Patiëntenfolder

Watercontrastecho

Watercontrastechoscopie is een eenvoudige manier om poliepen, myomen, vormafwijkingen en andere afwijkingen van de baarmoederholte op te sporen.

Deze informatie is opgesteld door de afdeling Gynaecologie.

Onze zorg

Wat is Watercontrastecho?

Een watercontrastechoscopie is een inwendig echoscopisch onderzoek waarbij de binnenkant van de baarmoeder zichtbaar wordt gemaakt door water in de baarmoederholte in te brengen. Water is op een echo zwart, weefsel in en rond de baarmoederholte is grijs. Door dit kleurverschil is het mogelijk de vorm en de inhoud van de baarmoederholte goed te onderzoeken.

Waarom doen we dit onderzoek/deze behandeling?

De belangrijkste reden voor een waterecho is een onduidelijk beeld van de baarmoederholte bij een gewone echo. Voorbeelden zijn:

  • afwijkingen in de baarmoederholte, zoals myomen (vleesbomen) of poliepen; deze veroorzaken soms afwijkend bloedverlies (hevige menstruaties, tussentijds bloedverlies) of problemen bij het zwanger worden
  • bloedverlies na de overgang
  • vormafwijkingen van de baarmoeder als oorzaak van vruchtbaarheidsproblemen, vroeggeboorte of herhaalde miskramen.
Het onderzoek / de behandeling

Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?

Bij een waterecho ligt u op een gynaecologische stoel met uw benen in beensteunen. Meestal maakt de echografist (arts) eerst een vaginale echo en brengt daarna een speculum (spreider) in de vagina (schede). Daarna wordt er door de baarmoederhals een dunne katheter in de baarmoederholte gebracht. Vervolgens maakt men opnieuw een vaginale echo. Terwijl via de katheter steriel water of gel in de baarmoeder gespoten wordt, is op de monitor zichtbaar hoe de baarmoederholte zich vult.  Aan de hand van de gemaakte beelden kan de specialist beoordelen of de holte van de baarmoeder normaal is.

U kunt zelf meekijken. U hoeft voor dit onderzoek geen volle blaas te hebben.

Problemen bij het onderzoek

Soms is het moeilijk de katheter in de baarmoeder te brengen, omdat de baarmoedermond erg nauw is. Dit komt een enkele keer voor bij vrouwen die geen kinderen hebben gehad en bij vrouwen die een ingreep of operatie van de baarmoedermond hebben ondergaan, zoals een bevriezing, laserbehandeling of (lis)conisatie. De arts kan dan proberen de baarmoedermond voorzichtig op te rekken, zo nodig met plaatselijke verdoving.

Bij een te wijde opening van de baarmoedermond loopt het water te snel uit de baarmoederholte weg, zodat deze zich onvoldoende vult. Er ontstaat geen goed beeld op de monitor. Als het onderzoek niet mogelijk is of onvoldoende informatie oplevert, adviseert de gynaecoloog veelal een afspraak waarbij met een camera met water in de baarmoeder wordt gekeken. Meer informatie hierover vindt u in de folder Hysteroscopie

Waar moet u op letten direct na het onderzoek / de behandeling?

Soms is het inbrengen van de katheter kortdurend gevoelig, maar de meeste vrouwen voelen dit nauwelijks. Het inspuiten van het water of gel veroorzaakt soms een lichte menstruatieachtige pijn; de meeste vrouwen voelen ook hiervan niets. Tijdens het onderzoek loopt soms water langs de katheter via de vagina weg. Ook na afloop kunt u nog wat water of gel verliezen dat bloederig kan zijn. Dat kan geen kwaad. Een maandverband is voldoende om het op te vangen.

Wat zijn de risico's, bijwerkingen of complicaties?

De kans op complicaties bij dit onderzoek is zeer klein. Bacteriën die normaal in de vagina aanwezig zijn en die eventueel bij het onderzoek de baarmoeder binnendringen, veroorzaken zelden een ontsteking. Wel kan een ontsteking ontstaan als u besmet bent met een seksueel overdraagbare aandoening (geslachtsziekte) zoals een Chlamydia infectie. Bent u bang na onveilig seksueel contact een dergelijke infectie te hebben opgelopen, dan is het verstandig dit te melden. De gynaecoloog neemt dan eerst een kweek af om een dergelijk infectie uit te sluiten.

Wanneer is het beter het onderzoek uit te stellen?

Het onderzoek wordt niet gedaan als er een kans is dat u net bevrucht of zwanger bent. Daarom doet men het onderzoek het liefst binnen twee weken na het begin van de menstruatie. Gebruikt u de pil of bent u gesteriliseerd, dan kan het onderzoek op elk tijdstip plaatsvinden, hoewel sommige artsen het onderzoek liever niet tijdens de menstruatie doen. Na een pas genezen eileiderontsteking is het doorgaans verstandig enige maanden met het onderzoek te wachten.

Meer informatie

Contactgegevens van de betrokken poliklinieken

Polikliniek Gynaecologie

Locatie H3-P/route 485

Telefoonnummer: 071-5262870

Overig

Bron: Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie