Focus op gezondheid van mens én aarde in universitaire opleidingen LUMC

19 september 2024
leestijd
De gezondheid van de aarde heeft invloed op de gezondheid van mensen. En de gezondheidszorg heeft invloed op de leefomgeving. Als gezondheidsprofessional van de toekomst is het belangrijk om hier bewust van te zijn én te weten wat iemand zelf kan doen. Het impulsteam Planetaire gezondheid en duurzaamheid binnen het LUMC ondersteunt opleidingen en docenten om dit op verschillende manieren in het onderwijs op te nemen.

Impulsteam op een bankje in het park.

Waarom is aandacht in het onderwijs voor de relatie tussen gezondheid van mensen en de gezondheid van de aarde belangrijk?

Laura Warmerdam is één van de coördinatoren binnen het impulsteam en vertelt: “Veranderingen in klimaat en milieu hebben gevolgen voor de algemene gezondheid. Ziektebeelden veranderen nu al en in de toekomst nog meer, dus daar moet je als professional op voorbereid zijn. Tegelijkertijd heb je als zorgsector een eigen verantwoordelijkheid om je impact op het milieu te beperken en op te komen voor gezondheid. Zo kunnen we naast ziekten genezen, juist ook aandacht hebben voor het voorkomen van ziekte. Het is belangrijk om gezondheidsprofessionals van de toekomst hiervan bewust te maken en hen op te leiden zodat ze deze rol goed kunnen vervullen. We sluiten hiermee aan op de Green Deal 3.0 die het LUMC heeft ondertekend. Eén van de doelen uit deze deal is dat in het collegejaar 2025-2026 in alle umc-opleidingen aandacht is voor planetaire gezondheid en duurzaamheid. We helpen als impulsteam om hier verdere invulling aan te geven.”

Hoe pakken jullie dit aan?

 “We beginnen bij wat er al is en kijken waar we bij kunnen aansluiten. Denk bijvoorbeeld aan onderwijs over uv-straling en huidkanker bij Biomedische Wetenschappen en Geneeskunde. Deze onderwerpen zijn al onderdeel van het lesmateriaal, het is dan makkelijk om de koppeling te maken met planetaire gezondheid en hoe het optreden van huidkanker kan veranderen door klimaatverandering. We ondersteunen docenten met het verwerken van dit thema in hun onderwijs  en geven ze concrete tools om zelf mee aan de slag te gaan. Ook helpen we met het vergroten van hun kennis over dit thema. Vaak hebben docenten zelf al hele goede ideeën over de uitvoering en kunnen we ze praktisch helpen met onderwijs creëren. Soms hebben docenten iets meer richting nodig. Dan helpen we nadenken wat mogelijk is en doen we suggesties. Interdisciplinair leren is daarbij belangrijk, wat betekent dat studenten van verschillende opleidingen samen leren over een bepaald onderwerp. Je kunt vraagstukken namelijk vanuit verschillende kanten bekijken.”

Wat is daar een voorbeeld van?

“Denk bijvoorbeeld aan hittegolven en ouderen die hier niet goed tegen kunnen. Geneeskundestudenten kijken vooral naar de werking van het lichaam en de invloed van hitte hierop, waar farmaciestudenten naar het effect van hitte op medicatie kijken. Studenten van de master Population Health Management brengen de verschillen tussen bevolkingsgroepen in kaart, waardoor je bijvoorbeeld ziet dat hitte in armere wijken vaak veel meer impact heeft dan in rijke wijken. En studenten van de master Health, Ageing and Society denken na over hulpmiddelen voor ouderen en de inrichting van de zorg voor ouderen om hittestress te beperken. Zo kan je met één vraagstuk echt interdisciplinair leren. Er is veel enthousiasme binnen de opleidingen om samen te leren, tegelijkertijd brengt dit nu nog praktische uitdagingen met zich mee, bijvoorbeeld door verschillende roosters.”

Andere universitair medisch centra (umc’s) zijn ook met dit onderwerp bezig. Werken jullie samen?

“We werken veel samen via de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU). Eens in de zoveel tijd komen we met coördinatoren van dit thema van elk umc samen om kennis, ideeën en onderwijsmateriaal uit te wisselen. De aanpak verschilt, maar we kunnen veel van elkaar leren. Zo hoeft het wiel niet steeds opnieuw uitgevonden te worden. Een goed startpunt hiervoor is de visie ‘Planetaire gezondheid in de umc-opleidingen’ van de NFU. Die is opgesteld door de verschillende umc’s samen en biedt handvatten om aan de slag te gaan. Omdat we allemaal dezelfde visie als uitgangspunt gebruiken, kunnen we goed met elkaar samenwerken en worden studenten bij de umc’s vanuit dezelfde uitgangspunten opgeleid."

Hoe betrekken jullie studenten bij dit thema?

“We betrekken studenten via de studieverenigingen en medezeggenschap. Studenten weten vaak al veel over de klimaat- en milieucrisis en duurzaamheid. Die kennis kunnen we heel goed gebruiken om het onderwijs vorm te geven. En daarbij weten ze zelf natuurlijk het beste wat en hoe ze willen leren. De afgelopen jaren hebben studenten zelf ook al veel onderwijs ontwikkeld in afwachting van formeel onderwijs. Zo zijn er al spellen, video’s en e-learnings beschikbaar die ingezet worden in de opleidingen. Deze willen we graag gebruiken.”

Het LUMC heeft natuurlijk veel meer opleidingen, naast de universitaire opleidingen. Gaan jullie daar ook mee aan de slag?

“Voor het aanpassen van onderwijs ligt onze focus voor nu op de universitaire opleidingen, maar dat betekent natuurlijk niet dat er in de andere opleidingen niets gebeurt. Veel docenten in het LUMC geven zowel in universitaire opleidingen als in zorgopleidingen of bij- en nascholing les. Als zij meer leren over planetaire gezondheid en duurzaamheid vanuit hun rol in een universitaire opleiding, dan kunnen ze dat ook meenemen in de andere opleidingen. En we kijken natuurlijk naar wat er gebeurt in het hele LUMC om onderwijsmaterialen met elkaar uit te wisselen en van elkaar te leren. De huisartsopleidingen in Nederland hebben bijvoorbeeld onder leiding van het LUMC een toolbox met onderwijsmaterialen ontwikkeld die we ook in andere opleidingen kunnen gebruiken.”

Hoe lang gaan jullie als impulsteam door?

 “We zijn er in ieder geval voor een jaar, maar in principe gaan we door tot planetaire gezondheid en duurzaamheid op een zichtbare manier verweven is in alle opleidingen. En er in de gezondheidszorg meer gekeken wordt naar preventie, context en leefomgeving. Als je met die bril naar patiënten, onderzoek en de zorg kijkt, dan is ons team niet meer nodig.”