Atrioventriculaire nodale re-entry tachycardie (AVNRT)
Hart Long Centrum.
Wat is Atrioventriculaire nodale re-entry tachycardie (AVNRT)?
Een normaal hartritme is regelmatig en afkomstig vanuit één plek in het hart, de sinusknoop. Hier wordt een prikkel afgegeven die door het hart, via de zogenaamde AV-knoop, wordt doorgegeven aan de kamers. Op deze manier wordt het rond pompen van bloed in gang gezet.
Bij een AVNRT zijn er in de AV-knoop niet één, maar twee bundels die de prikkel voort geleiden: een snelle en een langzame bundel. Deze bundels vormen samen een soort van rotonde. De ritmestoornis ontstaat wanneer een elektrische prikkel aankomt bij de AV-knoop en vervolgens binnen de AV-knoop blijft rondgaan in cirkels. We noemen dat een re-entry tachycardie. De boezems en kamers trekken niet alleen snel, maar ook tegelijk samen.
Verschijnselen
Een AVNRT begint plotseling en kan ook plotsteling weer verdwijnen. Tijdens de hartritmestoornis ervaart u hartkloppingen. De hartslag is zeer snel en regelmatig en kan oplopen tot 150-200 slagen per minuut. Soms gaat het gepaard met duizeligheid. Opvallend is het kloppen van de aders in de hals (kikkerfenomeen). De hartritmestoornis is in de regel niet gevaarlijk, maar kan wel heel hinderlijk zijn.
Een aanval kan enkele seconden tot uren duren. De ritmestoornis kan ook vanzelf over gaan. Een AVNRT kan ook gestopt worden door bepaalde handelingen uit te voeren. Dit zijn handelingen die de AV-knoop beïnvloeden. Dat noemen we een 'vagale manoeuvres'. Voorbeelden van deze handelingen zijn hard persen, hoesten, adem inhouden, drukken op een van de halsslagaders in de nek en uw hoofd in koud water dompelen.
Oorzaak
De oorzaak is dat er in uw AV-knoop niet 1 maar 2 bundels zijn die prikkels voort geleiden: een snelle en langzame bundel. De bundels vormen een soort van rotonde. Bij een AVNRT komen elektrische prikkels aan bij de AV-knoop en draaien de prikkels via deze rotonde rond binnen de AV-knoop. Door deze elektrische rondgang (cirkel) worden boezems en kamers met een hoge snelheid geprikkeld. Er ontstaat een regelmatige, snelle hartslag.
Deze bundel is aangeboren, maar is niet erfelijk. Het komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Vaak wordt deze ritmestoornis ontdekt bij mensen tussen de 15 en 35 jaar.
Waarom u bij ons in goede handen bent
Het LUMC heeft een zeer ervaren team van cardiologen die gespecialiseerd zijn in hartritmestoornissen en ablaties. Als excellent centrum kunnen wij u op het gebied van ablaties alle behandelopties aanbieden. Patiënten vanuit heel Nederland en ook vanuit Europa worden door andere cardiologen naar ons toe verwezen. Wij bieden een persoonlijke benadering waarbij wij u en uw gezondheid centraal zetten. Tevens wordt u tijdens het hele proces goed begeleidt door een van onze verpleegkundig specialisten en/of cardiologen.
Daarnaast doen wij wetenschappelijk onderzoek om de kwaliteit van zorg continu te kunnen blijven verbeteren.
Een AVNRT is met een ECG vast te stellen. Soms is een Elektrofysiologisch onderzoek (EFO) nodig om te kijken of de ritmestoornis een AVNRT is. Dit onderzoek wordt dan voor een eventuele ablatie gedaan.
Welke behandelingen zijn er mogelijk?
Een AVNRT kan behandeld worden met medicatie. Dit zijn medicijnen die de prikkels via de AV-knoop vertragen, zoals bètablokkers of calciumblokkers. De medicatie kan ingenomen worden op het moment dat de ritmestoornis optreedt. Ook kan het nodig zijn om de medicatie dagelijks te gebruiken, om te voorkomen dat de ritmestoornis terug komt. Deze medicatie is niet altijd effectief.
Een krachtiger medicijn om de AVNRT te stoppen is adenosine. Dit wordt alleen in het ziekenhuis gegeven wanneer u een aanval van deze ritmestoornis heeft die niet spontaan overgaat.
Volgens internationale richtlijnen is een ablatie de beste keus voor de behandeling van een AVNRT. Bij een ablatie wordt een van de twee prikkelverbindingen in de AV-knoop weggebrand.
Wat is de prognose?
Na een eventuele ablatie komt bij 90 van de 100 personen de ritmestoornis niet meer terug.
Wat zijn de risico's, bijwerkingen of complicaties?
Er is een klein risico dat de beide prikkelverbindingen worden geraakt tijdens de ablatie. Ongeveer 1 op de 2000 mensen overkomt dit. Als dit gebeurt, kan de prikkelgeleiding tussen de boezems en kamers wegvallen, dit heet een totaal AV-blok. Indien dit gebeurt, dan heeft u een pacemaker nodig.
Welke specifieke nazorg kunnen we bieden bij deze aandoening?
Als u medicatie krijgt, zal er bij het volgende polibezoek gevraagd worden naar uw klachten en eventuele bijwerkingen van de medicatie.
Na een succesvolle ablatie kunt u deze ritmestoornis niet terugkrijgen en is een eenmalig polibezoek na de ingreep voldoende.
Behandelteam
De afdelingen waar u mee te maken kunt krijgen zijn: de polikliniek Hartziekten in het LUMC (algemeen spreekuur of ritmespreekuur), Cardiologie Centrum Voorschoten, Poliklinisch Centrum Lisse, eventueel de Hartfunctieafdeling, de Hartkatheterisatieafdeling en de Verpleegafdeling Hartziekten.
Contact
Wanneer u na het lezen van deze folder nog vragen hebt, kunt u terecht bij uw behandelend cardioloog en/of verpleegkundig specialist.
Polikliniek hartziekten:
Telefoonnummer 071-526 37 14, maandag t/m vrijdag van 8.30-12.00 en 13.30-16.00 uur.
E-mailadres: hartpoli@lumc.nl
Indien u verhinderd bent, dient u dit zo spoedig mogelijk te laten weten zodat er een andere patiënt opgeroepen kan worden.