Peritoneaal dialysebehandeling
Deze informatie is opgesteld door de afdeling Nierziekten.
Wat is Peritoneaal dialysebehandeling?
Gaat uw nierfunctie achteruit, dan worden afvalstoffen en het te veel aan vocht niet meer uitgescheiden in urine. Dieet en medicamenten kunnen een periode helpen, maar uiteindelijk dient het lichaam ontdaan te worden van deze afvalstoffen en het overtollige vocht.
De ophoping van afvalstoffen in uw lichaam kan leiden tot verschillende klachten als verminderde eetlust, gewichtsverlies, jeuk, tintelingen, pijn/gevoelloosheid in de armen of benen en algehele lusteloosheid. Er kunnen zich echter ook afvalstoffen ophopen waar u geen klachten van heeft, maar die gevaar op kunnen leveren voor de functie van het hart of bijschildklieren en de kwaliteit van de botten.
De peritoneaal dialysebehandeling zorgt voor de verwijdering van afvalstoffen en het teveel aan vocht. Hier is een directe verbinding met de buikholte voor nodig. Via een katheter wordt steriele vloeistof (dialysaat) in de buikholte gebracht. Afvalstoffen en overtollig vocht kunnen via het buikvlies vanuit het bloed worden overgedragen naar het dialysaat. Na enige uren laat men de vloeistof met de daarin verzamelde afvalstoffen weer naar buiten lopen in een afvalzak en wordt opnieuw schone vloeistof in de buikholte gebracht. Om voldoende mate van reiniging van het bloed plaats te laten vinden moet deze behandeling dagelijks enkele malen worden herhaald.
De wisselingen van de PD vloeistof kunnen op twee manieren plaatsvinden:
- Via CAPD (Continue Ambulante Peritoneaal Dialyse). Hierbij worden over 24 uur vier/vijf handmatige wisselingen van dialysaat toegepast. Drie/vier wisselingen overdag, waarbij het dialysaat ongeveer drie tot zes uur in de buikholte verblijft, gevolgd door een avondwisseling met een verblijftijd (tijd dat dialysaat in de buik zit) van ongeveer tien uur gedurende de nacht.
- Via APD (Automatische Peritoneaal Dialyse). Hierbij worden vier/zes wisselingen over een periode van ongeveer acht tot tien uur uitgevoerd, gebruikmakend van een nauwkeurig in te stellen machine. Op deze manier is het mogelijk om ’s nachts de wisselingen uit te voeren, waarbij eventueel overdag nog een bepaalde hoeveelheid dialysaat in de buik aanwezig kan zijn. Deze vloeistof loopt ’s avonds via de machine weer uit.
Of CAPD dan wel APD voor u de meest geschikte optie is, hangt niet alleen af van uw eigen voorkeur, maar ook van de eigenschappen van het buikvlies. De eigenschappen van het buikvlies kunnen zodanig zijn dat het onttrekken van vocht en het verwijderen van afvalstoffen beter gaat als de vloeistof langere tijd in de buik verblijft (CAPD) of juist als de vloeistof korte tijd in de buikholte verblijft (APD).
Wat gaat er vooraf aan het onderzoek of de behandeling?
Toegang tot de buikholte
Voorafgaand aan het starten met de peritoneaal dialyse (PD) wordt door de radioloog of physician Assistant (PA) radiologie een PD katheter ingebracht in de buikholte, dit gebeurd door middel van een ingreep op de radiologie afdeling met een plaatselijke verdoving. Van tevoren wordt door de PD verpleegkundige, in overleg met u, de juiste plaats van de katheter bepaald. De PD katheter wordt direct na het inbrengen een keer doorgespoeld om de functionaliteit te beoordelen. Daarna wordt het goed vast gezet. Meestal wordt de katheter niet direct gebruikt. Er wordt ongeveer tien dagen gewacht zodat het vast kan groeien in de buikwand, en de gaatjes in de buikwand en in het buikvlies zich eerst kunnen sluiten. Hierna begint de training.
Training
Voor zowel APD als CAPD wordt u en uw partner getraind.
