Patiëntenfolder

Katheterablatie voor PVC (prematuur ventriculair complex) en VT (ventriculaire tachycardie)

Bij u zijn overslagen (PVC’s) of snelle regelmatige ritmestoornissen uit de hartkamers (VT’s) geconstateerd. U gaat een ingreep krijgen via de lies, dit heet een katheterablatie. De ablatiebehandeling wordt gedaan met radiofrequente energie (branden). Deze folder geeft informatie over deze ingreep en wat u kan verwachten tijdens de opname.

Het Hart Long Centrum

Onze zorg

Wat is Katheterablatie voor PVC (prematuur ventriculair complex) en VT (ventriculaire tachycardie)?

Een ablatie is een techniek waarbij met behulp van een katheter met opzet hartweefsel plaatselijk wordt beschadigd. Hiermee kan de oorzaak van een abnormaal hartritme worden weggenomen. Dit gebeurt met katheters die worden ingebracht via de lies (Afbeelding 1).

Bij mensen met een hartafwijking komen VT’s vaak uit een littekengebied. De beschadigingen worden meestal alleen aangebracht in dit littekengebied en hebben geen invloed op de pompfunctie van het hart.

Afbeelding 1. Hartkatheterisatiekamer tijdens een ablatie.

Waarom doen we dit onderzoek/deze behandeling?

We doen deze ingreep omdat bij u een ritmestoornis vanuit de kamers is geconstateerd.

Waarom u bij ons in goede handen bent

Het LUMC heeft een zeer ervaren team van cardiologen die gespecialiseerd zijn in ablaties. Als excellent centrum kunnen wij u op het gebied van ablaties alle behandelopties aanbieden. Patiënten vanuit heel Nederland en ook vanuit Europa worden door andere cardiologen naar ons toe verwezen. Wij bieden een persoonlijke benadering waarbij wij u en uw gezondheid centraal zetten. Tevens wordt u tijdens het hele proces goed begeleidt door een van onze verpleegkundig specialisten en/of cardiologen.  

Daarnaast doen wij veel wetenschappelijk onderzoek om de kwaliteit van zorg continu te kunnen blijven verbeteren. 

Voorbereiding

Wat gaat er vooraf aan het onderzoek of de behandeling?

Als u bloedverdunners slikt moet u deze gewoon doorslikken tijdens de opname. Als u medicijnen gebruikt om ritmestoornissen te voorkomen of onderdrukken moet u deze meestal drie dagen voor de ingreep stoppen. De instructies ontvangt u in een aparte brief.

U wordt opgenomen in het ziekenhuis. Er wordt een elektrocardiogram (ECG) gemaakt, een infuus geplaatst en bloed afgenomen. Soms wordt er nog een echo van uw hart gemaakt en wordt uw ICD (als u die heeft) doorgemeten. Als de ablatie vroeg in de ochtend plaatsvindt, wordt u de dag ervoor opgenomen. Als de ablatie later plaatsvindt, wordt u in de ochtend opgenomen.

Hoe kunt u zich voorbereiden?

Bereid uw gesprek bij de arts of verpleegkundig specialist altijd goed voor:

  • Schrijf vragen die u heeft van te voren op.
  • Neem altijd een actuele medicijn lijst mee naar uw afspraak in het ziekenhuis.
  • Vraag eventuele allergieën voor medicijnen goed na bij de apotheek.

Het onderzoek / de behandeling

Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?

De ingreep wordt uitgevoerd door een cardioloog gespecialiseerd in de behandeling van hartritmestoornissen. Op de hartkatheterisatiekamer gaat u op de behandeltafel liggen. De meeste patiënten blijven tijdens de ingreep wakker en krijgen pijnstilling. Soms vindt de ingreep plaats onder diepe sedatie, dit is een lichte vorm van narcose. Er is een aparte folder over diepe sedatie. U krijgt een grote doek over u heen, tot aan uw kin. Na een plaatselijke verdoving in de rechterlies wordt daar het bloedvat aangeprikt: de ader en, indien nodig, ook de slagader. Via het bloedvat worden katheters (lange flexibele slangen)naar het hart gebracht. Tijdens de ingreep is het belangrijk dat u heel stil blijft liggen, zodat navigatieapparatuur niet wordt verstoord.

Ablatie voor overslagen (PVC’s)

De oorsprong van de overslagen wordt met de katheter in het hart opgezocht. Als de oorsprong gevonden is, dan wordt ablatie uitgevoerd: door middel van verhitting worden kleine littekentjes gemaakt. U krijgt pijnstilling in het infuus. Na de ablatie wordt tijdens een wachttijd gecontroleerd of de overslagen weg zijn en wegblijven. In sommige gevallen lukt het niet om een beschadiging op de juiste plek aan te brengen, bijvoorbeeld omdat deze plek niet goed bereikbaar is.

Het is belangrijk om te weten dat de succeskansen van PVC-ablatie veel hoger zijn als er op het moment van de ablatie veel PVC’s aanwezig zijn. Als er geen PVC’s aanwezig zijn op het moment van de ablatie, dan kan deze niet worden uitgevoerd.

