Oeuvreprijs, subsidie voor onderzoek naar diabetes, en meer
&w=710&h=710)
Meten is weten: Christa Cobbaert ontvangt oeuvreprijs
Christa Cobbaert, hoogleraar klinische chemie en laboratoriumgeneeskunde, is gekozen als winnaar van de MSACL 2025 Distinguished Contribution Award. Dat is een jaarlijkse prijs voor onderzoekers die een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan klinische massaspectrometrie en de toepassing ervan in de wetenschap en gezondheidszorg.
De organisatie koos Cobbaert vanwege haar inzet om massaspectrometrie, een techniek om een moleculaire ‘vingerafdruk’ te maken van een cel of weefsel, en andere diagnostische methoden te verbeteren. En voor haar belangrijke rol in het standaardiseren en betrouwbaarder maken van medische tests wereldwijd.
Behandelingen afstemmen op het individu
Dit soort testen spelen een belangrijke rol in de precisiegeneeskunde, waarbij diagnoses en behandelingen worden afgestemd op het individu. Het verschil tussen mensen zit vooral in eiwitten en stofwisselingsproducten in lichaamsvloeistoffen zoals bloed en urine, niet alleen in genen.
Precisiediagnostiek helpt om behandelingen beter af te stemmen op het fenotype, wat de kans op bijwerkingen en schade vermindert. Door deze testen wereldwijd op dezelfde manier te standaardiseren, kunnen laboratoria en landen resultaten makkelijk vergelijken en uitwisselen.
Voorkomen en voorspellen van ziekten
Massaspectrometrie (MS) is de laatste tien jaar steeds belangrijker geworden als nauwkeurige methode voor laboratoriumonderzoek, vooral bij de meting van kleine moleculen en eiwitten. Dit helpt bij betere en betrouwbaardere diagnoses.
Dankzij technologische vooruitgang kunnen we overstappen van alleen genezen naar ook voorkomen en voorspellen van ziekten. Dit is een grote stap naar veiligere, effectievere en persoonlijkere zorg voor iedereen.
De uitreiking van de Distinguished Contribution Award vindt 23 september plaats in Montreal (Canada), waarbij Cobbaert ook een plenaire lezing geeft.
Bètacellen ontstressen om type 1 diabetes te voorkomen
Type 1 diabetes ontstaat doordat insulineproducerende bètacellen in de alvleesklier worden aangevallen door het eigen immuunsysteem. Er is steeds meer bewijs dat deze auto-immuunreactie wordt veroorzaakt door een combinatie van lokale ontsteking, verschillende stressfactoren en genetische aanleg die zorgt voor ophoping van abnormale of aangepaste eiwitten in de bètacellen.
Een belangrijk proces dat helpt bètacellen te beschermen tegen deze ophoping is RNA-bewerking, uitgevoerd door het ADAR1-eiwit. Dit voorkomt een schadelijke immuunrespons en ontsteking in de alvleesklier. In een tweejarig onderzoeksproject, gefinancierd door het Diabetes Fonds en Stichting DON, onderzoekt dr. Arnaud Zaldumbide welke invloed ADAR1 heeft op het autoimmuniteit, bètacelfunctie, en de cellulaire omgeving van de alvleesklier. Deze kennis kan in de toekomst mogelijk gebruikt worden voor oplossingen die type 1 diabetes kunnen voorkomen.
Subsidie voor onderzoek naar systemische sclerose
Reumatoloog dr. Jeska de Vries-Bouwstra, immunoloog dr. Cynthia Fehres en arts-onderzoeker Lianne Kwant krijgen van ReumaNederland subsidie voor het ToPPS-project, een onderzoek naar de allervroegste fase van systemische sclerose.
Systemische sclerose is een ernstige reumatische auto-immuunsysteemziekte die gekenmerkt wordt door overmatige bindweefselvorming in huid en organen. In de beginfase is deze bindweefselvorming nog niet aanwezig, maar zijn er wel afwijkingen aan de kleine bloedvaten en zijn er auto-antistoffen in het bloed te vinden. Niet iedereen die klachten heeft passend bij de vroegste fase krijgt later systemische sclerose.
In dit project onderzoeken we wat belangrijke risicofactoren zijn voor progressie naar systemische sclerose. Door ons te richten op de kenmerken van de auto-antistoffen en de B-cellen die deze antistoffen produceren, hopen we ook triggers te identificeren die verantwoordelijk zijn voor progressie en die mogelijk in de toekomst een aangrijppunt voor behandeling kunnen zijn. Tot slot ontwikkelen we samen met de patiënten voorlichtingsmateriaal gericht op mensen met klachten die nog geen duidelijke diagnose systemische sclerose hebben.
