Landelijke onderzoeksprojecten naar immunotherapie bij melanoom

25 juni 2024
leestijd
Een verdacht vlekje op je huid, een moedervlek die er plots anders uit ziet of gaat jeuken, het zijn allemaal mogelijke symptomen van een melanoom. Een melanoom is een vorm van huidkanker die ontstaat in pigmentcellen en kan uitzaaien naar lymfeklieren en organen. Ellen Kapiteijn, internist-oncoloog in het LUMC en voorzitter van de Nederlandse werkgroep WIN-O melanoom, praatte ons bij over de verschillende onderzoeken naar behandeling van melanoom met immunotherapie, waaronder de NADINA-studie.

Kan je ons in het kort iets vertellen over de NADINA-studie?

“De standaardbehandeling voor patiënten met stadium 3 uitgezaaid melanoom is het verwijderen van het melanoom (dat vaak al eerder is gebeurd) en de lokale lymfeklieren gevolgd door meerdere behandelingen met immunotherapie. De nabehandeling met immunotherapie duurt in principe een jaar. Ondanks het intensieve behandeltraject, keert de ziekte bij bijna een derde tot de helft van de patiënten weer terug.  Prof. dr. Blank, internist-oncoloog bij het LUMC en Antoni van Leeuwenhoek, heeft de afgelopen jaren meerdere studies uitgevoerd om een veilig en effectief behandelplan op te stellen waarbij de patiënten voorafgaande aan de operatie immunotherapie ondergaan. Het idee is dat, door de immunotherapie voor de operatie te geven, er een sterkere immuunreactie kan ontstaan tegen de tumor.”

“Het LUMC is één van de 14 melanoomcentra in Nederland die deelgenomen hebben aan de NADINA-studie. De NADINA-studie is de allereerste fase 3 studie (studie waar een grote groep patiënten geloot en over een lange tijd gevolgd wordt) waarbij er gekeken werd naar het verschil tussen immunotherapie voor operatie (neoadjuvant) en immunotherapie na operatie (adjuvant). De adjuvante behandeling is momenteel een standaardbehandeling.” Wereldwijd deden er 423 patiënten mee aan deze studie. 2/3 van deze patiënten kwam uit Nederland en het LUMC heeft een substantieel deel van de Nederlandse patiënten aangeleverd. De uitkomsten van deze studie zijn recent verschenen in het prestigieuze New England Journal of Medicine.

Wat zijn de uitkomsten van de NADINA-studie?

“We hebben nu de resultaten van bijna 1 jaar na afronding van de behandeling. Het succes is overweldigend: 84% van de patiënten in de neoadjuvante groep zijn nog tumorvrij vergeleken met 57% van de patiënten die de standaardbehandeling ontvingen. Bij bijna 60% was de tumor zelfs volledig verdwenen in de neoadjuvante groep en was er geen aanvullende behandeling meer nodig!”, aldus Kapiteijn.

Dat betekent dat niet alleen het slagingspercentage van de behandeling stijgt, maar dat ook de kosten van de behandeling dalen. “Bij de standaardbehandeling worden er namelijk 8 tot 12 kuren immunotherapie gegeven na de operatie. Bij de neoadjuvante behandeling krijgen patiënten slechts twee kuren immunotherapie. Omdat er minder behandelingen nodig zijn, ervaren de patiënten in de neoadjuvante groep ook een betere kwaliteit van leven, hoewel er ook meer bijwerkingen kunnen optreden.”

Drie vliegen in een klap dus! Worden nu alle melanoompatiënten op de nieuwe manier behandeld?

“Nee, zover zijn we nog niet. Er loopt momenteel een aanvraag bij de zorgverzekeraars en het zorginstituut om de neoadjuvante behandeling in te mogen voeren en vergoed te krijgen. De studie is ook nog niet afgelopen. Om echt overtuigend bewijs te krijgen van het succes van een behandeling, wordt er altijd gekeken naar het overlevingspercentage. Deze gegevens hebben we nog niet maar de eerste resultaten hoopt Prof. dr. Blank over twee jaar te rapporteren. De patiënten worden goed in de gaten gehouden en hebben regelmatig follow-up scans. Ondertussen gaan wij in Nederland verder met dit en ander onderzoek.” 

