“Door deze jongen herinnerde ik mij hoe mooi het is om dokter te zijn”
“In mei 2022 kwam er een Oekraïense jongen van 19 jaar bij mij op de polikliniek. Hij was met zijn moeder gevlucht voor de oorlog. In het opvangcentrum in Nederland kreeg hij last van kortademigheid en zijn moeder vertrouwde het niet. Eenmaal in het ziekenhuis ontdekte de cardioloog dat zijn aortaklep ernstig lekte. Normaal bestaat een aortaklep uit drie klepbladen, maar deze jongen had er maar twee. Een operatie was onvermijdelijk.
“Een paar weken voor de operatie had ik een voorbereidend gesprek met de jongen en zijn moeder. Er was een tolk bij om te vertalen, want ze spraken geen woord Nederlands. Hun verhaal was hartverscheurend. Het dorp waar ze vandaan kwamen, was volledig weggevaagd. Ze hadden geen huis om naar terug te keren. Veel familieleden waren overleden of vochten in de oorlog.
“Dat de jongen een hartruis had, wisten ze al langer. Eenmaal in Nederland kon hij eindelijk de zorg krijgen die hij nodig had. In ons land vinden mensen het vanzelfsprekend om dit soort operaties te krijgen, maar dat is het dus eigenlijk helemaal niet.”
Aortaklep repareren
“Als thoraxchirurg doe ik met name aortareparaties en mijn patiënten zijn meestal rond de 60 tot 65 jaar. Ik krijg dus niet vaak mensen op de operatietafel die zo jong zijn als deze Oekraïense jongen. Hij had een zogenoemde bicuspide aortaklep. Dat kan erfelijk zijn, maar vaak is de oorzaak niet bekend.
“Voor jonge mensen met een bicuspide aortaklep hebben we vaak geen goede oplossing. Als we de klep niet kunnen repareren, krijgen ze een prothese. Een biologische protheseklep gaat niet levenslang mee, waardoor er na een jaar of tien opnieuw geopereerd moet worden. Een mechanische protheseklep is duurzaam, maar heeft als nadeel dat je levenslang bloedverdunners moet slikken.
“Gelukkig bleek het mogelijk om de aortaklep van deze jongen goed te repareren. Op een ochtend in juni begonnen we om half negen ’s ochtends met de operatie en ongeveer vier uur later waren we klaar.”
Veilig gevoel geven
“Dat we zijn klep konden repareren, gaf mij natuurlijk veel voldoening. Maar dat is niet waarom deze patiënt mij bijblijft. Ik realiseerde me vooral dat de oorlog in Oekraïne, spanningen in het Midden-Oosten en de complexiteit van de geopolitiek in de wereld in de patiëntenzorg geen rol spelen. Door deze jongen herinnerde ik mij weer hoe mooi het is om dokter te zijn.
“Ik ben blij dat ik in een Nederlands ziekenhuis werk waar we vluchtelingen gratis zorg kunnen bieden. Ook al spraken ze geen woord Nederlands, we konden deze Oekraïense jongen en zijn moeder een veilig gevoel geven. We waren in staat om zijn aortaklep te repareren.
“Ik vind het belangrijk om te vertellen dat zo’n operatie teamwork is. Ik doe het niet in mijn eentje. We staan met zes man in de operatiekamer en elk specialisme is even belangrijk. De operatieassistenten bereiden de operatie tot in detail voor, de perfusionist weet alles van hartlongmachines, de anesthesist weet precies hoe je de lichaamsfuncties bewaakt. Ik leerde deze operatie van twee heel goede chirurgen en ik opereerde de Oekraïense jongen samen met een van hen. Door deze chirurgen kan ik nu mensen zoals deze negentienjarige jongen helpen.”
Oekraïens kunstwerk
“Na de operatie merkte ik dat de jongen en zijn moeder ontzettend dankbaar waren. Ze gaven mij een kunstwerk dat een van hun familieleden had gemaakt. Een schilderij van het Oekraïense dorp waar ze woonden en waar nu geen gebouw meer overeind staat. Ik kreeg het als herinnering aan de plek waar zij vandaan komen. Dat greep me aan het hart. Ik moest echt mijn best doen om mijn tranen tegen te houden.
“Af en toe heb ik nog contact met de moeder, omdat ze het fijn vindt om te vertellen hoe het gaat. En ik vind het fijn om dat te horen. Zij mocht zelf niet in Nederland blijven en is nu weer in Oekraïne. De jongen woont nog wel in Nederland en maakt hier zijn middelbare school af. Het gaat goed met hem. Hij is hersteld van de operatie, sport veel en hoeft nog maar een keer per jaar voor controle naar de cardioloog. Het is mooi dat we hem een tweede kans konden geven.”