Duodenumvoedingssonde (endoscopisch inbrengen)
Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Maag-, Darm- en Leverziekten
Wat is Duodenumvoedingssonde (endoscopisch inbrengen)?
Om verschillende redenen kunt u niet via de maag gevoed worden. Daarom moet er een duodenumvoedingssonde ingebracht worden. Dit is een dun, buigzaam slangetje dat we met een endoscoop via de neus en de slokdarm voorbij de maag in de dunne darm brengen. De endoscoop is een dunne flexibele slang met een camera. De voeding wordt via de duodenumvoedingssonde direct in het begin van de dunne darm toegediend.
Hoe kunt u zich voorbereiden?
Kleding
Draag makkelijke, niet-knellende kleding. Sieraden of andere kostbaarheden kunnen kwijtraken. U kunt ze daarom beter thuislaten.
Medicijnen
Sommige medicijnen hebben invloed op het onderzoek. Volgt u daarom onderstaande instructies.
Antistolling
Gebruikt u een bloedverdunner (bijvoorbeeld Ascal, Plavix of de nieuwe antistollingsmiddelen)? Meld dit dan aan uw behandelend arts. Deze zal dan bepalen of de bloedverdunner tijdelijk gestopt kan worden.
Gebruikt u een bloedverdunner die de trombosedienst doseert (zoals fenprocoumon (Marcoumar®) of acenocoumarol), dan moet de trombosedienst de dosering hiervan aanpassen. In dat geval moet u, zodra de datum van het onderzoek bekend is, contact opnemen met de trombosedienst. Op de dag het onderzoek is een INR-bepaling noodzakelijk.
Glucoseregulerende medicijnen
Heeft u diabetes mellitus, dan krijgt u van uw behandelend arts advies over het aanpassen van uw bloedsuikerregulerende medicijnen. Bij twijfel kunt u contact opnemen met uw diabetesverpleegkundige.
Uw andere medicijnen kunt u over het algemeen op de gebruikelijke manier en tijd innemen.
Eten en drinken
Als u nog iets kunt eten, dan mag u vanaf 24.00 uur de dag voor onderzoek niets meer eten of drinken en/of u stopt met sondevoeding.
Is onderzoek na 13.00 uur gepland, dan mag u tot 7.00 uur een beschuitje met jam en een kopje thee of heldere vloeistof drinken. Daarna mag u niets meer eten of drinken en/of moet u stoppen met sondevoeding.
Wordt de duodenumvoedingssonde voor het eerst geplaatst, dan moet er ook een afspraak gemaakt zijn met de diëtiste. De diëtiste bepaalt samen met u welke sondevoeding u krijgt, hoeveel u krijgt en hoe de toediening ervan verloopt.
Meld bijzonderheden vooraf
Laat het ons weten wanneer u een lichamelijke beperking of handicap heeft. Zo kunnen we als het nodig is, extra tijd inplannen voor uw onderzoek.
Bent u verhinderd?
Laat het ons op tijd weten wanneer de afspraak niet kan doorgaan. Wij kunnen dan een andere patiënt in uw plaats helpen.
Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?
Waar moet u zich melden?
Het onderzoek wordt (poli)klinisch gedaan op de endoscopieafdeling. U meldt zich bij de ingang van het ziekenhuis bij de aanmeldzuil. Uit de zuil ontvangt u een ticket.
De gastvrouwen/-mannen in de centrale hal wijzen u graag de weg.
Bij de endoscopieafdeling route 164 (C04-S) meldt u zich met de ticket bij de aanmeldzuil. Daarna neemt u plaats in de wachtkamer.
Onderzoek met sedatie
Soms kan het nodig zijn het onderzoek met een kalmerend middel (sedatie) uit te voeren. Sedatie is geen narcose, maar een ontspanningsmiddel. Van de sedatie kunt u slaperig worden en u merkt u minder van het onderzoek.
Voor toediening van de sedatie brengen we voor het onderzoek een infuusnaald bij u in. In verband met deze voorbereidingen voor het onderzoek, moet u 30 minuten voor het onderzoek komen.
