Algehele anesthesie
Deze informatie is opgesteld door de afdeling(en) Anesthesiologie.
Wat is algehele anesthesie?
Algehele anesthesie noemen we ook wel narcose. Hierbij is uw hele lichaam verdoofd en bent u buiten bewustzijn. U merkt niets van de operatie en kunt er zich ook later niks van herinneren. De slaapmiddelen krijgt u via een infuus. U wordt beademd en uw hartslag, bloeddruk, zuurstofgehalte en diepte van de anesthesie worden in de gaten gehouden.
Hoe gaat het onderzoek / de behandeling in zijn werk?
De operatie
Wanneer u op de dag van de operatie naar het operatiekamercomplex wordt gebracht, zal er eerst een infuus geprikt worden, als u deze nog niet op de afdeling heeft gekregen. Meestal krijgt u dat infuus in de handrug.
Op de operatiekamer vragen we u op de operatietafel te komen liggen. We sluiten u aan op de monitor. Hiermee houden we uw hartritme, bloeddruk, zuurstofgehalte in het bloed tijdens de operatie in de gaten. In sommige gevallen meten we ook hoe diep u in slaap bent, door middel van een sticker op uw voorhoofd.
Het team zal een briefing uitvoeren. Hierbij vragen we nogmaals naar uw gegevens. We controleren of u de goede patiënt bent, voor de goede operatie, of alle materialen aanwezig zijn en wat we van elkaar verwachten tijdens de operatie.
Daarna krijgt u een kapje met zuurstof op uw neus en mond waar u door ademhaalt. Via het infuus zullen de pijnstilling en de slaapmiddelen worden ingespoten. U voelt zich eerst draaierig worden. Daarna valt u in een diepe slaap.
Eenmaal onder narcose plaatst de anesthesioloog een beademingsbuisje in de keel of mond of luchtpijp. Daarnaast wordt er soms nog een extra infuus, blaaskatheter of maagsonde ingebracht. Is dat het geval, dan is dat van tevoren met u besproken op de polikliniek.
Aanpassingen van anesthesietechniek
De kans bestaat dat de anesthesietechniek zoals met u besproken, nog aangepast gaat worden. Dat kan verschillende redenen hebben. Uw anesthesioloog zal dit dan op de dag van de operatie opnieuw met u bespreken.
Waar moet u op letten direct na het onderzoek / de behandeling?
Na de operatie
Als de operatie klaar is, maakt de anesthesioloog u wakker en verwijdert hij of zij het beademingsbuisje. Daarna gaat u naar de uitslaapkamer. In sommige gevallen wordt u in slaap gehouden en naar de PACU of Intensive Care gebracht. Het beademingsbuisje wordt dan later verwijderd.
Op de uitslaapkamer (ook wel verkoever genoemd) controleren we uw bloeddruk, hartslag, ademhaling en zuurstofgehalte. Als u goed wakker bent en uw pijn onder controle is, wordt u naar de afdeling gebracht waar u was opgenomen.
Wat zijn de risico's, bijwerkingen of complicaties?
Complicaties en bijwerkingen
- Het kan voorkomen dat u misselijk bent of moet overgeven. De anesthesioloog kan proberen deze klachten te verminderen door medicijnen toe te dienen via het infuus.
- Er zou tandbeschadiging kunnen optreden als het plaatsen van het beademingsbuisje moeilijk gaat.
- U kunt last hebben van heesheid of keelpijn als gevolg van het beademingsbuisje. Dit gaat meestal binnen enkele dagen vanzelf over.
- Door een verkeerde ligging tijdens de operatie zou zenuwbeschadiging van een arm of been kunnen optreden. Als gevolg daarvan kunnen tintelingen en krachtsverlies optreden. Dit zou enkele weken kunnen aanhouden. Als de klachten blijven bestaan, adviseren we u contact met ons op te nemen.
Ernstige complicaties komen gelukkig slechts zeer zelden voor. Dit komt meestal door een zeer zeldzame calamiteit, of hangen samen met uw gezondheidstoestand. De anesthesioloog zal het met u bespreken als u extra risico loopt.
Contactgegevens van de betrokken poliklinieken
Als u vragen heeft, kunt u contact opnemen met de afdeling Anesthesiologie. Dat kan via telefoonnummer 071-526 45 83 (bereikbaar van ma-vr 10.00-12.00 uur en 15.00-16.30 uur, vr tot 16.00 uur).