De APD training bestaat uit vijf dagdelen van ongeveer vier uur, één proefdialyse in het ziekenhuis en één proefdialyse thuis waarbij een PD verpleegkundige aanwezig is.
De CAPD training bestaat uit drie dagdelen van vier uur en de eerste handwissel doet u thuis met een PD verpleegkundige.
Indien nodig kan de training worden aangepast om het voor u persoonlijk passend te maken. Indien nodig, kan er in overleg gebruik gemaakt worden van gespecialiseerde thuiszorg bij de opstart.
Uw dialysevoorschrift
Door uw behandelend arts wordt bij het starten van de PD een voorschrift opgesteld wat betreft het aantal wisselingen per dag en de samenstelling van het dialysaat. Hoeveel vloeistof u per dag moet wisselen en de samenstelling van de vloeistof hangt af van een aantal factoren:
- De grootte van uw lichaam.
- De mate waarin uw eigen nieren nog werkzaam zijn (de restfunctie). Deze wordt bepaald aan de hand van uw bloeduitslagen, de hoeveelheid urine die u eventueel nog produceert en de hoeveelheid afvalstoffen in de urine.
- De hoeveelheid vocht die dagelijks onttrokken moet worden.
- De mate waarin de afvalstoffen uit uw lichaam worden verwijderd met de behandeling.
- De werking van uw peritoneum (buikvlies).
Een belangrijk onderdeel van het dialysevoorschrift is het gewicht dat door de arts wordt bepaald tijdens de eerste weken na de start van de dialyse.
Het streefgewicht is het gewicht waarbij het lichaam de juiste hoeveelheid/verhouding vocht bevat. Bij te weinig vocht in uw lichaam, is het mogelijk dat u een lage bloeddruk krijgt en duizelig wordt bij het opstaan. Uw lichaam mag zeker ook niet teveel vocht bevatten, omdat dit kan leiden tot benauwdheid, hoge bloeddruk, overbelasting en vergroting van het hart, met als gevolg een vermindering van de hartfunctie.
Waar moet u op letten direct na het onderzoek / de behandeling?
Aandachtspunten bij de peritoneaal dialysebehandeling
Regelmatig zal de kwaliteit van de dialysebehandeling worden gecontroleerd. Belangrijk is hierbij een dialysevoorschrift te vinden dat zo goed mogelijk aansluit bij uw wensen en waarbij voldoende vocht en afvalstoffen verwijderd worden. Tevens is het van belang dat uw lichaam in een zo goed mogelijke conditie blijft. Uw arts zal daarom aandacht besteden aan:
- De bloeddruk. Deze moet zo goed mogelijk gereguleerd zijn om schade aan hart en bloedvaten te voorkomen. Belangrijk is dat u de bloeddruk zelf dagelijks controleert.
- Het gewicht.
- De kalk en fosfaat stofwisseling. Dit is belangrijk voor de kwaliteit van uw botten en uw bloedvaten. Het is vaak nodig om hiervoor extra medicijnen te gebruiken.
- Cholesterol. Dialyse patiënten hebben een verhoogd risico op het ontstaan van aderverkalking. Het is daarom belangrijk om het cholesterol en vetgehalte van uw bloed regelmatig te controleren. Als dit te hoog is, zal de diëtiste beoordelen of aanpassingen in uw voeding zinvol kunnen zijn. Soms is het nodig om medicijnen hiervoor te gebruiken.
- Kaliumgehalte in uw bloed. Bij verminderde nierfunctie kan het lichaam onvoldoende kalium uitscheiden. Een verhoogd kaliumgehalte kan snel optredende en nadelige effecten hebben op het hart. Om deze reden is vaak een kaliumbeperking in het dieet nodig, soms aangevuld met kaliumbindende medicijnen zoals Resonium®, Sorbisterit® en Lokelma®.
