Cervicale wortelblokkade (met of zonder PRF (Pulsed Radio Frequente))
Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Anesthesiologie
Wat is een cervicale wortelblokkade?
De wervelkolom bestaat uit wervels. Wervels zijn met elkaar verbonden door een tussenwervelschijf (discus) en twee paar steungewrichtjes (facetgewrichten). Tussen twee wervels treedt er een zenuwwortel uit. Deze zenuwwortels kunnen pijn veroorzaken, bijvoorbeeld bij een hernia (uitstulping van de discus) of door vernauwing van het wervelkanaal bij slijtage, waardoor er druk op de zenuwwortel komt. Zenuwwortelblokkades kunnen in de nek-, borst- en lendenwervelkolom toegepast worden. Een cervicale wortelblokkade betreft de nek. Bij een zenuwwortelblokkade wordt de pijngeleiding beïnvloed, zodat het pijnsignaal voor langere tijd verminderd kan worden doorgegeven.
Hoe kunt u zich voorbereiden?
Waar moet u zich melden?
U krijgt een brief toegezonden per post. Hierin staat hoe laat en op welke afdeling u zich moet melden.
Eten en drinken
U mag voor de behandeling gewoon eten en drinken.
Bloedverdunners
Als u bloedverdunners gebruikt zal de pijnspecialist u op de polikliniek of telefonisch instructies geven wat u moet doen met uw bloedverdunners. Zorg dat u weet hoeveel dagen u voor uw behandeling met de bloedverdunners moet stoppen.
Instructies ten aanzien van bloedverdunners via de trombosedienst
Indien u bekend bent bij de trombosedienst, regelt deze op ons verzoek wanneer u stopt met de bloedverdunners. Een controle INR is in dit geval vereist voor de verrichting, dit kan met uw eigen thuismeting of via de trombosedienst. Indien dit niet mogelijk is, zal er een uur voor de verrichting een INR moeten worden bepaald in het LUMC laboratorium.
Kleding, sieraden en protheses
U krijgt op de afdeling een operatiejasje aan. Sieraden blijven op de afdeling.
Ook belangrijk
Meld voor de behandeling altijd aan de pijnspecialist of verpleegkundige of:
- U (mogelijk) zwanger bent
- U allergisch bent voor contrastvloeistof, jodium of medicijnen
- U een pacemaker of ICD heeft
Neem voor de behandeling contact op met het Pijncentrum als:
- U geen pijn of klachten meer heeft
- U de dag van de behandeling ziek bent of koorts heeft
Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?
Op de dag van de behandeling wordt u opgenomen in het LUMC. Wanneer u aan de beurt bent, wordt u naar het operatiecomplex gebracht. U komt op uw rug op de behandeltafel te liggen. Met behulp van röntgenstralen brengt de pijnspecialist een naald in de nek, tot dicht bij de zenuwwortel. Met de hulp van contrastvloeistof wordt gecontroleerd of de naald correct is gepositioneerd. Hierna zal de pijnspecialist medicijnen toedienen rondom de zenuwwortel. Dit betreft een lokale verdoving, meestal in combinatie met een ontstekingsremmer (corticosteroïd). De lokale verdoving zorgt meestal vrij snel voor vermindering van de pijn, echter nadat deze is uitgewerkt kan de pijn terug komen. De ontstekingsremmer heeft soms tot twee weken nodig om in te werken. Deze vermindert de zwelling van de zenuw, deze krijgt daardoor wat meer ruimte en geeft minder pijnklachten. De ontstekingsremmers kunnen enkele maanden voor pijnvermindering zorgen.
In sommige gevallen wordt de zenuwwortel daarnaast behandeld met een PRF-behandeling. PRF staat voor Pulsed Radio Frequente-stroom waarmee een elektrisch veld rondom de zenuw ontstaat. Hiermee wordt de zenuw behandeld en vermindert de pijn. De behandeling duurt ongeveer 30 minuten.
Waar moet u op letten direct na het onderzoek / de behandeling?
Wat gebeurt er na de behandeling?
Na de behandeling wordt u weer naar de afdeling terug gebracht. Hier blijft u minstens 30 minuten ter observatie. De verpleegkundige zal letten op de beweging van de armen. U kunt namelijk tijdelijk minder kracht en een verdoofd gevoel hebben in de armen, dit komt door de medicatie die is toegediend.
Naar huis
Houdt u er rekening mee dat u een begeleider heeft die u naar huis brengt. U mag niet zelf actief deelnemen aan het verkeer.
Wat zijn de risico's, bijwerkingen of complicaties?
Uw pijnspecialist zal de behandeling zorgvuldig uitvoeren. Toch bestaat er een kleine kans op complicaties:
Napijn
Toename van pijn
Verminderd gevoel of verminderde kracht in de armen
Een bloeding
Een infectie. Krijgt u koorts? Neem dan contact op met uw pijnspecialist of huisarts.
Als er ontstekingsremmers (corticosteroïden) zijn ingespoten, kunt u ongeveer tot drie dagen na de behandeling last hebben van bijwerkingen. Deze gaan vanzelf weer over.
Mogelijke bijwerkingen zijn:
- Een rood of warm gezicht
- Opvliegers
- Ontregelde menstruatie
- De anticonceptiepil kan gedurende één cyclus minder betrouwbaar zijn
- Spierkrampen
- Verhoogde bloedsuikerspiegel. Heeft u diabetes (suikerziekte)? Controleer dan de eerste dagen na de behandeling regelmatig de bloedsuikerspiegel.
Welke specifieke nazorg kunnen wij bieden?
Controle
U krijgt zes weken na de behandeling een telefonische controle. Tijdens dit gesprek zal het effect van de blokkade worden geëvalueerd en het beleid besproken worden.
Waar moet u op letten na uw onderzoek/behandeling?
Pijnmedicatie
U gaat door met de pijnmedicatie u in dezelfde dosering als voor de behandeling, tenzij de pijnspecialist u een andere instructie heeft gegeven.
Bloedverdunners
De pijnspecialist zal u bij ontslag een instructie geven wanneer u uw bloedverdunners mag hervatten.
Napijn
Na de behandeling kunt u napijn hebben. Deze napijn kan één tot twee weken aanhouden, maar verdwijnt vanzelf. U kunt hiervoor eventueel een pijnstiller innemen.
Contactgegevens van de betrokken poliklinieken
Bij vragen of problemen kunt u contact opnemen met:
Polikliniek Pijnbehandelcentrum.
Tijdens kantooruren bereikbaar tussen: 08.00 en 10.00 uur en van 13.30 tot 15.00 uur via telefoonnummer 071 - 526 2369.