Patiëntenfolder

Zenuwblokkade van de arm (supraclaviculair blok)

U heeft binnenkort een afspraak voor een operatie aan uw arm, waarbij u anesthesie (verdoving) krijgt. De anesthesioloog kan samen met u besluiten om een zenuwblokkade uit te voeren. Alleen het gedeelte waaraan u geopereerd zal worden, wordt dan verdoofd. Dit noemen we een supraclaviculaire zenuwblokkade.

Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Anesthesiologie.

Onze zorg

Wat is een zenuwblokkade van de arm (supraclaviculair blok)?

Kracht en gevoel in de armen wordt mogelijk gemaakt door zenuwen. Deze zenuwen beginnen in het ruggenmerg en lopen in bundels door uw arm heen. Bij een supraclaviculaire zenuwblokkade brengen we met een echo de zenuwbundels in beeld. Vervolgens spuiten we een verdovingsmiddel rond deze zenuwbundels. Dit verdovingsmiddel zorgt er voor dat u geen pijn voelt tijdens de operatie. Aanraking kunt u mogelijk wel voelen. Ook na de operatie werkt de blokkade nog uren door, zodat u goede pijnstilling heeft.

Voorbereiding

Wat gaat er vooraf aan het onderzoek of de behandeling?

De kans bestaat dat de anesthesietechniek zoals met u besproken is, nog aangepast gaat worden. Dat kan verschillende redenen hebben. Uw anesthesioloog zal dat dan op de dag van de operatie opnieuw met u bespreken.

Het onderzoek / de behandeling

Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?

De zenuwen die verdoofd moeten worden, zullen met behulp van een echo worden opgezocht. De anesthesioloog zoekt deze zenuwen op boven het sleutelbeen. Rondom de zenuw spuit de anesthesioloog verdovingsvloeistof in. Hiervoor is meestal 1 prik door de huid nodig. Aan de naald zit ook een ‘elektrostimulator’, die kleine stroomstootjes afgeeft. De arm kan door de stroomstootjes bewegingen maken zonder dat u daar controle over heeft. Door deze bewegingen weten we dat we op de goede plek zitten.   

Na het inspuiten van de verdoving zult u merken dat uw arm gaat tintelen en warm wordt. Later verdwijnt het gevoel en kunt u de arm tijdelijk niet meer bewegen. Het inwerken van de verdoving duurt 15 tot 45 minuten. Als u wilt, kunt u tijdens de operatie wakker blijven. Maar u kunt ook om een slaapmiddel vragen als u dit liever heeft. Het operatiegebied zal helemaal afgedekt zijn zodat u niks van de operatie kunt zien.

Waar moet u op letten direct na het onderzoek / de behandeling?

Afhankelijk van het gebruikte medicijn zal het 12 tot 24 uur duren voordat de verdoving is uitgewerkt. De eerste tekenen van uitwerken van de verdoving zijn bijvoorbeeld tintelingen of het terugkomen van de kracht in uw arm. Ook kan pijn optreden bij het uitwerken van de verdoving. Dit is normaal en niet schadelijk. Wacht dan niet te lang en vraag de verpleegkundige om een pijnstiller, of neem de voorgeschreven pijnstiller in.  

Na een zenuwblokkade van uw arm hoeft u niet te wachten tot de verdoving volledig is uitgewerkt voordat u naar huis kunt. U moet de arm wel in een mitella dragen zodat u de arm niet kunt bezeren. Dit kan gebeuren omdat het gevoel soms nog niet helemaal terug gekeerd is. 

Wat zijn de risico's, bijwerkingen of complicaties?

  • Het kan voorkomen dat de zenuwblokkade onvoldoende pijnstilling tijdens de operatie geeft. In dat geval zal de chirurg plaatselijk extra verdoving toedienen in het operatiegebied. Als dit ook nog niet genoeg helpt, is het nodig om u alsnog algehele anesthesie te geven, dus u onder narcose te brengen.  
  • Bij het aanprikken van de zenuwstructuren net boven het sleutelbeen, is er een zeer kleine kans dat de top van de long wordt aangeprikt. Behandeling daarvan is goed mogelijk.  
  • Het kan voorkomen dat een gedeelte van het middenrif mee wordt verdoofd. Dit kan een benauwd gevoel geven. De kans hierop is groter als u een longziekte heeft. Mocht u dit ervaren op het moment van of na het prikken van deze verdoving, geeft u dit dan aan bij de anesthesioloog.  
  • Ook kunt u door de zenuwblokkade van de schouder tijdelijk hees worden. Dit komt omdat de zenuwen van de stembanden ook verdoofd worden. Dit trekt na een aantal uren weer weg.  
Meer informatie

Contactgegevens van de betrokken poliklinieken

Als u vragen heeft, kunt u contact opnemen met de afdeling Anesthesiologie. Dat kan via telefoonnummer 071-526 45 83 (bereikbaar van ma-vr 10.00-12.00 uur en 15.00-16.30 uur, vr tot 16.00 uur).