Patiëntenfolder

Indwelling Pleural Catheter (IPC)

Iedereen heeft vocht tussen zijn longvlies en borstvlies. Dit heet pleuravocht. Als uw long- en/of borstvlies aangetast zijn door een ziekte wordt er meer vocht aangemaakt dan er wordt afgevoerd. Door toename van het pleuravocht krijgen de longen minder ruimte en kunt u kortademig worden. Om deze klachten te verlichten worden er ontlastende puncties verricht. Bij een punctie wordt in de vrije pleuraholte geprikt, dit gebeurt met een naald via de borstwand. Nadeel hiervan is dat u steeds opnieuw geprikt moet worden en dus steeds naar het ziekenhuis moet komen. In plaats hiervan kan gekozen worden voor een permanente drain, dit wordt een IPC genoemd. 

Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Longziekten.

Onze zorg

Wat is Indwelling Pleural Catheter (IPC)?

In het LUMC wordt de indwelling pleural catheter (IPC oftewel verblijfsdrain) gebruikt met de naam Rocket®. Dit is een zachte buis of ‘drain’ die in uw borstholte wordt geplaatst om het opgehoopte pleuravocht te verwijderen. Het verwijderen van dit vocht wordt ook wel ‘draineren’ genoemd. Waar de meeste drains kort in het lichaam mogen blijven, kan deze drain onder de huid blijven zitten zolang deze functioneert. De drain kan zowel langdurig als met tussenpozen gebruikt worden. Het draineren gebeurt met een vacuümopvangpot die op de drain wordt aangesloten. Zodra de pot is aangesloten, zal het pleuravocht via de drain uit de borstholte worden gedraineerd. Als er geen vacuümopvangpot is aangesloten aan uw drain, wordt de drain verbonden en afgeplakt.

Het onderzoek / de behandeling

Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?

De drain zal door de longarts op de behandelkamer worden ingebracht. U hoeft hiervoor niet nuchter te zijn. Als u een bloedverdunner gebruikt, moet deze soms voor het plaatsen van de drain tijdelijk gestopt worden. Dit wordt van tevoren door de arts met u besproken. Tijdens het plaatsen van de IPC wordt de arts geassisteerd door twee verpleegkundigen. Terwijl één van de verpleegkundigen de arts assisteert, wordt u door de andere verpleegkundige begeleid tijdens het plaatsen van de drain.

Er zal u gevraagd worden (een gedeelte van) het bovenlichaam te ontbloten. Uw huid wordt gedesinfecteerd. Daarna wordt de huid verdoofd waardoor u de ingreep nog wel voelt maar geen pijn meer doet. Vervolgens maakt de arts twee kleine sneetjes in de huid. Het uiteinde van de drain komt in de borstholte te liggen. Een gedeelte van de drain ligt onder de huid en wordt vastgemaakt met een hechting om te voorkomen dat de drain verschuift. Het sneetje waar de drain uit komt noemen we insteekopening. Deze bevindt zich vaak op een van beide flanken. Na plaatsing steekt het slangetje ongeveer 15 cm uit de borstkas. Daarna kan de drain worden gekoppeld aan een vacuümopvangpot en nadien verbonden worden.

U kunt na plaatsing van de IPC met ontslag en hoeft bij geen bijzonderheden niet in het ziekenhuis te overnachten. De IPC zit na het inbrengen met een hechting vast, maar groeit vast in de huid. De hechtingen mogen dan ook na tien tot veertien dagen worden verwijderd door huisarts, wijkverpleegkundige of bij controlebezoek in het ziekenhuis door longarts of verpleegkundige.

Waar moet u op letten direct na het onderzoek / de behandeling?

Er zal met u worden afgesproken wie de drainages in de thuissituatie zal verrichten. Dit kan en mag door verschillende mensen gedaan worden. Vaak worden de drainages door u zelf of één van uw naasten gedaan. Als dat niet haalbaar is, zal er thuiszorgverlener gevraagd worden dit te doen. Het is handig om de naaste die de drainages met u zal verrichten mee te nemen naar de behandelkamer tijdens de plaatsing. Daar wordt direct een vacuümopvangpot aangesloten en zal uitleg worden gegeven hoe dit thuis te doen.

Er wordt ook met u afgesproken hoe vaak er gedraineerd zal worden, meestal gebeurt dit 2 tot 4 keer per week. Afhankelijk van hoe snel het pleuravocht terug komt, kan deze frequentie aangepast worden. Als er geen vacuümopvangpot is aangesloten op uw drain, dan wordt de drain verbonden en zal onder uw kleding vrijwel niet zichtbaar zijn. U mag uw normale activiteiten uitvoeren. Als de drain goed bedekt is, kunt u ook douchen, baden of zwemmen. Het gesloten systeem en het zelfklevende verband houden vocht buiten. Indien het verband toch nat wordt, dient dit zo snel mogelijk te worden vervangen. 