- Bloedarmoede (anemie). Uw behandelend arts zal regelmatig via bloedonderzoek nagaan of er sprake is van bloedarmoede. De rijping van rode bloedcellen wordt gestimuleerd door een hormoon, Erytropoëtine (EPO), wat door de nier geproduceerd wordt. Bij afnemende nierfunctie kan de productie van EPO afnemen met als gevolg het optreden van bloedarmoede. In dat geval kan het hormoon doormiddel van onderhuidse injecties toegediend worden, zodat het bloedgehalte weer op peil komt.
- Vitamines. Tijdens dialyse kunnen bepaalde vitamines uit het lichaam verloren gaan. Hiervoor krijgt u vitamines voorgeschreven.
- Hepatitis B vaccinatie. Indien dit nog niet poliklinisch gebeurd is, zal u bij aanvang van de dialyse starten met vaccinatie tegen hepatitis B.
Standaard controles
U en uw behandeling wordt regelmatig gecontroleerd op de PD polikliniek. In het begin van de behandeling zullen controle afspraken (consulten) frequent plaatsvinden (elke 4 weken). Als er eenmaal sprake is van een stabiele situatie wordt dit eenmaal per zes tot acht weken. Belangrijk is dat u dagelijks uw gewicht, bloeddruk en hoeveelheid vochtonttrekking (ultrafiltratie (UF)) controleert en noteert op lijsten.
- Bij ieder bezoek zal de arts (nefroloog/nefroloog in opleiding) de gegevens (bloeddruk, gewicht, UF en bloeduitslagen) bekijken en uw behandeling eventueel aanpassen. Daarnaast zal de huidpoort worden beoordeeld. Tijdens de afspraak is er de mogelijkheid om (speciale) problemen, zoals lichamelijke klachten, te bespreken.
- Regelmatig wordt bloedonderzoek verricht ter controle van het bloedgehalte, de afvalstoffen (ureum, kreatinine) en de werking van de bijschildklieren.
- Twee tot vier keer per jaar wordt nagegaan of de hoeveelheid afvalstoffen die bij dialyse verwijderd worden voldoende is en hoeveel restfunctie uw nieren hebben. Om dit te bepalen wordt de gebruikelijke ‘niet schone’ dialysevloeistof gedurende 24 uur verzameld en zal u gevraagd worden om urine te verzamelen (indien er nog urineproductie is).
- Één keer per jaar worden de eigenschappen van het buikvlies gemeten door middel van een Peritoneal Equilibration Test (PET-test).
- Bij patiënten die mogelijk in aanmerking komen voor een niertransplantatie, zal één keer per drie maanden extra bloed afgenomen worden zodat Eurotransplant altijd beschikt over recente bloedmonsters ten behoeve van 'matching' van een eventuele donornier.
- Jaarlijks wordt een algemeen lichamelijk onderzoek verricht in combinatie met een ECG, longfoto en een echo-onderzoek van het hart.
Wat zijn de risico's, bijwerkingen of complicaties?
Complicaties van peritoneaal dialyse
Het ondergaan van PD is meestal weinig belastend voor het lichaam, omdat vocht en afvalstoffen die zich in het lichaam dagelijks opstapelen eveneens dagelijks worden verwijderd. Er zijn echter wel een aantal mogelijke complicaties die bij deze behandeling kunnen optreden:
- Pijn tijdens het inlopen en/of uitlopen van het dialysevloeistof. Dit wordt vaak bij het starten van de behandeling ervaren. Vaak is dit kortdurend en van voorbijgaande aard.
- Het optreden van lies- en/of navelbreuken of breuken in het middenrif. Dit kan ontstaan door de toenemende druk in de buikholte voor de dialysevloeistof.
- Verkeerde positie van de PD katheter. Om goed te kunnen wisselen, dient de tip van de katheter in de diepste punt van de buikholte te liggen. Soms kan de tip zich verplaatsen. U merkt dit doordat er onvoldoende vloeistof terugkomt bij het uitlopen, soms voelt u ook de tip van de katheter tegen de zijkant van het buikvlies aan prikken.
- In- of uitloopproblemen. Soms kan het dialysaat door een verkeerde ligging van de katheter, obstipatie, volle darmen of eiwitdraden moeizaam in of uit de buik lopen. Het is daarom van belang uw ontlastingspatroon goed op gang te houden en de uitlopen te controleren op eiwitdraden.
