Afscheid Frida van den Maagdenberg

“Niets is zwart-wit, er zijn altijd grijstinten”

25 maart 2025
leestijd
‘Een financial die verder kijkt dan geld’ noemt zij zichzelf. Rvb-lid Frida van den Maagdenberg verdiept zich graag in allerhande onderwerpen. Ze vertrekt bij het LUMC, maar gaat niet achter de geraniums zitten. “Ik wil nuttig zijn in de samenleving.”

Haar afscheidsontbijt vanochtend om 8.00 uur was typisch iets voor een vroege vogel zoals zij. Elke dag gaat om 5.00 uur de wekker en doet ze eerst 45 minuten oefeningen om fit te blijven. Daarna stapt ze op de fiets naar het station en om 7.40 uur is ze in het LUMC. Want ja, Frida van den Maagdenberg (63) moet als bestuurder gedisciplineerd leven. Door de week drinkt ze geen alcohol. In het weekend doet ze dingen die ze echt belangrijk vindt: sporten en lezen. “Dat is anders dan 10 jaar geleden”, geeft Van den Maagdenberg grif toe. “Ik heb nu in het weekend meer tijd nodig om op te laden.”

Ondanks je drukke baan zie je er altijd tiptop uit, zelfs met sneakers onder je mantelpak. Hoe doe je dat?

Ze lacht. “Ik weet het niet precies, maar ik hou van kleding. Vroeger maakte mijn moeder vaak kleren voor mij. Als tiener vond ik dat maar niets, maar later begon ik het te waarderen. Ik herinner me nog precies welk mantelpakje ze maakte voor welke baan. Ze maakte echt prachtige dingen. Eerst vond ik het lastig om te bekennen dat ik mode leuk vond. Maar toen ik een keer een modetentoonstelling in het Rijksmuseum bezocht, dacht ik: eigenlijk is het best interessant om me hierin te verdiepen. Mode is ook een cultuuruiting.”

Dat Van den Maagdenberg ook graag betrokken is bij maatschappelijke en complexe thema’s, zie je aan de 243 peuken in een grote glazen pot op haar werkkamer. Elke dinsdag ruimt een groepje medewerkers uit protest rond lunchtijd peuken op in de ‘rookvrije zone’ rondom het ziekenhuis. “Ik dacht ik ga een keertje mee met die groep. Ik wil natuurlijk het liefst dat mensen stoppen met roken. Maar toen ik zelf al die peuken zag, dacht ik: dat gaat zo niet. Te veel mensen hebben nu last van dat gerook. Daarom gaan we achter het ziekenhuis weer een rookhok neerzetten, zodat rokers daar naartoe kunnen.”  

Je bent een financial die niet alleen naar geld kijkt. Van welk onderwerp lag je de afgelopen twee jaar het meest wakker?

“De donorbank, die van 1977 tot 2004 functioneerde en een incomplete registratie had. Gynaecoloog Dries Twijnstra en zijn collega’s deden vorig jaar veel uitzoekwerk en voerden veel gesprekken. Daarna stond ik met mijn collega Martin Schalij voor een zaal vol nakomelingen en hun familie. Ze hadden vragen over hun afkomst, mogelijk erfelijke aandoeningen of het aantal nakomelingen van hun donor. Dat was indrukwekkend. Als bestuurder voel ik me ook verantwoordelijk voor wat er vroeger is gebeurd. De effecten van ons medisch handelen kunnen generaties doorwerken. In de eerste 20 jaar van mijn carrière werkte ik op een universiteit, waar je invloed hebt op de toekomst van jongeren. Maar de invloed die je in de gezondheidszorg hebt op mensen, is veel groter.”

Naast de donorbank was er ook veel aandacht voor de fraude met Europese subsidies. Hoe heb je dat ervaren?

“Ik vergeet nooit de dag waarop ik aan de afdeling Radiologie moest vertellen dat we drie onderzoekers hadden ontslagen. Dat vond ik moeilijk, want die medewerkers hadden hier hun hele carrière gewerkt. Niets is zwart-wit, er zijn altijd grijstinten. Ze hadden fouten gemaakt, maar ze waren ook goede collega’s. Ze werkten in een cultuur waarin fraude mogelijk was. Gelukkig heeft de organisatie hiervan geleerd. De externe onderzoekevaluatiecommissie sprak afgelopen najaar veel onderzoekers en was tevreden: er wordt hard gewerkt aan een cultuurverandering.”

Sinds januari 2023 is Van den Maagdenberg verantwoordelijk voor Financiën, IT&DI, Bouwzaken en het Facilitair Bedrijf. Ze werkte verder aan het plan ‘LUMC in transitie’: vanwege tekorten moest er eind 2024 € 54 miljoen bezuinigd zijn. “Toen ik begon, was het meeste werk al gedaan. Vanwege de fraude moesten we een reservering maken voor terugbetaling van Europese subsidies, anders waren we eind 2023 al uit de rode cijfers. Ik heb vooral onze investering in externe bv’s verder geprofessionaliseerd. Verder kennen veel collega’s inmiddels mijn motto: in een ziekenhuis is alles belangrijk, dus maak één keer per jaar bij de begroting duidelijke keuzes. Dan kun je al die zaken die belangrijk zijn onderling wegen.”