Wat zijn de risico's, bijwerkingen of complicaties?

Zoals elke behandeling kan ook deze behandeling complicaties met zich meebrengen. Waarschuw arts of verpleegkundige indien u de eerste uren na ingreep klachten krijgt zoals kortademigheid, pijn op de borst, klamheid, zweterigheid, overmatig slap voelen.

De belangrijkste complicaties van intermitterende of permanente drainage zijn:

  • infecties;

  • verstopping van de drain;

  • lekkage bij de insteekplaats

  • Prikkeling van de longbladen door drainage, waardoor klachten als:

    • Pijn
    • Benauwdheid
    • Kriebelhoest
    • moeite met doorademen
    • verhoogde ademhalingsfrequentie
    • verhoogde hartslag
    • veranderde bloeddruk
    • gevoel van onwel worden/collaberen.

Bij klachten van prikkeling van de longbladen, kan met de rollerklem de afvoerslang worden dichtgezet. Indien klachten hiermee niet verdwijnen, kan de arts geraadpleegd worden. 

Nazorg

Waar moet u op letten na uw onderzoek/behandeling?

Benodigdheden

Rocket® IPC Dressing Pack & Bottle Set (zie fig.2) met daarin: 

  • vacuümopvangpot met verbindingsslang 
  • handschoenen 
  • gazen 
  • sponzig splitgaas 
  • afdekfolie 20 x 15 cm 
  • afsluitdopje (steriel verpakt)
  • Alcoholdoekjes

Uitvoering draineren: werkwijze

De werkwijze is als volgt: 

  • Was de handen met water en zeep. 
  • Laat patiënt zitten of liggen. 
  • Open de materiaal set. 
  • Trek de handschoenen aan.
  • Verwijder de oude fixatie-verbandmaterialen.
  • Beoordeel de insteekopening op roodheid en/of pus. 
  • Desinfecteer de insteekopening. 
  • Draai het blauwe schroefdopje van het uiteinde van de Rocket® Pleural Catheter. 
  • Maak het uiteinde van de drain schoon met alcoholdoekje. 
  • Laat minimaal één minuut drogen aan de lucht. 
  • Trek het doorzichtige beschermhoesje van het uiteinde van het verbindingsslangetje aan de fles. 
  • Steek dit uiteinde in het uiteinde van de Rocket® Pleural Catheter, draai de blauwe dopjes op elkaar.
  • Duw de beveiligingsklem op de drain net boven de fles los.
  • Duw voorzichtig op de witte drukknop van het flow controle ventiel halverwege de fles, zodat het vocht gaat stromen. Als u geen of weinig ongemak ervaart, druk dan iets harder op de drukknop waardoor het vocht sneller gaat stromen. Om het ventiel helemaal open te houden, dient u de schuifstrip over de drukknop te schuiven. Wanneer het ventiel helemaal open staat en het pleuravocht zeer snel in de vacuümdrainfles loopt kan dit pijnklachten veroorzaken. 

Nadat het aflopen van pleuravocht is gestopt:

  • Laat de drukknop los of als u de schuifstrip heeft gebruikt, schuif deze naar achteren. 
  • Verwijder de verbindingsslang van de vacuümfles uit de Rocket® Pleural Catheter. 
  • Pak het nieuwe dopje uit zijn verpakking en schroef dit op het uiteinde van Rocket® Pleural Catheter. 
  • Desinfecteer de insteekopening. 
  • Plaats het sponzige splitsgaas om de insteekopening van de Rocket® Pleural Catheter. 
  • Leg het uitstekende deel van de katheter in een krul op het splitgaas. 
  • Dek dit af met een gaas. 
  • Plak af met de huidfolie uit de materiaal set (huidfolie niet rechtstreeks op de katheter plakken). 
  • Ruim het gebruikte materiaal op. Verpakkingsmateriaal kan bij het huisvuil. 
  • Knip de blauwe dop van de vacuümfles en giet hem leeg in het toilet. Het lege systeem kan bij het huisvuil. 
  • Was de handen met water en zeep.

Leefregels met IPC

  • De geplaatste hechtingen mogen na 10 tot 14 dagen worden verwijderd door huisarts, wijkverpleegkundige of bij controlebezoek in het ziekenhuis door longarts of verpleegkundige. 