- Ontsteking/infectie van de huidpoort, de kathetertunnel en/of het buikvlies. De aanwezigheid van een kunststof katheter in het lichaam kan een ontsteking veroorzaken of een bron van infectie zijn.
Infectie van de huidpoort uit zich in roodheid, zwelling en soms pijn ter plaatse van de huidpoort. Er kan wat pus zichtbaar zijn rondom de huidpoort of op de huidpoortpleister. Vaak is dit goed te behandelen met antibiotica. Goede hygiëne is hierbij van belang.
Infectie van de onderhuidse tunnel kan zich uiten in plaatselijke roodheid, zwelling en pus langs de huidpoortopening. De omgeving kan pijnlijk zijn. Bij een uitgebreide infectie zal het niet meer mogelijk zijn om te behandelen met antibiotica. Er zal dan een nieuwe katheter worden geplaatst op een andere plaats in de buik.
Infectie van het buikvlies uit zich door koorts, buikpijn en troebele uitloop van het dialysevloeistof. Vaak komen deze verschijnselen samen voor.
Bij uiting van één van deze oorzaken dient u te alle tijde contact op te nemen met de PD verpleegkundige. Deze zal u dan zo goed mogelijk verder helpen.
Welke specifieke nazorg kunnen wij bieden?
Levering dialysevloeistof en benodigdheden
De dialysevloeistof wordt bij u thuis afgeleverd door de firma Baxter.
Voor de APD behandeling heeft u een tafeltje nodig waar de machine op komt te staan met daarbij twee beschikbare stopcontacten bij het bed. Tevens is er voldoende opslagruimte nodig, ongeveer ter grootte van een tweedeurs legkast. Bij voorkeur is de vloer van een goed schoon te houden materiaal. Deze bovenstaande punten dient u zelf te verzorgen.
Voor CAPD heeft u een schone, afsluitbare ruimte nodig om de handwissels uit te kunnen voeren en opbergruimte voor de benodigdheden. De benodigdheden voor uw behandeling worden via de PD verpleegkundige aan Baxter doorgegeven.
Baxter heeft een vaste beldag en een vaste route. De PD verpleegkundigen zullen u aanvullende informatie geven over hoe te handelen indien de voorraad niet meer toereikend is en over de levering van dialysevloeistoffen op een buitenlands vakantieadres.
Vakantie en peritoneaal dialyse
Het is goed mogelijk om als PD-patiënt met vakantie te gaan in Nederland of in het buitenland. Zo kunt u via de Nierstichting deelnemen aan groepsreizen, maar uiteraard ook zelf een individuele reis plannen. Vaak zal Baxter in staat zijn om dialysevloeistof af te leveren op uw vakantieadres.
Na verloop van tijd bent u zelf actief betrokken en verantwoordelijk voor uw behandeling.
Dit betekent dat u zelf, met hulp van een partner of thuiszorg, de CAPD of APD behandeling uitvoert. U wordt hierin getraind en begeleid door de PD verpleegkundige. Het is daarom belangrijk dat u zelf goed op de hoogte bent van de behandeling, de medicijnen die u moet innemen, de controles die u bij uzelf uitvoert, de gevolgen daarvan en eventuele complicaties die kunnen optreden. Met deze actieve betrokkenheid krijgt u meer kennis, inzicht en zeggenschap in de wijze waarop u dialyseert.
Personen betrokken bij uw behandeling
Het peritoneaal dialyseteam bestaat uit behandelend dialyseartsen, een teamleider, een verpleegkundig specialist, een verpleegkundig expert PD, (dialyse-)verpleegkundigen, diëtisten, medisch maatschappelijk werkers en secretaresses.
