Medische technologie in het leslokaal

Operatierobots, bruggen slaan en een kritische blik

31 oktober 2024
leestijd
De arts en medisch onderzoeker van de toekomst heeft veel meer kennis nodig dan alleen medische kennis. Ook het omgaan met en kunnen beoordelen van medische technologie is een belangrijke vaardigheid, omdat deze in de dagelijkse praktijk continu wordt gebruikt. De halve minor Medische Technologie bereidt studenten hierop voor.

Een student haalt met een operatierobot een imitatietumor uit een banaan.

Wat houdt de halve minor in?

Fijs van Leeuwen, hoogleraar, docent en mede-coördinator: “Als dokter en medisch onderzoeker heb je heel veel met techniek te maken. De studenten krijgen in de halve minor een inkijkje in de rol die medische technologie heeft in een ziekenhuis als het LUMC. Ze leren onder andere over de voor- en nadelen van techniek, medische technologie in de ruimte, 3D-technologieën, (zoals 3D-geprinte chirurgische zaagmallen), robotica, duurzaamheid en het gebruik van virtual reality. Ook slaan we bruggen tussen afdelingen en andere specialismen, zoals instrumentmakers en klinisch technologen. Mensen uit het vak, uit het LUMC en daarbuiten, geven les.”

Wat is de aanleiding om de halve minor te geven?

Van Leeuwen: “Het is belangrijk dat dokters en onderzoekers zich bewust zijn van welke technieken er zijn, wat ze kunnen en welke wet- en regelgeving er is. Aan de andere kant is het belangrijk om kritisch te zijn en goede vragen te stellen. We zijn allemaal heel kritisch als we een auto kopen. Dat moet hetzelfde zijn bij de aanschaf van een technologisch medisch hulpmiddel. Wij nemen studenten mee in wat daar allemaal bij komt kijken.”

Rob Nelissen, hoogleraar Orthopedie en mede-coördinator: “Aan techniek zitten veel voordelen, maar je hoort minder vaak de nadelen. Als een dokter zich hier niet van bewust van is, kan dat averechtse gevolgen hebben voor de patiënt. En die mensen zijn afhankelijk van jou. Per specialisme kan verschillen of bijvoorbeeld een robot of bepaalde technologie wel of niet duidelijke voordelen heeft voor de patiënt.”

Hebben jullie daar een voorbeeld van?

Van Leeuwen: “Botten zijn harde, onbuigzame structuren. Een techniek die navigeert tijdens de operatie kan dan waardevol zijn voor orthopedische toepassingen. Als je kijkt naar zacht weefsel, zoals darmen of lymfeklieren, dat beweegt. Dan schieten orthopedische navigatietechnieken te kort. Je eindigt misschien niet op de goede plek. Je kunt dan denken aan het gebruik van een aanvullende techniek om de werking van de navigatie voor dat specialisme te verbeteren, denk aan kunstmatige intelligentie of een oplichtende vloeistof (fluorescentie). Zo kunnen verschillende technieken elkaar ondersteunen.”

Waar kun je medische technologie nog meer voor inzetten?

Nelissen: “Techniek biedt ook mogelijkheden om van te leren. Een analyse van operatiebeelden kun je bijvoorbeeld gebruiken om te beoordelen of bepaalde handelingen tijdens een chirurgische techniek misschien overbodig zijn, door gebruik te maken van een zogenaamde time-action-analysis technologie. Maar ook om te beoordelen of een technologisch hulpmiddel tijdens die operatie wel of niet voordeel oplevert.”

Van Leeuwen: “Of je kunt techniek trainen, bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie om voorspellingen te doen.”

Nelissen: “Daarbij moet je als arts altijd blijven vertrouwen op je eigen ervaring en kunde, bijvoorbeeld als de techniek iets anders aangeeft dan wat jij hebt geleerd. Evaluatie over de meerwaarde is essentieel, om daarna het operatieproces eventueel aan te passen. Artsen vertrouwen vaak op de makers (ingenieurs) van de nieuwe technologie en vergeten soms hun eigen kennis over anatomie, biomechanica, fysiologie, biologie die essentieel zijn voor een goede behandeling van die patiënt. Deze kennis moet je altijd in gedachten houden om medische technologie goed en veilig te gebruiken.”

De minor is 10 weken, kunnen studenten alles leren in die paar weken?

Van Leeuwen: “Studenten Geneeskunde en Biomedische Wetenschappen hoeven zelf geen medische technologie te leren ontwikkelen, maar het creëren van bewustwording van wat hierbij komt kijken, is wel mogelijk in deze periode. We willen laten zien dat elke situatie een unieke oplossing nodig heeft. Als studenten beginnen met de halve minor, dan kennen ze al wel termen als robot, virtual reality, kunstmatige intelligentie en duurzaamheid. Maar ze hebben er nog niet echt een gevoel bij. Studenten zijn vaak vrij verbaasd om te horen wat wij ervan vinden en wat onze ervaring is.

Je ziet dat studenten na 10 weken met een bredere blik naar medische technologie kijken. We hebben een eindopdracht waarbij studenten zelf één van de thema’s uit de halve minor mogen kiezen en een impact plan moeten maken met business case voor een medische technologie toepassing in de praktijk. Er zaten vorig jaar echt hele goede eindopdrachten tussen.”

Jullie willen met de halve minor ook een brug slaan tussen technische en klinische specialismen. Waarom is dit zo belangrijk?

Van Leeuwen: “In de praktijk spreken alle specialisten een eigen taal. Om een brug te staan moet je ze een gemeenschappelijke taal leren. Dat hoeft niet tot in de puntjes, maar het is wel praktisch als je zonder tolk kan communiceren. Je hoeft bijvoorbeeld ook niet goed te zijn in Engels om leuk op vakantie te kunnen in een ander land. Om de studenten een inzicht te geven in de verschillende specialisaties halen we ook bedenkers en makers binnen, van buiten het LUMC onder andere de TU Delft en de Leidse Instrumentenmakersschool. Die laatste is de beste van Nederland en zit hier om de hoek. Door de studenten daar ook een rondleiding te geven hopen we de drempel te verlagen om samenwerkingen te starten.”

Nelissen: “De makers en bedenkers, die overigens ook artsen kunnen zijn, creëren hele mooie, slimme apparatuur. Klinische eindgebruikers kunnen helpen om de kwetsbaarheid van de mens met zijn complexe biomechanische, fysiologische en biologische processen, erin te verwerken. Daar zie je het voordeel van een gemeenschappelijke taal spreken, die essentieel is in het veilig en doelmatig gebruik van technologie in de geneeskunde. We gaan ook in op medische technologie in de ruimtevaart, in samenwerking met ESA European Space Agency. Dat is vaak niet iets waar mensen direct aan denken. In de ruimtevaartgeneeskunde wordt het belang van die gemeenschappelijke taal spreken tussen ingenieurs en artsen nog meer benadrukt om astronauten op grote afstand toch gezond en veilig weer te laten terugkeren naar de aarde.”

Van Leeuwen: “Als je bereid bent naar elkaar te luisteren, respect voor elkaar hebt en een aantal woorden in een gemeenschappelijke taal kan spreken, dan heb je al zoveel gewonnen. We hebben elkaar nodig om de medische technologie zo goed mogelijk in te zetten.”

Lees meer over de halve minor Medische Technologie op de website van de Universiteit Leiden.

Foto onder: studenten op bezoek bij ESTEC in Noordwijk.