Nursing is a Work of Heart

“Zwangeren komen uit het hele land naar het LUMC voor een foetale behandeling”

15 januari 2025
leestijd
Verpleegkundige Jennie is al dertig jaar expert prenatale diagnostiek en foetale behandeling. Het mooiste aan het vak vindt ze de behandeling van het kind in de baarmoeder. “Foetale behandelingen zijn soms risicovol, maar als je niets doet gaat het in de meeste gevallen niet goed met het kind.”

Wie: Jennie Verdoes (66)
Functie: verpleegkundige prenatale diagnostiek en foetale behandeling
Afdeling: Polikliniek Verloskunde
Bij het LUMC sinds: 1986

Wat heeft jou geïnspireerd om je te specialiseren in foetale behandelingen?

“Toen ik in 1986 voor Verloskunde koos, wist ik nog niet dat het überhaupt mogelijk is om een behandeling toe te passen bij een ongeboren kind. Ik ging aan het werk als teamleider op de afdeling Verloskunde en kwam op die manier in aanraking met foetale therapie. Het had gelijk mijn interesse. In 1994 werd mij gevraagd of ik me erin wilde specialiseren. Er is geen opleiding voor, dus ik heb alles in de praktijk geleerd. Het LUMC is het enige centrum in Nederland waar mensen terechtkunnen voor een foetale behandeling. Dat is goed geregeld in Nederland: we houden de expertise vanwege het geringe aantal behandelingen in één centrum.”

Welke patiënt ben je nooit vergeten?

“Dat is niet één patiënt in het bijzonder, maar er zijn wel patiënten die me extra bijblijven. Bijvoorbeeld ouders die in elke zwangerschap te maken hebben met intra-uteriene bloedtransfusies, omdat het kind bloedarmoede heeft door antistoffen. Dat kan gebeuren als de baby een andere bloedgroep heeft dan de moeder. Die ouders zie ik vaker en dat schept wel een vertrouwensband. Voor sommige mensen is een behandeling echt de laatste kans op het krijgen van een kind.”

Welke ingrepen bij ongeboren kinderen doet het LUMC het meest?

“We doen vooral intra-uteriene transfusies, waarbij we bloed geven aan het ongeboren kind. Dat kan dus nodig zijn als het kind bloedarmoede heeft. Bloedarmoede bij het ongeboren kind is soms levensbedreigend. Ook doen we veel laser-operaties bij het tweelingtransfusiesyndroom. Die aandoening kan voorkomen bij monochoriale tweelingzwangerschappen, waarbij een identieke tweeling een placenta deelt en de bloedstroom niet in evenwicht is. De foetussen kunnen daardoor ernstig ziek worden of veel te vroeg geboren worden met een slechte afloop.”

Hoe groot is de kans op een slechte afloop na een foetale ingreep?

“Die kans is bij intra-uteriene bloedtransfusies veel lager geworden. Het risico op een complicatie is daarbij ongeveer 0,4%. Ik vind het mooi om mee te werken aan een behandeling met zo’n grote kans op een goed resultaat. Natuurlijk zijn foetale behandelingen soms risicovol, maar niets doen is in de meeste gevallen geen goede optie. Er is dan een hoge kans op complicaties en het kind of de kinderen kunnen soms overlijden. Ouders kunnen bij deze gecompliceerde zwangerschappen gebruikmaken van medisch maatschappelijk werk. Dat is een team met veel ervaring in de psychosociale begeleiding van deze ouders.”

Het LUMC doet gemiddeld 250 foetale ingrepen per jaar, dus je staat niet elke dag in de behandelkamer.

“Naast de foetale behandelingen houd ik me ook bezig met de counselingsgesprekken over prenatale screening. Iedere zwangere in Nederland krijgt een counselingsgesprek waarin de verschillende screeningsmogelijkheden besproken worden. Ze kunnen ook gebruikmaken van de prenatale test ‘NIPT’, de 13 wekenecho en de 20 wekenecho. In het counselingsgesprek informeer ik ouders, zodat ze weloverwogen keuzes kunnen maken. De combinatie van prenatale screening, diagnostiek en foetale behandeling zorgt voor een heel leuke afwisseling in mijn werk.”

Je assisteert 30 jaar bij foetale behandelingen. Wat is de grootste verandering in jouw vakgebied?

“We kunnen veel sneller en preciezer vaststellen of een ongeboren kind bloedarmoede heeft. Ook zijn de risico’s van intra-uteriene bloedtransfusies in de loop der jaren veel kleiner geworden. Dit geldt eigenlijk voor alle vormen van foetale behandeling. Dat komt met name door heel veel ervaring, steeds betere echoapparatuur, follow-up onderzoek van het kind of de kinderen en wetenschappelijk onderzoek.”

Als verpleegkundige sta jij niet dagelijks aan het bed. Hoe ervaar jij het contact met patiënten?

“We staan niet dagelijks aan het bed, maar hebben wel dagelijks contact met patiënten. Het contact met de ouders vind ik erg belangrijk, en kan veel betekenen. Soms moeten ze lastige, emotionele beslissingen nemen. Terwijl er in veel gevallen geen echte duidelijkheid is over het verloop van de zwangerschap. Elke dag komen er ouders op onze poli die te horen krijgen dat er iets met hun kind aan de hand is. De gesprekken die de artsen na de echo met de ouders hebben zijn vaak heel intens.”

In april 2025 ga je met pensioen. Heb je daar zin in?

“Veel mensen kijken uit naar hun pensioen, maar om heel eerlijk te zijn: ik niet echt, maar het komt vast goed. Vanaf mijn 18e jaar heb ik met veel plezier fulltime in de zorg gewerkt. Ik besef dat ik heel veel geluk heb gehad met deze baan. Er waren best veel collega’s van het Geboortehuis geïnteresseerd in deze functie. Inmiddels is er een leuke collega aangenomen die nu wordt ingewerkt.” ♥

Strategie-Banner-Samen in zorg, onderzoek en onderwijs.png

Foetale therapie

Een aantal ziekten of aandoeningen van het ongeboren kind kan al voor de geboorte behandeld worden. Deze veelal levensreddende operaties worden in Nederland alleen uitgevoerd in het LUMC. Ons foetale therapieteam staat voor gepersonaliseerde zorg, zoveel mogelijk gebaseerd op wetenschappelijke resultaten. Zie ook de website Foetaletherapie.nl. Op de pagina Patiëntervaringen vind je verhalen van ouders bij wie hun kind(eren) tijdens de geboorte werd(en) gediagnosticeerd met een foetale aandoening.