“De operatie voelde voor hen als een winnend lot in de loterij”
Wie: Rowina Lammens (30)
Functie: senior verpleegkundige
Afdeling: Verpleegafdeling Neurologie, Neurochirurgie, NeuroCare en Psychiatrie (VNNP)
Bij het LUMC sinds: 2017
Wie of wat heeft jou geïnspireerd om verpleegkundige te worden?
“Het klinkt cliché, maar als tiener droomde ik van werken op een kinderafdeling. Na een beroepskeuzetest op de havo zei mijn mentor: ‘Jij bent niet sociaal genoeg om verpleegkundige te worden. Misschien is het laboratorium meer iets voor jou.’ Toch ging ik hbo Verpleegkunde doen. Tijdens de stages merkte ik dat ik introverter ben dan anderen en de kat uit de boom kijk, maar ik vond het wel leuk. Mijn laatste stage was op de Verpleegafdeling Neurologie, Neurochirurgie, NeuroCare en Psychiatrie en daar werk ik nog steeds.”
Welke patiënt heeft het meeste indruk op je gemaakt en ben je nooit vergeten?
“Zo’n negen maanden geleden kwam op onze afdeling een jonge vrouw binnen die een auto-ongeluk had gehad. Door hersenschade kon ze haar armen en benen bijna niet bewegen. Ze had geen flauw benul van haar omgeving, kon niet zelf eten en drinken en lag de hele dag te schreeuwen. Afgelopen week liep ze geheel zelfstandig onze afdeling op. Ik herkende haar bijna niet. Ze vertelde dat ze haar opleiding tot verzorgende weer had opgepakt. ‘Ik zag hier hoe mooi jullie beroep is. Daarom ga ik hierna de opleiding Verpleegkunde doen’, zei ze.”
Gebeuren er vaker wonderen op de Verpleegafdeling Neurologie, Neurochirurgie, NeuroCare en Psychiatrie?
“Mensen komen soms helemaal in de kreukels binnen. Het is heel mooi als je ze dan ziet opknappen. Maar de aandoeningen die onze patiënten hebben zijn divers: hersenbloedingen, herseninfarcten, infecties. We hebben ook patiënten met een hypofysetumor, die door de afdeling Neurochirurgie worden geopereerd. Of patiënten met een dwarslaesie. Het komt vaak voor dat ze één zijde van het lichaam niet kunnen bewegen. Die patiënten moeten we dan echt met alles helpen.”
Dit jaar werkte je ook drie maanden met een totaal andere doelgroep, aan boord bij Mercy Ships. Hoe kwam je op dat idee?
“Ontwikkelingshulp heeft mij altijd aangetrokken en tijdens mijn opleiding liep ik drie maanden stage in Suriname. Na mijn opleiding keek ik op de site van Mercy Ships, maar er waren vacatures. Dat komt nog wel eens, dacht ik toen. Vorig jaar schreef ik me in bij Mercy Ships. Op 31 maart dit jaar vloog ik naar Sierra Leone en werkte ik tien weken op het ziekenhuisschip in Freetown. Mensen in Nederland vinden zorg vanzelfsprekend en worden steeds mondiger als ze niet krijgen wat ze willen. Terwijl er in veel landen niet eens huisartsenzorg is. In Sierra Leone zijn er op 8 miljoen mensen maar ongeveer vijf chirurgen. Dat wilde ik met eigen ogen zien. Ik kan het echt iedereen aanraden.”
Welke patiënten heb je op het schip verzorgd?
“Het waren allemaal mensen die een geplande operatie moesten ondergaan. Die patiënten hadden gereageerd op een oproep van Mercy Ships op de radio en televisie het jaar ervoor. Ze hadden zich aangemeld en daarna volgde een selectieprocedure. Het ging om kinderen met O- of X-benen. Vrouwen met verzakte baarmoeders. Mensen met staar, brandwonden in het gezicht of enorme vetophopingen. De meesten mensen waren door hun aandoening verstoten uit de community. De operatie voelde voor hen als een winnend lot in de loterij. Sommige mensen hadden wel tien of zelfs dertig jaar op de operatie, vertelden ze mij.”
Zo’n ziekenhuisschip is wel wat anders dan het LUMC. Hoe heb je het werk daar ervaren?
“De eerste diensten dacht ik: dit zijn wel heel veel prikkels. Ik schreef met een huilende baby op mijn arm een rapport over een andere patiënt. Tegelijkertijd renden er drie kinderen om me heen die om aandacht vroegen, zaten er mensen in een hoekje spelletjes te spelen en drukte ook nog een volwassen patiënt op de bel. Dat was ik totaal niet gewend. Ik vond het mooi dat kinderen en volwassenen op dezelfde afdeling lagen. Elk kind had een volwassen ‘caregiver’ mee die hem of haar verzorgde. Ik deed alleen verpleegkundige handelingen. Het viel me op dat patiënten daar oprecht dankbaar zijn. Ze stralen echt, omhelzen je en zeggen: ‘Ik ben zo blij dat ik eindelijk die operatie heb gehad.’”
Hoe was het om weer terug te komen in Nederland?
“Ik was eerder drie maanden of langer naar het buitenland geweest, maar had nog nooit zo’n moeite om weer in mijn ritme te komen. Het voelde alsof ik uit een nachtdienst kwam en niet wist waar ik was en wat ik moest doen. Ik moest opeens weer naar de supermarkt, zelf bedenken wat ik ging eten, naar de sportschool. Op het schip werd ik geleefd. Mensen vroegen elke avond of ik mee wilde doen met een spelletje, potje tennis of een wandeling. Ik ben introvert en wilde in het begin ook wel even rustig een boek lezen, maar ik wende er snel aan. Het is heerlijk dat ze in Sierra Leone zonder horloge leven. De warmte, openheid en gezelligheid, dat mis ik in Nederland weleens.”
Wat zijn je plannen voor de toekomst?
“Ik werk met plezier in het LUMC, maar ga zeker vaker ontwikkelingshulp doen. Dat is wel echt een droom. Nu kwamen patiënten voor een operatie naar het schip. En zorgverleners uit Sierra Leone werden op het schip opgeleid. Het lijkt mij mooi om zelf het land in te gaan. Bijvoorbeeld drie maanden per jaar via Artsen zonder Grenzen. In een lokaal ziekenhuis, zodat ik me moet aanpassen aan hun minder luxe werkomgeving. Net als tijdens mijn stage in Suriname waar ik in een tent sliep of in een klein huisje met net een dak boven je hoofd. Het is geen geheim hoor, veel mensen in mijn omgeving weten dat ik dat graag wil.”