Patiëntenfolder

Caudale epidurale steroïdinjectie

Met u is op de polikliniek besproken dat u voor de behandeling van uw pijnklachten een corticosteroïdinjectie in het staartbeen zult ondergaan. In deze folder vindt u informatie over de blokkade en instructies over wat te doen rondom de blokkade.

Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Anesthesiologie

Onze zorg

Wat is een caudale epidurale steroid injectie?

De wervelkolom bestaat uit wervels. Wervels zijn met elkaar verbonden door een tussenwervelschijf (discus) en twee paar steungewrichtjes (facetgewrichten). Aan de achterzijde van de wervel zitten de doornuitsteeksels en in de wervel zit het wervelkanaal. In dit wervelkanaal zit het ruggenmerg en in de onderrug de zenuwwortels, dat omgeven is met hersenvocht. De ruimte vlak hiervoor liggend noemen we de epidurale ruimte. Hier treden de zenuwwortels uit naar de benen. Deze ruimte eindigt vlak boven het staartbeen en dit is de caudale epidurale ruimte. Het komt voor dat er bijvoorbeeld bij een hernia (uitstulping van de discus) of door vernauwing van het wervelkanaal bij slijtage, pijn ontstaat naar de benen toe. Een caudale steroïdinjectie kan in dat geval voor enkele maanden pijnstilling geven.

Voorbereiding

Hoe kunt u zich voorbereiden?

Waar moet u zich melden?   

Meldt u zich aan bij de aanmeldzuil in de centrale hal voor een dagticket, hierop staat waar u zich moet melden.

Eten en drinken   

U mag voor de behandeling gewoon eten en drinken.   

Bloedverdunners   

Als u bloedverdunners gebruikt, zal de pijnspecialist u op de polikliniek of telefonisch instructies geven wat u moet doen met uw bloedverdunners. Zorg dat u weet hoeveel dagen u voor uw behandeling met de bloedverdunners moet stoppen.  

Instructies ten aanzien van bloedverdunners via de trombosedienst   

Als u bekend bent bij de trombosedienst, regelt deze op ons verzoek wanneer u stopt met de bloedverdunners. Een controle-INR is in dit geval vereist voor de verrichting, dit kan met uw eigen thuismeting of via de trombosedienst. Als dit niet mogelijk is, zal er een uur voor de verrichting een INR moeten worden bepaald in het LUMC-laboratorium.  

Kleding, sieraden en protheses   

U krijgt op de afdeling een operatiejasje aan. Sieraden blijven op de afdeling.   

Ook belangrijk   

Meld voor de behandeling altijd aan de pijnspecialist of verpleegkundige of:   

  • U (mogelijk) zwanger bent  
  • U allergisch bent voor contrastvloeistof, jodium of medicijnen  
  • U een pacemaker of ICD heeft

Neem voor de behandeling contact op met het Pijnbehandelcentrum als:   

  • U geen pijn of klachten meer heeft 
  • U de dag van de behandeling ziek bent of koorts heeft
Het onderzoek / de behandeling

Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?

Op de dag van de behandeling wordt u opgenomen in het LUMC. Wanneer u aan de beurt bent, wordt u naar het operatiecomplex gebracht. U komt op uw buik op de behandeltafel te liggen. Met behulp van röntgenstralen brengt de pijnspecialist een naald vlak onder het staartbeen, tot in de epidurale ruimte. Met de hulp van contrastvloeistof wordt gecontroleerd of de naald correct is gepositioneerd. Wanneer dit het geval is zal de pijnspecialist medicijnen toedienen om de zenuwwortels te blokkeren. Dit betreft een lokale verdoving en een ontstekingsremmer (corticosteroïd). De lokale verdoving zorgt meestal vrij snel voor vermindering van de pijn, echter nadat deze is uitgewerkt kan de pijn terugkomen. De ontstekingsremmer heeft soms tot twee weken nodig om in te werken. Deze vermindert de zwelling van de zenuw, deze krijgt daardoor wat meer ruimte en geeft minder pijnklachten. De ontstekingsremmers werken gemiddeld twee tot zes maanden. De behandeling duurt ongeveer 30 minuten.

Waar moet u op letten direct na het onderzoek / de behandeling?

Wat gebeurt er na de behandeling?   

Na de behandeling wordt u weer naar de afdeling teruggebracht. Hier blijft u minstens 30 minuten ter observatie. De verpleegkundige zal letten op de beweging van de benen. U kunt namelijk tijdelijk minder kracht en een verdoofd gevoel hebben in de benen, dit komt door de medicijnen die zijn toegediend.   

Naar huis   

Houdt u er rekening mee dat u een begeleider heeft die u naar huis brengt. U mag niet zelf actief deelnemen aan het verkeer.   

Wat zijn de risico's, bijwerkingen of complicaties?

Uw pijnspecialist zal de behandeling zorgvuldig uitvoeren. Toch bestaat er een kleine kans op complicaties. De volgende complicaties kunnen voorkomen:   

  • Een bloeding  
  • Een infectie. Krijgt u koorts? Neem dan contact op met uw pijnspecialist of huisarts  
  • Napijn  
  • Toename van pijn

Als er ontstekingsremmers (corticosteroïden) zijn ingespoten, kunt u ongeveer tot drie dagen na de behandeling last hebben van bijwerkingen. Deze gaan vanzelf weer over. Mogelijke bijwerkingen zijn:   

  • Een rood of warm gezicht  
  • Opvliegers  
  • Ontregelde menstruatie  
  • De anticonceptiepil kan gedurende één cyclus minder betrouwbaar zijn  
  • Spierkrampen 
  • Verhoogde bloedsuikerspiegel. Heeft u diabetes (suikerziekte)? Controleer dan de eerste dagen na de behandeling regelmatig de bloedsuikerspiegel.
Nazorg

Welke specifieke nazorg kunnen wij bieden?

Controle   

U krijgt zes weken na de behandeling een telefonische controle. Tijdens dit gesprek zal het effect van de blokkade worden geëvalueerd en het beleid besproken worden. 

Waar moet u op letten na uw onderzoek/behandeling?

Pijnmedicatie   

U gaat door met de pijnmedicatie in dezelfde dosering als voor de behandeling, tenzij de pijnspecialist u een andere instructie heeft gegeven.   

Bloedverdunners   

De pijnspecialist zal u bij ontslag uitleg geven wanneer u uw bloedverdunners mag hervatten.   

Napijn   

Na de behandeling kunt u napijn hebben. Deze napijn kan één tot twee weken aanhouden, maar verdwijnt vanzelf. U kunt hiervoor eventueel een pijnstiller innemen.   

Meer informatie

Contactgegevens van de betrokken poliklinieken

Bij vragen of problemen kunt u contact opnemen met:  

Polikliniek Pijnbehandelcentrum  

Tijdens kantooruren bereikbaar tussen: 8.00 en 12.00 uur en van 13.00 tot 16.00 uur via telefoonnummer 071 – 526 2369.