En met “wij” bedoel je de leden van de WIN-O?

“Klopt. De WIN-O valt onder de DMSCG* en is de landelijke werkgroep die zich bezighoudt met onderzoek en systemische behandelingen van melanoompatiënten in Nederland. Het is een groot samenwerkingsverband tussen de 14 melanoomcentra waarbij de systemische behandelingen van alle stadium 3 en 4 patiënten worden geregistreerd in de database Dutch Melanoma Treatment Registry (DMTR). Inmiddels zijn er klinisch relevante gegevens van meer dan 12.000 melanoompatiënten opgenomen in de database die beheerd wordt door het Dutch Institute for Clinical Auditing (DICA) in Leiden. Op het gebied van registratie van melanoompatiënten kunnen we oprecht zeggen dat de DMTR-database wereldwijd leidend is.”

“Naast onze grote database zit de kracht van de WIN-O in de samenwerking. Iedere betrokken melanoomspecialist uit de 14 melanoomcentra kan een onderzoeksvraag indienen en gebruik maken van de gegevens uit de database. Daarnaast is er sprake van openheid over welke onderzoeken er lopen en wordt er gezamenlijk gewerkt aan het beter begrijpen en behandelen van melanoom. Het belang van de patiënt, en niet dat van de individuele onderzoeksinstelling, staat daarbij voorop.”

Welke studies heeft de WIN-O nog in gedachten?

“Een volgende stap is het aanbieden van een gepersonaliseerde behandeling op basis van het profiel van de tumor. Door goed te kijken naar welke type tumoren wel/niet reageren op de behandeling hopen we te kunnen voorspellen welke behandeling het beste bij de patiënt past. Geen standaard protocol meer waarbij iedereen dezelfde stappen ondergaat, maar maatwerk afgestemd op het type tumor en de patiënt.

Nu worden bijvoorbeeld preventief alle lymfeklieren operatief verwijderd bij stadium 3 melanoom. Dat is zeer belastend voor de patiënt. Zeker als de klieren uit de lies verwijderd worden omdat het kan leiden tot vochtophoping in het been. Er zijn studies die aantonen dat het veilig is enkel de aangedane lymfeklier te verwijderen om de reactie op de neoadjuvante behandeling te beoordelen. En in het geval dat de tumor (bijna) is verdwenen, is het zelfs veilig om geen lymfeklieren weg te halen, bleek uit een eerdere kleine studie. Er wordt nu een grotere studie opgezet om dit verder te onderzoeken.”

De WIN-O onderzoek doet ook onderzoek naar specifieke patiëntengroepen, zoals bijvoorbeeld ouderen en patiënten met auto-immuunziekten. “Ouderen worden vaak, omwille van hun leeftijd en algehele fitheid, uitgesloten van deelname aan klinische studies. Daarnaast nam men altijd aan dat het immuunsysteem bij ouderen minder goed werkt en dat immunotherapie bij ouderen tot meer bijwerkingen zou leiden. Dat is tot nu toe niet het geval gebleken. Verder werd vaak gedacht dat patiënten met auto-immuunziekten geen immunotherapie konden krijgen omdat hun auto-immuunziekte dan erger zou worden. Na onderzoek met data uit de DMTR-database blijkt dat het merendeel van de patiënten met een auto-immuunziekte veilig immunotherapie kan krijgen bij uitzaaiingen van melanoom. De WIN-O wil het kennisgat verder dichten en meer onderzoek bij deze specifieke patiëntengroepen blijven uitvoeren. Tenslotte wordt er onderzoek gedaan naar het korter behandelen met immunotherapie omdat de gedachte is dat als het immuunsysteem eenmaal geactiveerd is, het voor lange tijd aan staat.”

“Kortom, kosteneffectieve behandelingen op maat met onder andere ook minder chirurgisch ingrijpen en korter behandelen, dat is waar we ons bij de WIN-O voor inzetten!”

Meer informatie over melanoom vindt op de website van het LUMC en de website van Stichting Melanoom.

*Dutch Melanoma Skin Cancer Group