Behandelend dialyseartsen
In het LUMC worden internisten, onder supervisie van de Chef de Clinique, opgeleid tot nefroloog. Zij lopen hierbij stage op de dialyse afdeling. U zult daarom één keer per zes-acht maanden een andere behandelend arts (internist-nefroloog) krijgen. Deze internist- nefroloog is samen met de verpleegkundig specialist en PD verpleegkundige verantwoordelijk voor uw medisch behandelplan. Voor de totale behandeling op de dialyse afdeling draagt het medisch hoofd van de afdeling de eindverantwoordelijkheid.
Artsenvisite tijdens polibezoek
Op de polikliniek PD wordt u gezien door de verpleegkundige van de PD afdeling en/of nefroloog/nefroloog in opleiding. Tijdens het bezoek aan de polikliniek (consult) kunt u uw medische en/of sociaal-maatschappelijke situatie, en eventuele vragen bespreken. Zo worden bijvoorbeeld de bloeduitslagen besproken wanneer ze eventueel te hoog of te laag zijn en wat voor consequenties dit met zich mee brengt. De arts zal dan uw medicatie of de dialysebehandeling aanpassen. Recepten die u nodig heeft, kunt u op de dag van uw polikliniek afspraak meekrijgen. Wij verzoeken u daarom vriendelijk om op deze dagen de medicatielijst van thuis mee te nemen.
Diëtist
Het volgen van een aangepast dieet is van groot belang. De diëtist zal letten op de samenstelling van uw voeding, zoals de hoeveelheid energie, eiwit en mineralen (o.a. zout, kalium en fosfaat). Tevens zal zij, indien u een vochtbeperking heeft, adviezen geven over hoe u het beste om kan gaan hiermee.
De diëtist bekijkt regelmatig de uitslagen van de bloed- en urine uitslagen voor het bijstellen van de adviezen met als doel uw voedingstoestand te bewaken en de behandeling te ondersteunen. De dieetadviezen vormen hiermee een onderdeel van de totale behandeling. U zult daarom met regelmaat de diëtist bezoeken of telefonisch contact houden.
Mocht u zelf contact willen opnemen met de diëtist dan kan kunt u contact opnemen via het secretariaat 071 - 526 3040.
De medisch maatschappelijk werker
De medisch maatschappelijk werker kan u en/of uw directe sociale omgeving begeleiden met betrekking tot de gevolgen van nierziekten en het opstarten van nierfunctievervangende therapie (dialyse). Dit zowel voor u persoonlijk als in sociaal, maatschappelijk en materieel opzicht. Indien de arts, verpleegkundige of uzelf het noodzakelijk vindt zal de maatschappelijk werker met u een afspraak maken.
Multidisciplinair overleg (MDO)
Het MDO vindt twee keer per jaar plaats. Dit is een overleg waaraan uw behandelend arts,
de verpleegkundig specialist, diëtist, medisch maatschappelijk werker, PD verpleegkundige en de coördinator van de PD deelnemen. Het is erop gericht om u optimale zorg aan te bieden. Tijdens het overleg worden onder andere uw wensen en opmerkingen betreffende de behandeling besproken, evenals medische-, verpleegkundige-, sociale- en/of dieetproblemen, waar wij extra aandacht aan moeten schenken om uw behandeling in alle opzichten zo goed mogelijk te laten verlopen. De behandeling wordt aan de hand van deze bespreking, indien nodig, bijgestuurd. Hiervan wordt u telefonisch of tijdens een polikliniek bezoek op de hoogte gesteld.
Het secretariaat
Voor de volgende zaken kunt u bij de medewerkers van het secretariaat terecht:
- Voor het wijzigen van poli afspraken, alleen in dringende gevallen.
- Vragen met betrekking tot uw verzekering.
Rechten en plichten van patiënt en hulpverlener
Om uw behandeling zo goed mogelijk te laten verlopen, mag u een aantal zaken van het behandelteam verwachten:
- U naar beter weten en op een correcte manier behandeld wordt.
- Uw privacy gewaarborgd wordt.
- Er correct wordt omgegaan met uw persoonlijke gegevens.
- U op de hoogte wordt gebracht van wat er tijdens het MDO is besproken.
