Patiëntenfolder

Chemotherapie: isolatie / besmette periode: handelswijze, (oncologie)

Deze folder is bedoeld voor patiënten die behandeld worden met cytostatica (chemotherapie) en hun naasten. Direct na toediening tot een week daarna, verlaten resten van cytostatica uw lichaam. Dit gebeurt via uw uitscheidingsproducten (urine, ontlasting, braaksel, transpiratievocht, sperma). Deze periode wordt de cytostatica besmette periode genoemd. Hiervoor wordt tijdens uw opname, alleen in die periode, cytostatica isolatie opgestart. Uw verpleegkundige kan u aangeven hoe lang deze periode duurt voor de cytostatica waarmee u bent behandeld. Tevens staat dit in de therapie patiënteninformatie van uw chemokuur die u bij de voorlichting heeft ontvangen. Het is voor mensen die geen cytostatica nodig hebben beter om hier zo min mogelijk mee in aanraking te komen. Hieronder de algemene hygiëne maatregelen voor tijdens uw opname op een afdeling binnen het LUMC in de cytostatica besmette periode. 

De cytostatica (chemotherapie) stuurgroep van het LUMC. 

Algemene hygiëne maatregelen in de cytostatica besmette periode.

Handen wassen

Wanneer u met uw eigen uitscheidingsproducten (urine, speeksel, braaksel, ontlasting, bloed, etc.) in aanraking bent geweest, wast u uw handen met water en zeep. Dit om besmetting van bijv. deurknoppen, tafel, stoel, etc. te voorkomen. 

Het gebruik van het toilet 

Spoel na iedere toiletgang het toilet 2 keer door, met gesloten deksel.

Mannen moeten zittend urineren om spetteren en hierdoor besmetting van de omgeving met cytostatica te voorkomen. Was na ieder toiletbezoek uw handen met water en zeep. 

Als u het vermoeden heeft dat er bij de toiletgang urine of ontlasting gespetterd is, waarschuwt u de verpleegkundige. 

Gebruikt u een urinaal? Plaats na urineren in het urinaal een plastic beker op de bovenkant van uw urinaal. Vraag de verpleegkundige waar u deze bekers kan vinden. 

Gebruikt u een postoel, dan zal er onder de postoel een celstofmatje geplaatst worden om eventuele besmetting van de vloer door urine of ontlasting tegen te gaan. 

Incontinentiemateriaal 

Al het incontinentiemateriaal (maandverband, inlegkruisjes, inco-broekjes, luiers) dienen tijdens de cytostatica besmette periode in een afgesloten afvalzak in de blauwe ton met gele deksel te worden weggegooid.

Besmet incontinentiemateriaal mag niet in de ‘gewone’ afvalbak (Dit is voor tijdens een opname waarbij ziekenhuisafval wordt gescheiden. Thuis mag dit in een afgesloten zak wel). Was na het weggooien van uw incontinentiemateriaal uw handen met water en zeep.                                                              

Braaksel

Ondanks dat er goede medicatie is om misselijkheid en braken te voorkomen kan het voorkomen dat u toch moeten braken (overgeven). Geadviseerd wordt om in een braakzakje te braken. Vraag, indien u zich misselijk voelt, om een braakzakje aan uw verpleegkundige. Bel de verpleegkundige indien u gebraakt heeft, zodat de verpleegkundige het braakzakje kan weggooien.

Wanneer u geen braakzakje in bereik heeft, of het niet lukt om in een braakzakje te braken, braakt u dan in de wasbak, in de toiletpot of op uw (dek)bed. Was na het braken goed uw handen met water en zeep.

Wasgoed

Doe kleding na gebruik in een afgesloten plastic zak, om mee te geven aan uw naasten. Kleding dat in aanraking is geweest met braaksel, urine of ontlasting dient eerst met een koud voorwasprogramma gespoeld te worden. Kies daarna een wasprogramma dat geschikt is voor het materiaal. De kleding mag na het voorwasprogramma samen met de kleding van huisgenoten gewassen worden. Handen wassen na plaatsing in de wasmachine.

Naasten

In de cytostatica besmette periode kunt u met uw naasten omgaan zoals u altijd gewend bent. Bijv. omhelzen, knuffelen, zoenen etc. 

Kinderen kunt u op schoot nemen of knuffelen. Bij overmatig zweten het advies om eventueel een doek te gebruiken bij kinderen jonger dan 1 jaar.