  • Verzorg de insteekopening minimaal 1 keer per week. 

  • Na het inbrengen van de IPC mag u 2 dagen niet douchen. Daarna mag dit weer. 
  • Als de insteekopening volledig is genezen kunt u in bad en zwemmen in zee of  in het zwembad met chloorwater. Dit is meestal het geval na 2 weken. Ga niet in hot tubs, rivieren, vijvers of zwembaden zonder chloor.
  • Zorg bij contact met water dat de IPC drain goed is afgeplakt en vervang verbandmaterialen als ze nat zijn geworden. 
  • U mag vliegen met IPC. 
  • Voorkom dat de IPC in kleding vast komt te zitten. 
  • De IPC drain kan blijven zitten zolang het nodig om het pleuravocht af te laten lopen, tenzij er indicaties zijn waardoor het nodig is de drain te verwijderen.

  • Vacuümopvangpotten die u nodig heeft voor IPC drainage zijn op te halen op de behandelkamer van Longziekten, afdeling Endoscopie, locatie C-4-S, route 170.

  • Indien uw hoofdbehandelaar de medisch oncoloog is worden de vacuümopvangpotten door de verpleegkundig specialist van de polikliniek medische oncologie aangevraagd. U kunt met hen contact hierover opnemen. 

Contact bij problemen na uw onderzoek/behandeling

ProbleemActieWanneer bellen?
Lekkende insteekopeningNa het inbrengen van de Rocket® Pleural Catheter is het normaal dat door drukverschil tussen de pleuraholte en de ‘buitenlucht’ pleuravocht langs de insteekopening lekt. De cuff (soort sponsje dat aan de katheterslang zit) is bij het inbrengen van de Rocket® Pleural Catheter in de huid geschoven. Het sponsje groeit vast in de huid waardoor de lekkage met enkele dagen verholpen is.Als de insteekopening blijft lekken.
Lekkend aansluitpunt van de vacuumopvangpotBeoordeel aan de hand van deze handleiding of de verbindingsslang juist is aangesloten. Neem, als het probleem niet op te lossen is, een nieuwe vacuümfles en kijk of het probleem daarmee verholpen is.Indien het probleem niet is opgelost.
Verstopping van de Rocket® Pleural CatheterProbeer verstoppingen te voorkomen door bij bloedspoortjes en stolsels in de Rocket® Pleural Catheter een vacuümfles aan te sluiten.Indien er verstopping blijft bestaan.
Infectie van de insteekopeningWerk zo hygiënisch mogelijk bij het verwisselen van de huidfolie om zo infecties te voorkomen.Bij aanhoudende roodheid en pusvorming.
Koorts en/of koude rillingenWees alert hierop. Infectie van Rocket® Pleural Catheter, pleuravocht en insteekopening kan optreden.Bij temperatuur boven 38 graden en/of koude rillingen.
Pijnklachten na drainerenPijn ontstaat doordat de long zich als gevolg van drainage ontplooit. Met de witte drukknop van het flow controle ventiel kan de snelheid waarmee het pleuravocht gedraineerd wordt veranderd worden. Bij pijn klachten kunt u de snelheid  van drainage verlagen en eventueel kortdurend staken. Als er na afloop van drainage pijnklachten zijn kunt u twee paracetamol tabletten à 500 mg innemen.Als pijn binnen twee uur na drainage niet afneemt.
Benauwdheidsklachten nemen niet af na drainageIndien er slechts weinig pleuravocht in de vacuümopvangpot afloopt kunt u uw houding veranderen en doorzuchten. Indien de benauwdheidsklachten dan aanhouden, kan er een probleem zijn met het drainagesysteem. Het kan echter ook zijn dat de benauwdheidsklachten een andere oorzaak hebben.Bij aanhoudende benauwdheidsklachten.
De vacuümopvangpot raakt vol en loopt daardoor niet meer, maar de klachten zijn niet afgenomenOntkoppel de vacuümopvangpot. Sluit na 3 uur een nieuwe pot aan. Let op, laat nooit meer dan 1000ml pleuravocht per keer aflopen.Bij aanhoudende benauwdheidsklachten.
Meer informatie

Contactgegevens van de betrokken poliklinieken

Polikliniek Longziekten, locatie B-2-Q, route 26, telefoon 071 526 37 42 

Buiten kantooruren: LOKL (verpleegafdeling Longziekten) telefoon 071 526 22 12

Polikliniek Medische Oncologie, locatie B-3-P, route  35, telefoon 071 529 80 73