Ruim € 500.000 euro voor onderzoek naar ketamine bij bipolaire depressie
Psychiater Max de Leeuw ontving een subsidie van bijna € 540.000 van De Hersenstichting voor onderzoek naar de behandeling van therapieresistente bipolaire depressie met iv-ketamine.*
Dankzij deze subsidie kan er onderzoek worden gedaan naar een nieuwe behandeling voor patiënten met een bipolaire stoornis. Naast manische episoden is er bij de bipolaire stoornis sprake van periodes met depressie. Veel patiënten herstellen slechts gedeeltelijk van depressieve episoden, wat hun dagelijks leven sterk beïnvloedt. Huidige medicijnen helpen niet altijd voldoende, waardoor nieuwe behandelopties dringend nodig zijn.
Het onderzoek richt zich op ketamine, een middel dat veelbelovend is gebleken bij depressies zonder onderliggende bipolaire stoornis. Er wordt een studie uitgevoerd waarin de effectiviteit en veiligheid van herhaalde intraveneuze toediening van ketamine wordt getest bij patiënten met therapieresistente bipolaire depressie. Dit onderzoek kan leiden tot een snellere en effectievere behandeling, wat de kwaliteit van leven van deze patiënten aanzienlijk kan verbeteren.
De Leeuw: "Deze subsidie is voor mij als clinicus en onderzoeker een geweldige kans om bij te dragen aan betere zorg voor mensen met bipolaire stoornis."
* Samen met mede-aanvragers drs. Marc Lochmann van Bennekom (Pro Persona), prof. dr. Ralph Kupka (Amsterdam UMC), dr. Jeanine Kamphuis (UMC Groningen), drs. Sanne Smith-Apeldoorn (UMC Groningen), dr. Benno Haarman (UMC Groningen), dr. Jasper Zandvoord (Amsterdam UMC), drs. Janwillem Renes (Altrecht), drs. Henk Mathijssen (Plusminus) en drs. Helen van Gorsel (Plusminus).
LUMC ontvangt € 1.479.000 voor zeldzame aandoeningen
Het LUMC heeft binnen de Europese samenwerking ERDERA € 908.000 ontvangen voor onderzoek en innovaties naar zeldzame aandoeningen in Europa.
ERDERA (European Rare Diseases Research Alliance) is een samenwerking tussen meer dan 170 organisaties uit 37 landen. Het doel van ERDERA is het ondersteunen en verbeteren van onderzoek en innovaties naar zeldzame aandoeningen in Europa. Het project wordt deels gefinancierd met geld uit het Horizon Europe-subsidieprogramma van de Europese Unie. In totaal ontvangt ERDERA een budget van ruim € 56 miljoen.
Binnen het LUMC zijn het Rare Disease Office (hoogleraar zeldzame aandoeningen Nienke Biermasz (Endocrinologie) en adviseur zeldzame aandoeningen Iris Pelsma) en de afdelingen Humane Genetica, Klinische Genetica en Endocrinologie betrokken. Het LUMC leidt vier werkpakketen en is partner in drie andere werkpakketen binnen ERDERA. Het LUMC biedt expertise op het gebied van onder andere het diagnosticeren van on-gediagnosticeerde patiënten (klinisch geneticus Gijs Santen), het beheren van de databank voor zeldzame hormoonaandoening en botziekten (internist-endocrinoloog Natasha Appelman-Dijkstra), manieren om met kleine aantallen patiënten kwalitatief hoogstaand onderzoek te doen (geneticus Annemieke Aartsma-Rus) en het garanderen van de kwaliteit en herhaalbaarheid van data (humane genetica-onderzoeker Marco Roos).
Daarnaast gaat ERDERA samenwerken met het JARDIN-project, een zusterproject dat vorig jaar startte en dat ook deels door de EU wordt betaald, dat zich richt op het integreren van Europese Referentie Netwerken voor patiënten met zeldzame aandoeningen in de nationale zorgsystemen van Europese landen. Binnen het LUMC stuurt Marco Roos samen met een Franse partner het werkpakket ‘Data Management’ van JARDIN-project aan. Het LUMC ontvangt hiervoor € 571.000 .