‘Iedereen moet met zo min mogelijk barrières kennis kunnen verkrijgen’
Welke lessen geef je?
“Mijn werk heeft eigenlijk twee poten. Ik geef anatomielessen over hoe we als mens in elkaar zitten. Denk bijvoorbeeld aan snijzaalpractica, werkgroepen en colleges. Daarnaast ontwikkel ik leermaterialen, zoals e-learnings. Deze zijn heel visueel waarbij de student zelf actief bezig is.”
Heb je nog meer voorbeelden van onderwijsmaterialen die je ontwikkelt of ontwikkeld hebt?
“De laatste tien jaar heb ik, met subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, gewerkt aan projecten voor open leermaterialen. Dit zijn leermaterialen die zonder betaling beschikbaar zijn. Samen met anatomie-afdelingen in Nederland en Vlaanderen hebben we het platform AnatomyTOOL voor open anatomie-leermaterialen opgezet met duizenden afbeeldingen, 3D-modellen, en oefenquizzen. Studenten kunnen ze gebruiken bij het leren en docenten kunnen ze hergebruiken en aanpassen voor hun eigen lessen. Ook zijn we met vier universiteiten met een open source anatomisch 3D-model bezig. Voor zover we weten is dit het enige goede 3D-model dat wereldwijd open beschikbaar is. Er was al zo’n model, maar deze was anatomisch nog niet goed genoeg en niet handig bruikbaar voor docenten en studenten. Dat zijn we nu aan het verbeteren. Prof. Marco de Ruiter steunt hierin goed en draagt ook belangrijke delen bij.”
“Verder heb ik een online microscopieviewer ontwikkeld, waarmee je in digitale microscopiebeelden, net zoals op Google Maps, kan schuiven en inzoomen. En samen met Amerikaanse collega’s heb ik een website ontwikkeld om anatomische termen op te zoeken. Al deze dingen ontwikkel ik overigens samen met mijn goede collega Daniël Jansma en gebruiken we al jaren in ons onderwijs.”
“Ook ben ik trots op mijn YouTube-video’s waarin ik de buikvlies-anatomie uitleg, een berucht moeilijk onderwerp. Hierop krijg ik reacties van over de hele wereld. Niet alleen van studenten, maar ook van chirurgen die aangeven dat de video’s ze erg helpen. De video’s hebben inmiddels tienduizenden kijkers.”
Kennis open ter beschikking stellen zonder betaling is een belangrijke drijfveer voor jou. Waarom is dat zo?
“Ik zet mezelf heel erg in voor open leermaterialen. Dat zijn leermaterialen die je niet alleen maar gratis mag bekijken, maar ook mag hergebruiken en opnieuw mag publiceren. Uit een eigen peiling onder 218 studenten van drie universiteiten in Nederland en Vlaanderen bleek dat ruim een derde nadeel heeft van de kosten van leermaterialen. Zij hebben dus geen toegang tot alle materialen die ze wel helpen in hun studie. Voor studenten hebben open leermaterialen als voordeel dat ze gratis zijn.”
“Voor onderwijsinstellingen kan het gebruik van open leermaterialen helpen de regie te houden over hun onderwijs. Met toenemend digitaal onderwijs voelen ze de hete adem van grote commerciële platforms die onderwijsmateriaal aanbieden, maar daarmee ook de inhoud bepalen én data van studenten verzamelen. Door zelf ontwikkeld lesmateriaal te gebruiken, behouden onderwijsinstellingen het zeggenschap over de inhoud en kunnen zij kosten aan licenties besparen.”
“Het open publiceren van lesmateriaal is in lijn met de ontwikkeling bij wetenschappelijke artikelen, die toenemend open access gepubliceerd worden, vanuit de gedachte 'publiek gefinancierd is publiek beschikbaar'. Zo kunnen anatomische afbeeldingen bijvoorbeeld ook door huisartsen gebruikt worden voor patiëntvoorlichting. Als maatschappij bouwen we voort op de kennis van onze voorgangers. Iedereen moet daarom met zo min mogelijk barrières die kennis kunnen verkrijgen. We hebben nog een lange weg te gaan, maar ik ben hier een grote ambassadeur voor.”
Wat vind je het meest uitdagende aan onderwijs geven?
