie plaats onder algehele anesthesie. Er zijn verschillende methoden om plaatselijk te verdoven, met druppels en/of met een injectie. De operatie duurt meestal minder dan 45 minuten. 

De dag van operatie in het ziekenhuis 

U meldt zich met uw oproep op de afgesproken tijd op de dagopname van Oogheelkunde op J8-R, route 684. U krijgt operatiekleding aan, de onderkleding kunt u aanhouden. Als de arts dit voorgeschreven heeft, krijgt u een pijnstillende tablet en een rustgevende tablet. Ook krijgt u middelen in het te opereren oog om de pupil van het oog te verwijden. Daarna wordt u naar het operatiecentrum gebracht. Na de operatie wordt u weer terug gebracht naar uw kamer en mag u zich omkleden en naar huis. 

Na de operatie wordt het oog dichtgeplakt met een zalfverband met daaroverheen een oogdop ter bescherming van het oog. Dit verband blijft zitten tot de volgende ochtend. U mag het dan zelf verwijderen. Er wordt altijd maar één oog tegelijk geopereerd. Wij adviseren u de plastic oogdop de eerste vijf nachten na de operatie 's nachts te dragen ter bescherming van het oog. 

Soorten kunstlenzen 

Er zijn meerdere soorten kunstlenzen beschikbaar om te implanteren:

  • Monofocale kunstlens
    Dit is een standaardkunstlens waarbij de sterkte op 1 afstand gecorrigeerd wordt. Voor de andere tussenliggende afstanden zult u dan een bril moeten gebruiken. Deze lens wordt volledig vergoed door de zorgverzekering. 
  • Torische (cilinder) kunstlens
    Als u een hoge cilinder hebt (= een astigmatisme van het hoornvlies), kunt u ervoor kiezen ook de cilinder in de kunstlens te implanteren. Ook dan zult u slechts op 1 afstand gecorrigeerd worden en zult u voor alle overige afstanden een bril moeten gebruiken. Een torische kunstlens wordt niet vergoed door de zorgverzekering, hiervoor moet u bijbetalen (bij benadering € 650 per lens).
  • Multifocale kunstlens
    Als u zowel in de verte als dichtbij zonder bril wilt kunnen kijken, is een multi­focale kunstlens een optie. Een mogelijke bijwerking die kan optreden, is dat u in het donker meer last krijgt van extra strooilicht (glare en halo’s). Deze kunstlens wordt niet vergoed door de zorgverzekering, hiervoor moet u bijbetalen (bij benadering € 1400 per lens).

Wat is de prognose?

Er wordt naar gestreefd om na de operatie zonder bril in de verte te kijken. Dit lukt bij ongeveer 75% van de mensen. Natuurlijk hebt u na de operatie wel een leesbril nodig. Een enkele keer wordt er voor de operatie, in overleg met u, besloten om voor een andere sterkte te kiezen. Soms wordt een bijzondere lens geïmplanteerd. De oogarts zal vooraf de mogelijkheden met u bespreken. 

Wat zijn de risico's, bijwerkingen of complicaties?

Staaroperaties worden heel regelmatig uitgevoerd. Meer dan 95% van de operaties verloopt zonder problemen, maar zoals bij elke operatie kunnen er complicaties optreden. Van sommige complicaties zult u weinig of niets merken, van andere complicaties zullen de gevolgen groter zijn. Veel mensen hebben na de operatie last van lichte irritatie aan het oog, een zandkorrelgevoel of een oog dat iets droog aanvoelt. Dit is heel normaal en geen complicatie. 

De meest voorkomende complicaties en complicaties met de ernstigste gevolgen zijn: 

