Dit zijn de plannen voor komend studiejaar in het LUMC

4 september 2024
leestijd
Regionale samenwerking om gespecialiseerde verpleegkundigen op te leiden, de start van een nieuw curriculum voor de master Geneeskunde, samen leren over data science en planetaire gezondheid, en zorgprofessionals bij- en nascholen: het nieuwe studiejaar zit vol plannen en uitdagingen. Vice-decaan Universitair Onderwijs Alexandra Langers en directeur Onderwijs en Opleidingen Ronald van den Bos vertellen je enkele highlights.

Foto van het onderwijsgebouw van het LUMC met inzet foto van Alexandra Langers en foto van Ronald van den Bos

Gezamenlijke thema’s

Hoewel de opleidingen natuurlijk eigen plannen hebben, is er een aantal strategische thema’s dat in alle opleidingen terugkomt. Heel belangrijk daarbij is interprofessioneel leren, studenten die samen leren met studenten van andere opleidingen. Alexandra Langers: “Je hebt elkaar nodig, ook buiten de faculteit Geneeskunde. We willen dit vormgeven in verbinding met andere strategische thema’s van het LUMC. Planetaire gezondheid is bijvoorbeeld een thema dat zich hier bij uitstek voor leent. Het LUMC heeft de Green Deal 3.0 ondertekend en dat betekent dat volgend studiejaar hier in elke opleiding aan onze faculteit aandacht voor moet zijn. De komende maanden wordt hier hard aan gewerkt door een speciaal impulsteam. Andere thema’s zijn onder andere data science, medische technologie en kunstmatige intelligentie. Elke zorgprofessional heeft behoefte aan kennis op deze gebieden, hoewel het per opleiding kan verschillen welke kennis precies nodig is.”

Ronald van den Bos: “En dat niet alleen beperkt tot de universitaire opleidingen, maar ook tot andere opleidingen. Bijvoorbeeld de verpleegkundige vervolgopleidingen. Of de nascholingen voor de professionals die al aan het werk zijn.”

Langers: “Maatschappelijke vraagstukken kunnen alleen worden opgelost met input vanuit verschillende expertises. Dat komt nu bijvoorbeeld al terug in de opleiding Geneeskunde bij de Mastermind Challenge waarbij studenten aan de slag gaan met echte vraagstukken uit de praktijk. We willen dat graag uitbreiden naar andere opleidingen. Tegelijkertijd hangen daar uitdagingen aan vast. De grootste is eigenlijk heel praktisch: de logistiek. Iedere opleiding heeft zijn eigen rooster.”

Van den Bos: “Ondanks dat we alles in het LUMC onder één dak hebben georganiseerd, is het in de praktijk nog moeilijk om studenten van universitaire opleidingen samen onderwijs te laten volgen. En misschien nog wel moeilijker om daar ook verpleegkundigen bij te betrekken. En dat terwijl er veel enthousiasme is bij de studenten en docenten om hier voor te gaan. Nu moeten we volhouden en dit voor elkaar gaan krijgen.”

Universitair onderwijs

Binnen het universitair onderwijs zijn er veel plannen in alle opleidingen. Het nieuwe curriculum van Geneeskunde is één van de grootste veranderingen. Langers: “De bachelor en master Geneeskunde hebben ieder een nieuw curriculum.”, vertelt Langers, “De eerstejaarsstudenten van de bachelor van vorig jaar hadden in hun eerste jaar al een vernieuwd curriculum en gaan nu een vernieuwd tweede jaar in. De eerstejaarsstudenten van de master Geneeskunde gaan nu ook starten met een nieuw curriculum. Er verandert best veel in de master. Eén van de belangrijkste dingen die verandert, is dat er veel meer aandacht is voor specialismen die niet per se in het ziekenhuis zitten, maar die buiten het ziekenhuis plaatsvinden. Daarnaast ligt de focus meer op leren door feedback en minder op  cijfermatige beoordelingen. Ook is er meer focus op preventie.”

Regionale samenwerking verpleegkundigen

Van den Bos: “Misschien wel de grootste uitdaging in het LUMC is het tekort aan goede en gespecialiseerde verpleegkundigen en OK-personeel. Bij onze zorgopleidingen staat daarom alles in het teken van samenwerking, tussen de afdelingen, het mbo, het hbo en de partners in de regio, om die uitdaging aan te gaan. Die samenwerking krijgt een impuls door de landelijke invoering van de zogenoemde Entrustable Professional Activities (EPA’s) bij verpleegkundige vervolgopleidingen en medisch ondersteunende opleidingen. Kortgezegd zorgen deze EPA’s ervoor dat de leerroutes flexibeler ingedeeld kunnen worden. Daardoor komt meer nadruk te liggen op scholing in de praktijk én kan er landelijk meer tussen universitair medisch centra worden samengewerkt om efficiënt op te leiden. Ook volgt dit studiejaar een CZO-visitatie (Toezichthouder kwaliteit zorgopleidingen) waarbij de kwaliteit van het onderwijs wordt nagelopen. We hebben er alle vertrouwen in een goed resultaat en erkenning te krijgen.”

Bij- en nascholing

Van den Bos: “Juist bij arbeidsmarkttekorten is bij- en nascholing essentieel. Door de scholingen van Boerhaave blijven medische professionals bekwaam in de laatste ontwikkelingen en innovaties van hun vakgebied. Ze zijn hiermee de grootste facultaire aanbieder van bij- en nascholing binnen de Universiteit Leiden. Zoals gezegd, kijken we naar aansluiting op eerder genoemde thema’s, bijvoorbeeld door scholing over kunstmatige intelligentie en preventie. Daarnaast blijven natuurlijk de specifieke nascholingen voor medici. Het aanbod is erg groot.”

Erkennen en waarderen

Zowel Langers als Van den Bos benadrukken het belang van het erkennen en waarderen van studenten, docenten maar ook de mensen die het onderwijs ondersteunen. Langers: “Het geven van onderwijs is een belangrijke academische taak. Docenten hebben naast hun onderwijstaak meerdere andere taken. Het kan een uitdaging zijn om alle taken goed te combineren. Ook hoor je soms dat docenten wel wat meer waardering zouden willen ervaren voor hun onderwijsinspanningen. Binnen het Erkennen en waarderen-programma is het onderwijs dan ook een belangrijk thema.”

Van den Bos: “Dat zit hem bijvoorbeeld ook in het zichtbaarder maken van carrièrepaden in het onderwijs en het bieden van goede ondersteuning van onze mensen in het onderwijs. En ook de faciliteiten voor studenten verbeteren, zoals we nu doen bij de Walaeus bibliotheek en twee collegezalen in het LUMC. We hopen dat iedereen de komende jaren de ruimte gaat voelen om alles uit het onderwijs te halen wat erin zit. Dat is zo belangrijk.”