Patiëntenfolder

Mondverzorging bij chemotherapie en/of radiotherapie

Binnenkort ondergaat u een behandeling met chemotherapie en/of radiotherapie, waarbij het hoofd en de hals in het stralingsveld liggen. Dat betekent dat u uw mondholte goed moet verzorgen. Deze folder informeert u over mondzorg. Verdere vragen kunt u altijd aan uw specialist of betrokken verpleegkundige stellen.

Deze informatie is opgeteld door de afdeling medische oncologie.

Onze zorg

Wat is Mondverzorging bij chemotherapie en/of radiotherapie?

Hoe ontstaan problemen in de mond bij chemo- en/of radiotherapie 

Chemotherapie en radiotherapie zijn behandelingen die zich richten op het uitschakelen van kankercellen. Bij chemotherapie wordt gebruikgemaakt van medicijnen die ervoor zorgen dat kankercellen doodgaan of stoppen met zich vermenigvuldigen. Radiotherapie schakelt kankercellen uit door middel van straling. Beide methoden beschadigen ook gezonde cellen in de omgeving van het zieke weefsel. Omdat u een behandeling ondergaat waarbij uw hoofd en hals in het stralingsveld liggen, ontstaat er een verhoogd risico op beschadiging van het mondslijmvlies. U kunt last krijgen van irritatie, beschadiging en ontsteking van: 

  • Het tandvlees
  • De tong
  • Het wangslijmvlies
  • Het zachte- en harde gehemelte
  • De lippen
  • De speekselklieren
  • De tanden

U loopt vanwege de behandeling dus een groter risico op een infectie van de mond. Mondproblemen kunnen erg pijnlijk zijn, waardoor eten, praten en slikken lastiger kunnen worden. Wanneer de mondproblemen te hevig zijn, kunnen we besluiten de behandeling (tijdelijk) stop te zetten. 

Welke mondproblemen kunt u verwachten? 

Het verschilt per persoon in hoeverre klachten optreden en welke ongemakken daarbij komen kijken. Dit hangt onder andere af van factoren als: het soort chemotherapie, de hoeveelheid chemo- en/of radiotherapie en de reactie van uw lichaam op de behandeling. 

Klachten die kunnen wijzen op verandering van het mondslijmvlies zijn: 

  • Een droge mond
  • Een slechte adem
  • (Over)gevoeligheid voor zuur of gekruid eten en drinken
  • (Over)gevoeligheid voor de temperatuur van eten en drinken
  • Snel bloedend tandvlees
  • Verdikt en taai speeksel
  • Smaakverlies
  • Een pijnlijke mond of keel
  • Zichtbare veranderingen van het mondslijmvlies, zoals roodheid, zwellingen of witte plekjes (zweertjes)
  • U krijgt sneller gaatjes dan normaal
  • Pijn bij of moeite met slikken en/of praten.

De meeste van deze bijwerkingen kunt u zelf zien of voelen. Het is daarom erg belangrijk dat u dagelijks uw mond inspecteert. We raden aan om bij bovenstaande klachten contact op te nemen met de (bestralings)arts of verpleegkundige

Waarom doen we dit onderzoek/deze behandeling?

Problemen in de mond komen vaak voor bij patiënten die worden behandeld met chemotherapie en/of radiotherapie. Het is daarom van groot belang dat u weet welke complicaties op kunnen treden en hoe u uw mondholte goed verzorgt. Dit zorgt ervoor dat u eventuele problemen in een vroeg stadium kunt ontdekken, waardoor de ernst en duur hiervan beperkt blijven.

Het onderzoek / de behandeling

Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?

Mondverzorging tijdens de behandeling voor patiënten met een eigen gebit 

Tandarts en mondhygiënist 

Behandeling met chemotherapie

  • Vertel bij elk bezoek aan de tandarts dat u behandeld wordt/bent met chemotherapie.
  • Probeer voorafgaand aan de kuren naar de tandarts te gaan om uw gebit na te laten kijken op eventuele ontstekingen.
  • Overleg met de mondhygiënist(e) over het reinigen van de ruimtes tussen uw tanden en kiezen.