  • Scheur in het achterste kapsel: Bij de staaroperatie kan er een gaatje komen in de achterkant van het lenszakje, het achterste kapsel. Dit kapsel is zeer dun, onge­veer 3,5 - 9 micrometer. Een scheurtje in dit kapsel ontstaat bij ongeveer 2 tot 3,5% van de operaties. Het kan betekenen dat een ander type lens geplaatst moet worden of dat de nieuwe lens op een andere plaats vastgemaakt wordt. Zelden kan niet direct een kunstlens geplaatst worden en is een tweede operatie nodig. Door een scheur in het achterste kapsel kan een lensstukje achter in het oog vallen. De kans hierop is zeer laag, ongeveer 0,1 - 0,2%. Ook dan is een tweede operatie nodig om dit lensstukje te verwijderen. 
  • Endophthalmitis: Dit is een ernstige, bacteriële ontsteking van het oog, die optreedt in de periode kort na de operatie. Het komt voor bij 0,05% tot 0,3% van de patiënten. In het LUMC krijgt iedere patiënt aan het eind van de staaroperatie een antibioticum toegediend in het oog. Dit vermindert sterk de kans op het krijgen van een ontsteking. Verschijnselen van een ontsteking kunnen zijn: roodheid, pijn in het oog, plotseling wazig zien en/of pusachtige afscheiding. Er kan ook aanhoudende pijn optreden in de wenkbrauwstreek. Bij deze verschijn­selen moet u direct contact opnemen met het ziekenhuis. 
  • Bij ongeveer 20% van de patiënten wordt na een staaroperatie een beetje vocht in de gele vlek (macula oedeem) gevonden. Meestal geeft dit geen klachten, maar ongeveer 2% heeft klachten van verminderd zicht. Behandeling is mogelijk met druppels en/of tabletten, waarna het zicht zich vrijwel altijd herstelt. Een enkeling krijgt hiervoor injecties in het oog. 
  • Tijdens de operatie kan een bloeding ontstaan in het achterste vaatvlies. Dit heet een subchoroidale bloeding en is een van de ernstigste complicaties die op kan treden en kan leiden tot blindheid. De kans hierop is echter zeer klein, slechts 0,03 tot 0,13%. 
  • Nog jaren na een staaroperatie bestaat de kans op het krijgen van een netvlies­loslating. Dit gebeurt bij ongeveer 0,4% tot 3,6% van de patiënten. Wanneer u flitsen gaat zien of plotseling een stuk in het gezichtsveld mist, adviseren we u direct contact op te nemen met uw huis- of oogarts. 
  • Na verloop van tijd kan het achtergebleven lenskapsel troebel worden, waardoor u weer waziger gaat zien. Dit heet nastaar en wordt bij ongeveer 26% van de patiënten binnen drie jaar gevonden. Nastaar kan vrij eenvoudig verholpen wor­den met een laserbehandeling op de polikliniek. 
Nazorg

Welke specifieke nazorg kunnen wij bieden?

De volgende ochtend na de operatie zal er een telefonische afspraak plaatsvinden, tenzij uw oogarts het belangrijk vindt dat u naar polikliniek Oogheelkunde op J3-S, route 598 moet komen. Dat zal na de operatie met u afgesproken worden. De volgende controle vindt in principe na ongeveer een maand plaats. Deze afspraken krijgt u thuisgestuurd met de oproep voor de operatie. Soms is het noodzakelijk om u nog een keer extra te controleren. 

Druppelschema 

  • Tobradex:
    4 druppels per dag voor 5 dagen,
    3 druppels per dag voor 5 dagen,
    2 druppels per dag voor 5 dagen en
    1 druppel per dag voor 5 dagen.
  • Yellox: 2 druppels per dag voor 20 dagen.

Waar moet u op letten na uw onderzoek/behandeling?

Mocht u klachten krijgen van een toename van pijn of roodheid van het oog of plotse afname van het zicht vragen wij u om direct contact met ons op te nemen.

Meer informatie

Contactgegevens van de betrokken poliklinieken

Bij vragen of problemen kunt u contact opnemen met: 

LUMC, polikliniek Oogheelkunde 

Routenummer 598, locatie J3-S 

Tel. 071 – 526 80 30 

Voor afspraken: het medisch secretariaat tussen 9:00 en 12:00 uur, toets 1 

Voor herhaalrecepten: toets 2 

Voor de operatie planning: toets 3 

Voor medische vragen: de verpleging tussen 08:30 en 17:00 uur, toets 4 

Voor overige vragen: het medisch secretariaat tussen 9.00 – 16.00 uur, toets 5 

Buiten kantooruren: 071 – 526 91 11 

(vragen naar dienstdoende arts-assistent afdeling Oogheelkunde)