De financiële positie van ons ziekenhuis is nu goed, maar je beschrijft nog steeds risico’s in de begroting. Welke beren zie je op de weg?

“Financials zijn altijd een tikkeltje somber.” Ze lacht. “Risico’s zijn er altijd en staan in iedere begroting. Het gaat financieel beter met het LUMC, omdat onze medewerkers hard werken en steeds meer patiënten helpen, en zorgverzekeraars die zorg ook vergoeden tegen reële prijzen. Een van de risico’s is dat we door de krappe arbeidsmarkt te weinig personeel kunnen vinden. Maar als we naar de huidige situatie kijken: we hebben een goede solvabiliteit. Ondanks de bezuinigingen hebben we een groot bouwprogramma. We investeren in een prachtige nieuwe OK, de Spoedeisende Hulp is net geopend, evenals het nieuwe LIGT-centrum, en bij al die bouwinvesteringen nemen we de duurzaamheid goed mee.”  

Je hebt hier ruim twee jaar gewerkt. Welke tip zou je aan collega’s willen geven?

“Bij het maken van onze strategie onderzocht een bureau hoe mensen over ons denken. Veel mensen vinden academische ziekenhuizen arrogant. Maar de reacties vanuit onze omgeving op het LUMC waren sterker dan ik had gedacht. Mijn tip: kijk verder dan je eigen werk en sta open voor anderen. Dit helpt jou in je carrière, maar is ook belangrijk voor ons ziekenhuis. We werken samen met andere ziekenhuizen, de universiteit, het Bio Science Park, de GGD en noem maar op. Nieuwsgierigheid naar elkaar zorgt voor betere zorg, onderzoek en onderwijs. Een mooi voorbeeld vind ik de band tussen ons ziekenhuis en de stad Leiden. Op 3 oktober, Leidens Ontzet, is die band altijd voelbaar. Die wederzijdse trots is waardevol.”

Van den Maagdenberg blijft na haar vertrek op 1 april betrokken bij ons ziekenhuis. Ze wordt voorzitter van een commissie die het beleid van het Anatomisch Museum onderzoekt. “Ik hoorde dat er een rapport komt over het koloniale verleden van de Universiteit Leiden. Toen vroeg ik me af: welke raakvlakken heeft dat met ons Anatomisch Museum? We hebben daar 800 anatomische preparaten, skeletten, schedels en modellen tentoongesteld, ook een paar uit Indonesië. Het is goed om te kijken of ons beleid past bij het nationaal beleidskader voor collecties met een koloniale context. Daarnaast is het museum prachtig gerenoveerd, echt een pareltje. Maar het is maar twee dagen per jaar open. Dat is zonde. Ik vind het leuk om hierover na te denken.” Ze laat een boekje zien. “Dit lees ik nu ter voorbereiding. Het gaat over de anatomische collectie van Harvard University.”    

Vanaf 1 april stop je met fulltime werken. Een collega vertelde dat je het rustiger aan gaat doen en meer tijd met je man wilt doorbrengen.

“Dat klopt. Ik werk straks nog zo’n 20 uur per week in raden van toezicht en commissariaten. Mijn man en ik hebben altijd veel gefietst in de bergen en gewandeld. Misschien gaan we dat weer vaker doen. Maar we gaan echt niet elke dag samen op pad. En ook niet ineens drie maanden naar het buitenland, want ik heb verplichtingen. Maar de werkdruk wordt minder, en dat is fijn. Mijn man zegt: ‘Je hoeft niet de hele tijd thuis te zitten, maar je bent nu wel heel lange dagen weg.’ Straks kan ik meer thuiswerken. Maar ik vind de verandering ook een beetje spannend.”  

Wat vind je spannend aan deze nieuwe fase in je leven?

“Zoals ik al zei: niets is zwart-wit. Meer rust is fijn, maar de verandering is wel erg ‘cold turkey’. De commissariaten doe ik al naast mijn huidige werk, en ik lees altijd al 80 boeken per jaar. Ik ben gewend om efficiënt te leven en wil niet dat de tijd door mijn vingers glipt. Ik wil niet ’s avonds denken: wat heb ik vandaag gedaan? Ik wilde altijd later in de kledingwinkel van een vriendin werken, maar die winkel bestaat niet meer. Daarom heb ik laatst bij mijn favoriete boekhandel gevraagd of ze werk hebben voor twee dagen per week. Het lijkt me hartstikke leuk om tussen de boeken te staan. Mijn ouders hadden vroeger een winkel, dus ik kan goed dingen verkopen!”

Lees ook: Ymke Fokma nieuw lid raad van bestuur LUMC

Strategie-Banner-Algemeen.png