Oudere vrouwen hebben hogere risico's na behandeling voor baarmoederkanker
Baarmoederkanker
Baarmoederkanker is het meest voorkomende type kanker van de vrouwelijke geslachtsorganen. De kanker ontstaat in het slijmvlies van de baarmoeder, en wordt meestal ontdekt door abnormaal vaginaal bloedverlies. De ziekte is in het algemeen goed te behandelen met een operatie omdat het vaak in een vroeg stadium wordt vastgesteld. Baarmoederkanker komt vooral voor na de menopauze en het is al langer bekend dat oudere vrouwen een slechtere prognose hebben.
Onderzoek naar leeftijd
Famke Wakkerman (foto rechts) en haar collega’s* onderzochten in hoeverre leeftijd een risicofactor bij baarmoederkanker is. “Onderzoek doen naar enkel en alleen het effect van leeftijd is niet gemakkelijk”, legt Wakkerman uit. “Tijdens het ouder worden zijn er vele veranderingen in ons lichaam die een effect kunnen hebben op het ziekteproces. We hebben de verschillende effecten onderzocht met behulp van kunstmatige intelligentie en geavanceerde statistische modellen op ‘s werelds grootste baarmoederkanker-dataset. De dataset bestaat uit de gegevens van 1801 patiënten die meededen aan klinische studies naar baarmoederkanker (de PORTEC-1, -2, en -3 studies).”
De risico's van ouder zijn
Het onderzoek, dat recent is gepubliceerd in het prominente wetenschappelijk tijdschrift The Lancet Oncology, toont aan dat oudere vrouwen een hoger risico hebben op terugkeer van de kanker na behandeling. Dit bleek vooral het geval te zijn in en rondom de vagina. Ook het risico op overlijden ten gevolge van deze kanker stijgt met de leeftijd. Dit is deels te verklaren doordat oudere vrouwen vaker agressieve tumoren hebben. Daarnaast kan ook het dunner worden van de baarmoederwand en -hals na de menopauze een rol spelen. "Oudere vrouwen worden in het algemeen minder intensief behandeld”, aldus Wakkerman. “Vaak is een intensieve behandeling niet mogelijk omwille van de algehele gezondheid en kwetsbaarheid van de patiënt. Daarnaast zijn er ook patiënten die een intensieve behandeling niet zien zitten. Maar de onderzoeksresultaten tonen duidelijk aan dat er geen grond is om vrouwen alleen op basis van hun leeftijd uit te sluiten van aanvullende behandeling.”
Vaginale bestraling
“Er bestaat ook een minder ingrijpende behandeling”, weet Wakkerman. “Door middel van inwendige bestraling van de vagina (brachytherapie) kan de kanker heel plaatselijk behandeld worden. Het omringend weefsel krijgt veel minder straling dan bij uitwendige bestraling, waardoor er minder bijwerkingen zijn. De behandeling duurt relatief kort en de patiënt hoeft maar een paar keer naar het ziekenhuis te komen. Dit type bestraling is daarom ook geschikt voor oudere patiënten.”
Behandeling op maat
Ook kan door middel van aanvullend laboratoriumonderzoek het type tumor vastgesteld worden. Dit kan bij oudere patiënten helpen om samen een passend behandelplan op te stellen. Er is namelijk een type tumor (POLE gemuteerd) waarbij, na het verwijderen van de baarmoeder, meestal geen aanvullende behandeling met radio- of chemotherapie nodig is. Een ander type baarmoederkanker (TP53 gemuteerd) reageert vaak goed op chemotherapie. De informatie uit het laboratoriumonderzoek helpt om de behandelopties met de patiënt te bespreken en een keuze te maken die past bij haar voorkeuren, algehele gezondheid en kwetsbaarheid.
Toekomstig onderzoek
Een mooi resultaat voor Wakkerman en haar begeleider dr. Nanda Horeweg. Wakkerman heeft dit onderzoek tijdens haar bachelor Geneeskunde uitgevoerd in het kader van het LUMC MD/PhD Honours traject. Binnenkort start ze haar promotieonderzoek waarbij ze vervolg zal geven aan deze studie. Zo wil ze onder andere gaan kijken naar de onderliggende mechanismen van de slechtere prognose bij ouderen met baarmoederkanker. Maar ook bijwerkingen van de behandelingen, de impact op de kwaliteit van leven en de behandelvoorkeuren van patiënten zijn belangrijke onderwerpen voor de komende jaren.
*Deze studie is het resultaat van een samenwerking tussen de afdeling Radiotherapie, Pathologie en Biomedical Data Sciences van het LUMC en de universiteit van Zürich.