Exenteratio orbitae
Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Oogheelkunde.
Wat gaat er vooraf aan het onderzoek of de behandeling?
Voorafgaand aan de operatie kunt u het volgende verwachten
- MRI-onderzoek van het oog en de oogkas
- Afspraak Anesthesie
- Screening van de klieren in de hals
MRI-onderzoek van het oog
De oogarts vraagt voor u een MRI-onderzoek aan op korte termijn. Dit is nodig voor de voorbereiding van de operatie. De MRI-beelden heeft de chirurg nodig om de precieze afmetingen van de aandoening te bepalen.
Om de botstructuren goed te kunnen zien wordt er soms ook nog een CT-scan gemaakt.
Afspraak Anesthesist
De operatie vindt plaats onder algehele narcose. Voorafgaand aan de operatie moet u daarom langs bij de anesthesioloog. De anesthesioloog stelt vragen en doet een kort lichamelijk onderzoek. Als het nodig is, wordt u voor een consult doorverwezen naar een internist, cardioloog of longarts. Dit alles is om ervoor te zorgen dat u in een zo een goed mogelijke conditie bent voor de operatie.
Screening klieren in de hals
Voordat een behandeling zal plaatsvinden, wordt er onderzoek uitgevoerd om uitzaaiingen uit te sluiten. In de meeste gevallen bestaat dit onderzoek uit een echo van de hals om de klieren te kunnen beoordelen.
De verpleegkundige van de polikliniek Oogheelkunde zal u uitgebreid informeren over de gang van zaken omtrent de behandeling, opname en de nazorg.
Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?
Bij een exenteratie wordt het gehele oog en de inhoud (oogspieren en vet) van de oogkas verwijderd. Soms is het ook nodig om de oogleden te verwijderen. De keuze hiervoor is door de oogarts met u besproken. De ingreep duurt gemiddeld twee en half uur.
Waar moet u op letten direct na het onderzoek / de behandeling?
Na de operatie wordt een drukverband aangelegd. Deze wordt een dag na de operatie samen met de zaalarts en eventueel in aanwezigheid van een naaste verwijderd. In sommige gevallen heeft u een drain. Dit is om het wondvocht af te voeren en wordt in principe na één dag verwijderd. Vaak is er ook sprake van zwelling, dit neemt na een aantal dagen af. De eerste dagen na de operatie kan de oogkas pijnlijk zijn, hiervoor mag u paracetamol gebruiken en dit is meestal voldoende.
Wanneer alles voorspoedig verloopt, mag u de dag na de operatie naar huis. Indien er sprake is van een drain, zal u naar verwachting een of twee dagen langer opgenomen zijn. U mag naar eigen behoefte wel of geen oogverband dragen, in principe is het niet nodig. Er wordt ontstekingsremmende zalf met antibiotica voorgeschreven. De verpleegkundige van de verpleegafdeling zal u de instructies hiervoor geven.
Welke specifieke nazorg kunnen wij bieden?
Ongeveer twee weken na de operatie krijgt u een telefonische afspraak met de verpleegkundige om te kijken hoe het met u gaat en zij zal eventuele vragen beantwoorden. De oogarts bepaald in welke termijnen er controleafspraken zullen plaatsvinden. De vervolgcontroles bij de oogarts zullen vooralsnog in het LUMC plaatsvinden.
De epithese
Ongeveer drie maanden na de operatie of een maand na de bestraling is de huid meestal genoeg hersteld om te starten met het vervaardigen van een gelaatsprothese, ook wel epithese genoemd. De gelaatsprotheses worden op maat gemaakt en in vorm en kleur op het gezicht afgestemd. De gelaatsprothese kan worden bevestigd met speciale huidlijm of, in sommige gevallen, met magneten. Indien u dit wenst kunnen wij een afspraak voor u maken bij de Polikliniek MKA (mond, kaak en aangezicht) om goede informatie te ontvangen en de mogelijkheden van een gelaatsprothese te bespreken.
De kosten voor een gelaatsprothese worden meestal vergoed door de zorgverzekeraar. Kijk in uw polis voor de exacte voorwaarden.
Waar moet u op letten na uw onderzoek/behandeling?
Een exenteratie is een emotioneel zware ingreep. Er zullen veranderingen zijn in het gezichtsveld doordat u nog maar één oog heeft. Het gezichtsveld wordt kleiner en u kunt geen diepte meer zien. Het functioneren met één oog brengt beperkingen met zich mee en daar moet u aan wennen. Hiernaast worden er tijdens de operatie zenuwen beschadigd. Dit zorgt ervoor dat er boven de wenkbrauw tot de haargrens een dof gevoel ontstaat. In de meeste gevallen is dit blijvend. Een andere grote verandering is het cosmetische aspect. Er zal een zichtbare verandering in uw gezicht zijn.
De ingrijpende gebeurtenissen kunnen psychische, sociale en emotionele problemen met zich meebrengen. Naast oogartsen en verpleegkundigen is het ook mogelijk in contact te komen met een maatschappelijk werker of psycholoog.
Contactgegevens van de betrokken poliklinieken
Heeft u vragen dan kunt u deze vragen stellen aan de verpleegkundigen. Zij zijn van maandag t/m vrijdag tussen 8:30 en 16:30 uur bereikbaar.
LUMC, polikliniek Oogheelkunde
Routenummer 598, locatie J3-S
Tel. 071 – 526 8030
Voor afspraken: het medisch secretariaat tussen 9:00 en 12:00 uur, toets 1
Voor medische vragen: de verpleging tussen 8:30 en 17:00 uur, toets 4
Voor overige vragen: het medisch secretariaat tussen 9:00 en 16:00 uur, toets 5
Buiten kantooruren: 071 – 526 9111
(vragen naar dienstdoende arts-assistent afdeling Oogheelkunde)
Specialist
Drs. S.W. Van der Meeren, oogarts orbitachirurg