Ablatie voor snelle regelmatige ritmestoornissen vanuit de hartkamers (VT’s)

Uw cardioloog bespreekt de benadering met u: via de lies (vrijwel altijd), met een prik onder het borstbeen (soms) of in samenwerking met de hartchirurg (zeldzaam). De VT wordt aan het begin van de ingreep vaak kort opgewekt en weer gestopt. De VT wordt gestopt met kleine pijnloze elektrische prikkels in het hart, of met een elektrische shock terwijl u slaapt. De elektrische activiteit in het hart wordt nauwkeurig bekeken. De gebieden die de ritmestoornissen veroorzaken worden opgezocht. Als de oorsprong gevonden is, dan wordt ablatie uitgevoerd: door middel van verhitting worden kleine littekentjes gemaakt. U krijgt pijnstilling in het infuus. Na de ablatie wordt gecontroleerd of er nog VT’s opgewekt kunnen worden. In sommige gevallen lukt het niet om een beschadiging op de juiste plek aan te brengen, bijvoorbeeld omdat deze plek niet goed bereikbaar is.

Einde van de ingreep

De duur van de ingreep is afhankelijk van het type ritmestoornis en de eigenschappen van uw hart. De duur varieert van ongeveer 2 tot 6 uur. Als de ablatie voltooid is, dan worden de katheters uit de lies verwijderd. Er wordt een hechting geplaatst. U wordt weer in uw bed geholpen en terug gebracht naar uw kamer op de verpleegafdeling.

Waar moet u op letten direct na het onderzoek / de behandeling?

Op de verpleegafdeling mag u weer gewoon eten en drinken. Wel moet u plat liggen en mag u het rechterbeen niet buigen. Er wordt bij u nog een hartfilmpje gemaakt ter controle. Na 4 uur wordt de lies gecontroleerd en mag u weer overeind en uit bed. Meestal mag u de dag daarna weer naar huis. 

Zorg ervoor dat iemand u met de auto komt ophalen. Doe in de eerste week rustig aan en vermijd zwaar tillen, persen, autorijden, fietsen of sporten om een bloeduitstorting in de lies te voorkomen. Met deze voorzorgsmaatregelen kunt u uw normale dagelijkse activiteiten oppakken. Tijdens de opname krijgt u nog een aparte folder met leefregels.

Wanneer krijgt u de uitslag?

Tijdens de procedure hoort u van de cardioloog of de ingreep wel of niet geslaagd is. Eventueel kan de zaalarts of verpleegkundig specialist op de afdeling dit nog een keer toelichten.

Wat is de prognose?

De succeskans is afhankelijk van het type ritmestoornis en de eigenschappen van uw hart (wel of geen onderliggende hartaandoening, type hartaandoening). De arts bespreekt de succeskans met u.

Wat zijn de risico's, bijwerkingen of complicaties?

Aan de meeste medische ingrepen zijn risico’s verbonden. Bij alle ablatie behandelingen kunnen liescomplicaties optreden: een bloeding of een zwelling in de lies. De overige risico’s zijn per patiënt en per ingreep verschillend, in het algemeen zijn ze klein. De kans op ernstige complicaties is zeer klein. De arts bespreekt de risico’s van uw type ingreep met u.

Nazorg

Welke specifieke nazorg kunnen wij bieden?

U wordt na deze ablatie nog (minimaal) tweemaal terug gezien op de polikliniek in het LUMC. Voorafgaande aan dit bezoek wordt er bloed bij u afgenomen, krijgt u een echo van uw hart en krijgt u een 24-uurs holter ECG of wordt de ICD uitgelezen.

Na deze twee bezoeken wordt gekeken of u nog onder controle moet blijven van een cardioloog of dat de controles gestopt kunnen worden. Heeft u een cardioloog in een ander ziekenhuis, dan wordt u na deze twee controles daar weer naar toe terug verwezen.

Waar moet u op letten na uw onderzoek/behandeling?

De ritmestoornis dient u na een succesvolle ablatie niet meer terug te voelen. Wel kan het zijn dat u zich nog wat moe voelt na de ablatie. Uw hart en uw lichaam moeten zich nog enigszins aanpassen. Deze klachten verbeteren zich in de loop van de tijd spontaan.

Soms kunnen de medicijnen voor uw hartritme gestopt worden na de ablatie. Of dat bij u het geval is, zal de zaalarts met uw bespreken.

Om het risico op stolsels in het hart na de ingreep zo klein mogelijk te houden is het belangrijk dat u de bloedverdunners de eerste maand na ablatie niet onderbreekt, ook niet tijdelijk. Eventuele niet-urgente medische of tandheelkundige ingrepen moeten uitgesteld worden als hiervoor de bloedverdunners gestaakt moeten worden.

Contact bij problemen na uw onderzoek/behandeling

Neem contact op met een arts of verpleegkundig specialist:

  • Indien er toename van zwelling, pijn en/of roodheid van uw lies is.
  • Indien u last heeft van kortademigheid of pijn op de borst.
  • Indien u bij slikken pijnklachten achter het hart heeft.
Behandelteam

Ons team van medisch personeel bestaat uit: verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten, arts-assistenten en cardiologen.

Meer informatie

Contactgegevens van de betrokken poliklinieken

Wanneer u na het lezen van deze folder nog vragen hebt, kunt u terecht bij uw behandelend cardioloog en/of verpleegkundig specialist. Als u opgenomen bent kunt u ook terecht bij de verpleegkundige en de zaalarts op uw afdeling. De arts die het onderzoek en de behandeling uitvoert, vertelt u steeds wat er gaat gebeuren. Ook dan kunt u vragen stellen.

Polikliniek hartziekten:

Telefoonnummer 071-526 37 14, maandag t/m vrijdag van 8.30-12.00 en 13.30-16.00 uur. 
E-mailadres: hartpoli@lumc.nl

Indien u verhinderd bent, dient u dit zo spoedig mogelijk te laten weten zodat er een andere patiënt opgeroepen kan worden.