Behandeling met radiotherapie

  • Ga, voordat de behandeling begint, naar de tandarts/kaakchirurg voor een focusonderzoek: 
  • Met behulp van een röntgenfoto wordt gekeken of er wortelresten in de kaak aanwezig zijn. Als dit het geval is, worden deze vóór de behandeling verwijderd.
  • Ontstoken tanden en kiezen worden voorafgaand aan de bestraling getrokken.
  • Bij dragers van een kunstgebit wordt de pasvorm gecontroleerd om de kans te verminderen dat deze gedurende de bestraling last gaat veroorzaken.
  • Overleg met de mondhygiëniste(e) over het reinigen van de ruimtes tussen uw tanden en kiezen.
  • Vertel bij elk bezoek aan de tandarts dat u behandeld wordt/bent met radiotherapie (en chemotherapie).

Mondverzorging tijdens de behandeling voor patiënten met een volledige of gedeeltelijke gebitsprothese 

Algemeen 

  • Zorg voor een goed passende prothese voordat uw behandeling begint.
  • Doe uw prothese ‘s nachts uit en berg hem op in een bakje met een laagje water.
  • Spoel uw prothese ‘s ochtends schoon en plaats hem vochtig terug in de mond.
  • Doe uw prothese uit tijdens uw mondverzorging.
  • Leg uw prothese eenmaal per week een halfuur in een bakje water met een theelepel azijn.

Waar moet u op letten direct na het onderzoek / de behandeling?

Verzorgingsadviezen voor patiënten met een eigen gebit

Bij een droge mond 

  • Drink water of maak de mondholte regelmatig vochtig met een verstuiver gevuld met water. Ververs dit water dagelijks (verstuiver is verkrijgbaar bij mondhygiënist(e)).
  • Kauw of zuig op suikervrije kauwgom, zuurtjes of ijsklontjes.
  • Smeer, als u last heeft van een droge mond, de mondholte in met een speekselvervanger in gelvorm (van Biotene of bioXtra). Speekselvervangers zijn te koop bij apotheek of drogist.

Vermijd beschadigingen van het slijmvlies 

  • Gebruik liever geen alcohol, nicotine of alcohol bevattende mondspoelmiddelen.
  • U kunt Kamillosan gebruiken bij kapotte slijmvliezen. Dit werkt verzachtend. Kamillosan is te koop bij apotheek of drogist.
  • Vermijd bij irritatie of gevoeligheid van het mondslijmvlies heet, gekruid, hard, scherp of zuur voedsel.

Eens per 2 dagen (bij radiotherapie) 

  • Doe fluoridegelei in het kapje. Verdeel dit gelijkmatig met behulp van een wattenstokje.
  • Plaats het kapje over de tanden en kiezen.
  • Verwijder overtollig gelei met een wattenstokje of gaasje.
  • Laat het kapje vijf minuten in de mond.
  • Verwijder het kapje en spuug de gelei uit. Wanneer u gelei inslikt, levert dit geen gevaar op voor uw gezondheid.
  • Spoel het kapje schoon met lauw/koud water en droog het af.U mag gedurende een half uur niet naspoelen, eten of drinken.
  • U mag alleen op advies van de tandarts/mondhygiënist(e) de fluoridebehandelingen stoppen of afbouwen. Voor een herhalingsrecept fluoridegelei kunt u langskomen op de polikliniek Kaakchirurgie (routenummer 566).

1 keer per dag 

  • Inspecteer uw mond aan de hand van de lijst die u kunt vinden onder het kopje ‘Welke mondproblemen kunt u verwachten?’.
  • Stook/flos alleen als u gewend bent dit te doen en als u dit kunt uitvoeren zonder het tandvlees te beschadigen! Reinig het gebied tussen tanden en kiezen met een zachte, natgemaakte tandenstoker, met een rager of flosdraad.

