Goed nieuws voor verontruste ouders

Geen herhaalde kans op miskraam door COVID-19

12 februari 2024
leestijd
COVID-19 bij zwangere vrouwen kan leiden tot een kapotte placenta, waardoor zij hun kindje kunnen verliezen. Onderzoekers van het LUMC hebben nu aangetoond dat die vrouwen geen verhoogde kans hebben om opnieuw een miskraam of doodgeboren kindje te krijgen als zij weer zwanger zijn. Dat is goed nieuws voor verontruste ouders. Bovendien zijn preventieve medicijnen tijdens de zwangerschap nu niet meer nodig.

Vooral toen de deltavariant van het coronavirus dominant was, namen ziekenhuizen relatief veel zwangere vrouwen met COVID-19 op die hun kindje niet meer voelden bewegen, doordat de placenta het niet meer deed. Geïnfecteerde vrouwen hadden toen een vier keer zo grote kans om een doodgeboren kindje te krijgen dan niet-geïnfecteerde vrouwen.

Placentaziekte in zeldzame gevallen chronisch

Onderzoekers van het LUMC en het Erasmus MC toonden in de zomer van 2021 een direct verband aan tussen COVID-19 bij de moeder en het uitvallen van de placenta. Een van die onderzoekers was LUMC-patholoog Lotte van der Meeren. Zij onderzoekt moederkoeken en is ook nu bij het onderzoek betrokken. Ze legt uit wat er gebeurt als het coronavirus zich in de placenta nestelt: "Een placenta is een soort boom met allemaal vlokken. Het virus zet zich op die vlokken vast. Vergelijk het met een boom die vol zit met eikenprocessierupsen. Alleen is de rups dan het coronavirus. Als de hele boom vol zit, is er geen zuurstofuitwisseling meer mogelijk. De placenta gaat dan letterlijk kapot. En als de placenta kapot is, gaat het ook mis met de baby."

Ook andere infectieziekten als malaria, CMV en listeriose kunnen de placentaziekte (chronic histiocytic intervillositis, afgekort CHI) veroorzaken. Daarvan weten we dat de kans zeer klein is dat de ziekte bij een volgende zwangerschap weer optreedt. Maar er bestaat ook een zeldzame CHI-variant, waarbij de herhalingskans om nog onduidelijke reden juist zeer groot is (bijna 100 procent).

Gynaecoloog Marie-Louise van der Hoorn (links) en patholoog Lotte van der Meeren.

'Het zal me toch niet weer gebeuren?'

Bij door COVID-19 veroorzaakte CHI waren de langetermijngevolgen nog niet bekend. Voor zowel vrouwen als dokters was het belangrijk om daar onderzoek naar te doen, legt LUMC-gynaecoloog Marie-Louise van der Hoorn uit. "Beide partijen zijn onzeker. Vrouwen denken: 'Het zal me toch niet weer gebeuren?'. En dokters denken: 'Laten we afweeronderdrukkende medicijnen als prednison geven, waardoor de placenta het hopelijk goed blijft doen'. Terwijl die medicijnen ook allerlei bijwerkingen geven."

Het doel van de nieuwe studie was om de herhalingskans van COVID-19-gerelateerde CHI te onderzoeken. Daarvoor volgden de LUMC-onderzoekers de zwangerschappen van vijf vrouwen, die eerder een doodgeboren kindje hadden gekregen als gevolg van COVID-CHI. Bij alle vijf eindigde de nieuwe zwangerschap in de geboorte van een gezonde baby, zonder terugkeer van de CHI.

Nog eens 14 andere vrouwen werden gevolgd op basis van vragenlijsten, waardoor er aan het totale onderzoek 19 vrouwen meededen. Deze 19 vrouwen hadden samen 21 opeenvolgende zwangerschappen. Daarvan eindigden 19 zwangerschappen (90 procent) in een levendgeboren kind. De twee miskramen die plaatsvonden, waren volgens Van der Hoorn het gevolg van andere oorzaken dan het COVID-CHI.

Onderzoek neemt onzekerheid bij vrouwen weg

Het LUMC heeft daarmee bewezen dat COVID-CHI niet automatisch terugkeert bij vrouwen die de placentaziekte eerder hebben gehad. COVID-19 komt daarmee in het rijtje van malaria en CMV. "Op zich niet heel verrassend", geeft Van der Meeren toe, "maar je moet het toch nog even bewijzen. Bovendien hoeven dokters geen preventieve en belastende medicatie meer te geven."

Maar het belangrijkste, ons onderzoek neemt veel onzekerheid weg bij de vrouwen, vult Van der Hoorn aan. "Op het moment dat ze dan bevallen en een levend en gezond kind in hun armen hebben, is dat is prachtig en mega-emotioneel."