‘Houd die open blik’

26 februari 2025
leestijd
Prikkelende vragen stellen om de verdieping op te zoeken, zo ziet Stella Trompet haar studenten groeien. Ze is docent bij de halve minor en master Health, Ageing and Society van het LUMC/Universiteit Leiden. Haar enthousiasme brengt ze over op haar studenten, want ouderen zitten niet achter de geraniums, maar staan volop in het leven. En daar kunnen de studenten volop aan bijdragen.

Foto van Stella Trompet met een banner met tekst 'Daarom docent'

Wat voor lessen geef je?

“Ik ben de coördinator van de halve minor Health, Ageing and Society voor derde- en vierdejaarsstudenten Geneeskunde en derdejaarsstudenten Biomedische Wetenschappen. Daarnaast ben ik binnen de master Health, Ageing and Society lijncoördinator van de educatielijn Research and evidence. Dat gaat over hoe je wetenschappelijk onderzoek goed kunt uitvoeren, begrijpen en interpreteren. Aan het begin van het jaar geef ik twee weken theorie en dan kom ik het hele jaar terug. Elk blok heeft namelijk een eigen opdracht waar Research and Evidence een onderdeel van is.”

Wat vind je het meest uitdagende van het lesgeven?

“Binnen de master hebben we veel studenten met verschillende studieachtergronden. Ze kunnen een geneeskunde-, of zorgachtergrond hebben, maar ook een antropologische achtergrond. We hebben zelfs ook studenten Verpleegkunde en Fysiotherapie. We bieden ze allemaal in principe hetzelfde onderwijs aan. Om die studenten helemaal op een lijn te krijgen, is soms best ingewikkeld. Bijvoorbeeld bij het allereerste practicum wat we doen, dat is een SPSS-practicum. SPSS is een softwareprogramma voor het analyseren van kwantitatieve data. De een heeft er al eerder mee gewerkt en vraagt zich af wat die hier doet. De ander begint echt vanaf de start. Mensen denken vaak dat ze het wel weten als ze het al eerder hebben gehad. Als je dan een aantal prikkelende vragen stelt, dan weten ze het stiekem toch niet zo goed. Bovendien is herhaling niet altijd erg. Je leert hier juist heel veel van. Je kunt dan die verdieping opzoeken die je eigenlijk de eerste keer niet hebt gezien. Dat moeten ze even beseffen.”

Is het ook een voordeel dat studenten verschillende studieachtergronden hebben?

“Zeker, een heel groot voordeel. Het is een uitdaging in de zin van dat je de lesstof hetzelfde aan verschillende mensen aanbiedt, maar ze halen daarnaast natuurlijk elkaars talenten heel sterk naar boven. We hebben drie blokken. Een gaat meer over de biologie, de ander gaat over de medische zorgkant en het laatste blok is meer bestuurskundig. De meeste studenten met een geneeskundeachtergrond zijn in het eerste blok heel goed, maar het laatste blok hebben ze minder weet van. Daar is iemand met een beleidsachtergrond weer beter in. Zo kunnen ze elkaar goed helpen.”

Is er een student jou bijgebleven in de afgelopen jaren?

“Voor veel van de halve-minorstudenten is de minor niet de eerste keuze. Ouderen worden door jonge mensen vaak nog gezien als mensen die achter de geraniums zitten. Dat stoffige imago is natuurlijk voor het overgrote deel helemaal niet waar. De ouderen staan volop in het leven.”

 “Zo was er ook een student uit Brazilië die eigenlijk een andere voorkeur voor een halve minor had, maar bij ons terechtkwam. Hij had zelfs overwogen af te zeggen, maar de tickets waren al geboekt. Dus kwam hij alsnog. Op een gegeven moment ging bij hem de knop om. Hij had een onderwerp voor zijn essay wat hij zó leuk vond, dat hij helemaal enthousiast werd. Later kreeg ik een mailtje of ik zijn referentie wilde zijn voor een andere opleiding in het Ageing-veld. Hij is daarin doorgegaan. We hebben echt zijn wereldbeeld kunnen veranderen. Dat is heel erg mooi.”

Hoe zorg je voor de vertaling van theorie naar praktijk?

“Door écht toegepast onderzoek te doen waarbij we de kennis in de praktijk brengen. Ze moeten bijvoorbeeld bij het blok over biologie een subsidieaanvraag schrijven voor iets nieuws dat ze willen weten op biologiegebied. Hoe ga je dat onderzoeken, waar ga je geld aanvragen en hoe moet de informatie hiervoor worden aangeleverd? Tijdens de Research and Evidence-weken doen de studenten onderzoek op een thema dat is bedacht in samenwerking met ouderen uit het Zuid-Holland Noord Ouderenberaad. Resultaten daarvan worden daarna ook weer aan hen teruggekoppeld. Daarnaast moeten de studenten een nieuwe innovatie voor ouderen bedenken, onderzoeken en presenteren. Ze werken hiervoor samen met de ouderen samen in co-creatiesessies. Zo praten de studenten niet alleen over de doelgroep, maar komen ze samen met ouderen tot oplossingen.”

Hoe help je een student die iets moeilijk vindt?

“We hebben veel vragenuurtjes. Elk blok wel twee of drie. Dan kunnen ze bij mij langskomen om vragen te stellen. Dat zijn echt mooie momenten. Een op een durven ze echt alles te vragen en hun kwetsbaarheid te laten zien waarom het even wel of lukt of niet. We kunnen dan wat dieper op de vraag ingaan. Dan zie je ze vooruitgaan.”

Wat zou je studenten willen meegeven?

“Houd die open blik, denk niet dat je alles al weet. Maar probeer ook vooral toch wat nieuws en diepgang te vinden. En ga vooral zelf de uitdaging aan om dingen continu goed te willen begrijpen en de verdieping daarin te vinden.”

Tot slot, waarom ben je docent?

“Omdat ik de groei van die studenten heel mooi vind om te zien. Zeker een op een, als ik ze wat vertel en je ziet het lampje aangaan. Dat vind ik ontzettend goed. Je kunt ze écht vooruit helpen.”

In ‘Daarom docent’ zijn onze docenten aan het woord. Mensen uit het vak die zich elke dag inzetten voor onze toekomstige zorgprofessionals. Uiteraard met uitdagingen, maar vooral met heel veel plezier.

Strategie-Banner-Onderwijs van de toekomst.png