‘Ik hoop dat ik straks als geneesmiddelspecialist bij kan dragen aan betere zorg en zorg op maat’

Waarom koos je voor deze opleiding?

“Ik studeerde Biofarmaceutische Wetenschappen (BFW). Tijdens mijn studie merkte ik dat mijn interesse uitging naar Farmacotherapie en dat lang in een laboratorium staan, niet echt iets voor mij was. Na mijn bachelor ben ik gaan nadenken wat ik leuk vond en wat bij mijn kennis paste. Toen kwam ik heel snel uit bij Farmacie. Door met een aantal minor- en masterstudenten te praten, kon me verder hierin te verdiepen en werd ik steeds enthousiaster. Ook kwam er een apotheker spreken bij mijn studentenvereniging. Die wist heel enthousiast over zijn vak wist te vertellen. Dat vond ik ontzettend gaaf!”

“Daarbij miste ik een stukje zorgverlening bij Biofarmaceutische Wetenschappen. Tijdens de coronapandemie heb ik bij de GGD als vaccinatiemedewerker gewerkt. Ik merkte dat ik het menselijk contact erg leuk vond en miste dit in mijn toekomstperspectief bij BFW. Hierbij lag een studiestap richting de zorg voor de hand. BFW was met name gericht op fundamenteel onderzoek (het vergroten van kennis en begrip). Nu zit ik meer op de toepassing.”

Welke vaardigheden en kennis hoop je op te doen door deze opleiding?

“Vanuit de opleiding wordt heel vaak het woord ‘geneesmiddelspecialist’ gebruikt. Dat vind ik altijd heel mooi. Ik hoop dat ik mezelf ook een geneesmiddelspecialist voel als ik klaar ben. Maar wat ik vooral hoop, is dat ik uiteindelijk bij kan dragen aan betere zorg en zorg op maat.”

Als je het hebt over zorg op maat, wat versta je daaronder?

“De zorg is steeds beter geworden en wat ik persoonlijk heel interessant vind, is dat we nu beter weten waarom een geneesmiddel bij de ene persoon wel werkt en bij de andere niet. En dat we nu voordat we beginnen met het geven van een middel al veel betere keuzes kunnen maken. Onder andere door op basis van het genetisch profiel van een patiënt de dosering van een geneesmiddel aan te passen. Dit kan inmiddels al voorafgaand aan de behandeling, terwijl men vroeger moest bijsturen nadat de behandeling al gestart was. Bijvoorbeeld door bijwerkingen of uitblijvend effect van de behandeling. Dat kunnen we nu in sommige gevallen al voor zijn. Dat is voor de patiënt heel belangrijk.”

Wat vind je het leukste van de opleiding?

“Dat je zelf logisch na leert denken op het moment dat een situatie buiten de richtlijnen valt. Je moet dan tot de beste oplossing komen voor de patiënt. Dat vind ik een leuke puzzel om op te lossen. Ik merk dat hoe verder ik in de opleiding kom, dat het ook comfortabeler wordt om daar iets over te zeggen. Er is ook veel ruimte om vragen te stellen. Daar voel ik me nooit in beperkt. Ook leuk van de opleiding is, is dat je al vroeg de kans krijgt om op alle afdelingen in het ziekenhuis mee te kijken.”

Wat voor vragen kreeg je toen je meeliep op afdelingen in het ziekenhuis?

“Er zijn heel veel vragen over medicatie. Ik heb bijvoorbeeld op de Spoedeisende Hulp meegelopen. Er kwam dan iemand binnen die bepaalde medicatie had gebruikt en aan mij werd gevraagd of ze een bepaalde medicatie konden starten. Het antwoord werd natuurlijk altijd nog wel even gecontroleerd, maar dat was heel erg leuk. Ik heb ook meegemaakt hoe mensen met intoxicaties, een vergiftiging, binnenkwamen, waarbij ik de dienstdoende apotheker mocht helpen bij het opstellen van een goed advies voor de behandeling. Eigenlijk kwamen er van alle afdelingen wel vragen. Met name wanneer een patiënt meerdere geneesmiddelen gebruikte of last had van bijwerkingen, zag ik de meerwaarde van de apotheker. Het kans soms echt een complexe puzzel worden om voor iemand de juiste behandeling te kiezen.”

Wil je later ook ziekenhuisapotheker worden?

“Ik weet nog niet precies wat ik later wil doen. Als je apotheker wilt worden, worden tijdens de opleiding verschillende kanten van het vak belicht. Je gaat al heel snel in het ziekenhuis of een openbare apotheek meelopen. Veel studenten kiezen ook bewust voor de zorg, dus dan is het logisch dat hier meer aandacht voor is. Maar er zijn gebieden buiten de zorg waar apothekers werken waar ik nog niet zoveel vanaf weet. Voor ik die keuze definitief kan maken, wil ik daar nog meer van zien.

 “Je kunt bij waanzinnig veel plekken aan de slag, bijvoorbeeld ook als beleidsmaker of bij farmaceutische bedrijven. Dat is misschien ook wel een tip aan de opleiding. Daar zou ik meer over te weten willen komen in de studie, zodat ik nog beter kan bedenken wat ik leuk vind. Het is overigens niet zo dat er helemaal geen aandacht voor is. Binnenkort is er een bijeenkomst vanuit de studievereniging waarbij gevraagd werd welke sprekers we zouden willen zien. Daar gaven veel studenten ook aan dat ze andere vakgebieden wilden zien en dat wordt dan geregeld. Als studenten aangeven dat ze dat willen zien, dan is daar zeker ruimte voor.”

Er is veel te leren, hoe helpt de opleiding jou hierbij?

“Soms word je een beetje overrompeld met hoeveel er te leren is. Je zou bijvoorbeeld een levensstudie aan oncologie kunnen wijden. Wanneer wij hier een vak over volgen, leren we uiteraard maar een fractie van wat er over te leren valt. Toch merk je dat je met de bagage van je studie al een heel eind komt wanneer coschappen gaat lopen. Je merkt dus echt dat er zorgvuldig is nagedacht over de studiestof. “

Het LUMC biedt een leven lang leren. Van opleidingstrajecten tot specialisaties en nascholingen: wij hebben alleen onder één dak. In deze rubriek vertel een student of cursist hoe de opleiding hun helpt om verder te komen in hun carrière.