Na het onderzoek blijft u ongeveer 30 minuten in het ziekenhuis zodat we u nog even in de gaten kunnen houden.
Het onderzoek
De endoscopieverpleegkundige brengt u naar de onderzoekskamer. Deze verpleegkundige stelt enkele veiligheidsvragen aan u. U krijgt een ‘knijper’ op uw vinger waarmee we uw hartslag en zuurstofgehalte in het bloed tijdens het onderzoek in de gaten houden. Ook krijgt u een bloeddrukband om voor de bloeddrukmeting. Via de infuusnaald krijgt u de kalmerende en pijnstillende medicijnen.
Voor het onderzoek begint krijgt u een keelspray. Dit middel verdooft uw keel, waardoor u de endoscoop minder goed voelt. Ook krijgt u verdovende druppels in beide neusgaten. Als u een kunstgebit heeft, moet u dat voor het onderzoek uitdoen.
Tijdens het onderzoek ligt u met uw hoofd op een matje op de linkerzij. De arts brengt de dunne scoop met daarop verdovende gel door de neus en via de slokdarm en maag naar de dunne darm. Door de scoop wordt een ‘voerdraad’ gebracht. Wanneer de arts de scoop verwijdert, blijft de voerdraad op zijn plaats liggen. Daarna schuift de arts een sonde over de voerdraad. Vervolgens verwijdert de arts de voerdraad, en blijft de sonde op zijn plaats liggen. Deze wordt met een pleister op de neus en de wang vastgeplakt.
Tijdens het onderzoek kan er wat slijm uit uw mond komen. Dit mag u gewoon laten lopen of de verpleegkundige zuigt het op.
Soms is de inbrengmethode iets anders dan hier beschreven. Dit wordt dan aan u uitgelegd.
Duur van het onderzoek
Het onderzoek duurt ongeveer 20 tot 30 minuten.
Waar moet u op letten direct na het onderzoek / de behandeling?
Begeleiding
Als u sedatie krijgt voor dit onderzoek, is het noodzakelijk dat iemand u ophaalt van de endoscopieafdeling route 164 (C04-S). U mag niet alleen naar huis, ook niet met openbaar vervoer of de taxi. De hele dag mag u geen motorvoertuig besturen (ook geen scootmobiel, fiets, e.d.) en het is verstandig de rest van de dag rustig aan te doen.
Let op: Heeft u dit niet geregeld, dan kan het onderzoek niet doorgaan.
Leefregel
Door de verdoving van de keel kunt u zich verslikken. Daarom mag u tot 30 minuten na het onderzoek niet eten of drinken.
Als u opgenomen bent in het ziekenhuis, gaat u gelijk terug naar de afdeling. Anders blijft u nog ongeveer 30 minuten op de uitslaapkamer.
Na de observatie op de uitslaapkamer moet uw begeleider u ophalen van de Endoscopieafdeling en mag u samen met uw begeleider naar huis.
Wanneer krijgt u de uitslag?
U krijgt een (voorlopig) verslag van het onderzoek mee naar huis.
Wat zijn de risico's, bijwerkingen of complicaties?
Het onderzoek is in principe veilig en weinig belastend. Heel soms kunnen zich problemen (complicaties) voordoen. Bijvoorbeeld een neusbloeding. Dit gaat snel weer over.
Contact bij problemen na uw onderzoek/behandeling
Bij medische problemen na de scopie kunt u contact opnemen met het LUMC via 071-526 91 11 en vragen naar de dienstdoende maag-darm-leverarts.
Contactgegevens van de betrokken poliklinieken
Als u vragen heeft, kunt u contact opnemen met het planbureau van de Maag-Darm-Leverziekten. Dat kan op werkdagen tussen 8.00 – 16.00 uur via telefoonnummer 071-5296754. U kunt uw vragen ook stellen via email endoscopie.mdl@lumc.nl of kijk op www.lumc.nl/mijnlumc.