- Zonder uw toestemming er geen andere hulpverleners bij uw behandeling ingeschakeld zullen worden of belangrijke veranderingen in uw behandeling worden doorgevoerd.
Omgekeerd verwacht het team ook van u een aantal zaken, zoals:
- Het geven van alle informatie die nodig is om tot een goede beoordeling van uw medische-, sociale- of psychische omstandigheden te komen.
- Evenals dat u van ons verwacht dat wij u met respect behandelen, wordt van u verwacht dat u correct bent tegenover leden van het behandelteam.
- Tot slot gaan we er vanuit dat u het advies van uw behandelaar zo goed mogelijk opvolgt. Voor het slagen van de behandeling is het minstens zo belangrijk wat er zich thuis afspeelt. Voor dat deel van de behandeling bent u zelf verantwoordelijk. Wij realiseren ons echter goed, dat de dialysepatiënt heel veel regels (zoals een vochtbeperking) en voorschriften (zoals groot medicatiegebruik) heeft en dat het niet gemakkelijk is om deze allemaal op te volgen.
Geef aan indien u moeite heeft met een gemaakte afspraak. Wij zullen proberen u hierbij te helpen door u hierover te adviseren.
Gevraagd voor medisch wetenschappelijk onderzoek
In het LUMC doen zorgverleners ook medisch-wetenschappelijk onderzoek. Het is mogelijk dat uw behandelend arts u benadert om mee te werken aan een wetenschappelijk onderzoek. In dat geval zult u uitgebreide mondelinge en schriftelijke informatie ontvangen over het medisch-wetenschappelijk onderzoek. Uw medewerking aan het onderzoek is geheel vrijwillig. Bovendien kunt u nadat u uw toestemming gegeven hebt, altijd op uw beslissing terugkomen. Als u besluit niet mee te doen, heeft dat geen gevolgen voor uw behandeling of de relatie met uw arts. Meer informatie hierover vindt u in de brochure ‘Gevraagd voor medisch-wetenschappelijk onderzoek’.
Contactgegevens van de betrokken poliklinieken
Hemodialyse LUMC (HD)
Adres
Dialyse afdeling - locatie J8-P
Routenummer 685
Albinusdreef 2
2333 ZA, Leiden
Openingstijden en bereikbaarheid
De algemene Dialyse afdeling is open van maandag tot en met zaterdag, van
07.30 uur tot 22.00 uur.
De afdeling is telefonisch bereikbaar onder nummer 071 - 526 1960 of per mail op adres hdplanning@lumc.nl.
De deuren naar de afdeling zijn open van
07.00 uur tot 18.00 uur.
Buiten deze tijden wordt de deur open gedaan via een beloproep.
Thuisdialyse
Peritoneaal dialyse (PD) en Thuis Hemodialyse (THD)
De Thuis Dialyse afdeling is telefonisch bereikbaar onder nummer 071 - 529 9202 van 07.45 uur tot 15.30 of per mail op adres td@lumc.nl.
Hemodialyse Katwijk
Adres
De Wilbert
Overrijn 7
2223 ER, Katwijk aan zee
Openingstijden en bereikbaarheid
De dependance locatie is open op maandag, woensdag en vrijdag, van 07.00 uur tot 20.00 uur.
De afdeling is telefonisch bereikbaar onder nummer 071 - 526 0532 of per mail op adres dialysekatwijk@lumc.nl.
Dialyse gerelateerde klachten
Buiten eerdergenoemde tijden is een dienstdoende internist voor spoedeisende klachten oproepbaar via de afdeling Spoedeisende Hulp onder nummer
071 - 526 9111.
Niet-dialyse gerelateerde klachten
U dient contact op te nemen met uw huisarts. Deze kan desgewenst contact opnemen met de dienstdoende internist via de Spoedeisende Hulp van het LUMC.
Website
https://www.lumc.nl/over-het-lumc/afdelingen/nierziekten/.
Links
- Nierpatiëntenvereniging van het LUMC:
www.diavaria.nl - Nierpatiëntenvereniging Nederland:
www.nvn.nl - De Nierstichting Nederland:
www.nierstichting.nl