“Om iets wat moeilijk is, zo uit te leggen dat mensen zeggen: ‘nu snap ik het!’. Als de anatomie lastig is, probeer ik de essentie in een model te vatten. Iets wat veel studenten bijvoorbeeld altijd lastig vinden, is het lieskanaal. Voor het college hierover vraag ik studenten een schaar en nietmachine mee te nemen en zorg ik voor keukenrollen en een vouwmodel van het lieskanaal op een A4. Dan gaan we het kanaal samen namaken en worden de zwakke plekken (het keukenpapier) ineens veel zichtbaarder.”
“Een ander voorbeeld is het zenuwstelsel, die gaan we samen stap voor stap op papier intekenen. Het doel is dat de student actief is, dan dringt de stof door. Dan zie je dat de studenten halverwege zeggen: ‘Hé stop, hoe zit dit?’. Kijkend naar die tekeningen snap je ook bepaalde pijnbestrijdingsmethodes. Denk bijvoorbeeld aan iemand die last heeft van heftige buikpijn door een ernstige tumor in de buik waar helaas niets meer aan gedaan kan worden. Dan kijken we waar je bijvoorbeeld een blokkade in het zenuwstelsel kan zetten om die buikpijn af te remmen. Het leukste vind ik het maken van dingen, mooie presentaties of heldere foto’s, een projectplan, of het knutselen van een verhelderend model. Maar ook programmeren van software, dat is voor mij ook knutselen.”
Is die creativiteit in je lessen belangrijk om de studenten bij de les te houden?
“Zeker, laat ze zelf actief bezig zijn en probeer het tot de kern terug te brengen. Het mag ook wel een beetje gek zijn. Zo heb ik in een kringloopwinkel een campingmatje gevonden waarvan ik ‘spieren’ maak. Als je plaatjes van het onbewuste zenuwstelsel en het lieskanaal in een PowerPoint toont, dan valt het kwartje niet. Met creatieve lessen waar studenten zelf bezig zijn, dan snapt iedereen het ineens wel.”
“Zo hebben we ook het snijzaalpracticum aangepast. Samen met onze geweldige snijzaalpreparateurs Tamara Guijt, Jamie Hoek, Fred van Immerseel en Judith den Boeft, maakten we voor-geprepareerde preparaten van specifieke gebieden, bijvoorbeeld een opengewerkt hart waarin je de hartkleppen en kransslagaderen ziet of een buik waarin de organen zijn vrijgelegd, zoals tijdens buikoperaties gebeurt. Studenten doorlopen die preparaten als in een carrousel. Ze hebben dan een lijst met anatomische termen en moeten de juiste term bij het juiste nummertje in het preparaat zoeken. Of aangeven bij welk nummertje ze moeten luisteren voor een bepaalde hartklep, of waar ze bepaalde prikken moeten zetten. Na tien minuten gaat de wekker, kijken ze wat ze goed hebben en moeten ze naar de volgende tafel. Je ziet dat studenten veel geconcentreerder bezig zijn en dat veel meer informatie blijft hangen.”
Wat wil je meegeven aan studenten?
“Als je twijfelt wat je met je studie wilt doen: volg je gevoel en blijf zoeken tot je iets vindt wat bij je past. Ik heb daar zelf 17 jaar lang mee geworsteld. Ik stond op en ging slapen met een gevoel van: wat kan ik in hemelsnaam? Ik keek naar heel veel studies en ging zelfs naar geestelijke hulpverlening toen ik twijfelde of ik wel of niet de co-schappen moest gaan doen. Dat heeft geduurd tot ik mijn huidige baan vond. Het was een tijdelijke baan, heel nadrukkelijk zonder enig uitzicht op verlenging. Maar ik heb mijn vaste baan toen opgezegd, want dit was wat ik wilde. En ik zit er nu 24 jaar. Als je iets vindt wat bij je past, word je gelukkiger, word je beter in je vak en ben je uiteindelijk ook meer van waarde voor de maatschappij.”
Gobée’s inzet voor open leermaterialen is op 12 november beloond met een SURF Onderwijsaward voor onderwijsvernieuwing en de publieksprijs. Ook won hij vorig jaar de onderwijsprijs van de universiteit Leiden.
In ‘Daarom docent’ zijn onze docenten aan het woord. Mensen uit het vak die zich elke dag inzetten voor onze toekomstige zorgprofessionals. Uiteraard met uitdagingen, maar vooral met heel veel plezier.