2 tot 4 keer per dag 

  • Poets uw tanden na elke maaltijd met een zachte of elektrische tandenborstel en gebruik een fluoridetandpasta (eventueel mentholvrij).
  • Plaats de borstel in een hoek van 45° op de overgang van tand naar tandvlees.
  • Druk de borstel niet te hard op uw tand en tandvlees.
  • Wanneer u een gewone tandenborstel gebruikt, maakt u korte, horizontale poetsbewegingen.
  • Als u witte aanslag op uw tong heeft, kunt u uw tong met een zachte tandenborstel en schoon water poetsen. U kunt ook een tongschraper gebruiken.

Na elke poetsbeurt 

  • Spoel uw tandenborstel na gebruik grondig af met stromend water. 
  • Bewaar de tandenborstel in een beker met de borstelkop naar boven gericht.
  • Vervang uw tandenborstel elke maand.

4 keer per dag 

  • Smeer uw lippen royaal in met vaseline.
  • Gebruik vaseline die alleen door u gebruikt wordt en alleen bedoeld is om uw lippen mee in te smeren.

4 tot 8 keer per dag 

  • Spoel uw mond een minuut met kraanwater of met zout water. Spoel na iedere maaltijd en na elk tussendoortje. Ook als u gebraakt heeft en/of als u eventueel ’s nachts wakker wordt, moet u uw mond spoelen.
  • Zout water maakt u thuis door een mespunt zout toe te voegen aan een glas water. Spoel na met water om een zoute nasmaak te voorkomen.

Mondverzorging tijdens de behandeling voor patiënten met een volledige of gedeeltelijke gebitsprothese

Vermijd beschadigingen van het slijmvlies 

  • Gebruik liever geen alcohol, nicotine of alcohol bevattende mondspoelmiddelen.
  • Gebruik geen plakmiddelen of reinigingstabletten voor gebitsprotheses.
  • Laat uw gebitsprothese uit bij pijnlijk of beschadigd slijmvlies.
  • U kunt Kamillosan gebruiken bij kapotte slijmvliezen. Dit werkt verzachtend. Kamillosan is te koop bij apotheek of drogist.
  • Vermijd bij irritatie of gevoeligheid van het mondslijmvlies heet, gekruid, hard, scherp of zuur voedsel.

1 keer per dag 

  • Inspecteer uw mond aan de hand van de lijst die u kunt vinden onder het kopje ‘Welke mondproblemen kunt u verwachten?’.

2 tot 4 keer per dag 

  • Reinig uw prothese grondig met een tandenborstel, water en zeep. Spoel goed na met schoon water.
  • Poets de binnenkant van uw mond en tong met een zachte borstel.
  • Als u witte aanslag op uw tong heeft, kunt u uw tong met een zachte tandenborstel en schoon water poetsen. U kunt ook een tongschraper gebruiken.

Na elke poetsbeurt 

  • Spoel uw tandenborstel na gebruik grondig af met stromend water.
  • Bewaar de tandenborstel in een beker met de borstelkop naar boven gericht.
  • Vervang uw tandenborstel elke maand.

4 keer per dag 

  • Smeer uw lippen royaal in met vaseline.
  • Gebruik vaseline die alleen door u gebruikt wordt en alleen bedoeld is om uw lippen mee in te smeren.

4 tot 8 keer per dag 

  • Spoel uw mond krachtig met kraanwater of met zout water.
  • Doe uw prothese tijdens het spoelen uit.
  • Spoel na iedere maaltijd en na elk tussendoortje.
  • Ook als u gebraakt heeft en/of als u eventueel ’s nachts wakker wordt, moet u uw mond spoelen.
  • Zout water maakt u thuis door een mespunt zout toe te voegen aan een glas water. Spoel na met water om een zoute nasmaak te voorkomen.
Meer informatie

Handige links

Poetsinstructie gebit (bron: Ivoren Kruis) 

  • Houd een vaste poetsvolgorde aan.

  • Houd de borstel aan het eind van het handvat tussen uw duim en de toppen van uw vingers vast, dan oefent u voldoende druk uit. 
  • Maak korte horizontale bewegingen. 
  • Besteed vooral aandacht aan de overgang van het tandvlees naar de tand of kies. Zet de borstel op deze plek schuin op het tandvlees. 
  • Poets ook de achterkant van de laatste kies.