‘Om een goede opleider te zijn, dien ik onderwijs te ontwikkelen dat naadloos aansluit op de praktijk.’
Wat voor lessen geef je?
“Ik geef les binnen de verpleegkundige vervolgopleidingen Endoscopie, zowel voor de maag-,darm- en lever als voor de longen (endoscopie is onderzoek waarbij met een dunne buis of slang in het lichaam wordt gekeken). We hebben professionals in opleiding (PIO’s) met uiteenlopende achtergronden. Mbo- en hbo-opgeleide PIO’s zitten bij elkaar in de les. Sommige hebben veel ervaring in de zorg, terwijl anderen minder praktijkervaring meebrengen. Ook leiden we bij de Endoscopie-opleiding verpleegkundigen uit Curaçao en Aruba op. Dat geeft een internationale dimensie aan de opleiding.”
“Mijn onderwijs is niet direct gekoppeld aan vakinhoud, maar omvat de overstijgende vakken die de professionele ontwikkeling van verpleegkundigen bevorderen. Denk bijvoorbeeld aan vakken als kennis en wetenschap met het onderwerp evidence based practise (EBP). Dit is de wetenschappelijke achtergrond van waarom we als verpleegkundigen doen wat we doen, het integreren van bewijs in het handelen. Een ander voorbeeld is het vak maatschappelijk handelen. Daarbij geef ik de studenten meer inzicht in mogelijke oorzaken van incidenten. Daarbij hoort ook bewustwording van de eigen rol en verantwoordelijkheid om een bijdrage te leveren aan het voorkomen van herhaling. Zo kunnen we kwaliteit van zorg behouden en blijven verbeteren. Overigens worden deze vakken in alle verpleegkundige vervolgopleidingen binnen Zorgopleidingen LUMC aangeboden.”
Hoe zorg je dat de PIO's bij de les blijven?
“De PIO’s brengen verschillende kennis en ervaring mee. Ik speel daarop in door de lessen aan te passen op de verschillende niveaus en te bieden wat ze op dat moment nodig hebben om zich te blijven ontwikkelen. Zo werken we samen naar het einddoel. Dat brengt uitdagingen mee, het liefst zou ik willen dat we nóg meer onderwijs op maat kunnen aanbieden. Bijvoorbeeld dat studenten kunnen instromen op een moment dat niet alleen voor hen, maar ook voor hun afdeling goed uitkomt. Het gaat erom dat we leertrajecten kunnen aanbieden die aansluiten bij de leerbehoeften van de student en de praktische situatie van de afdeling.”
“Met de komst van de Entrustable Professional Activities (EPA’s) is hiervoor al een belangrijke stap gezet. EPA’s maken het mogelijk om onderwijs flexibeler en meer op maat in te richten. Binnen Zorgopleidingen LUMC streven we ernaar dit verder te ontwikkelen, zodat we studenten en afdelingen nog beter kunnen ondersteunen met trajecten die aansluiten op hun behoeften en omstandigheden. Dit is een mooie uitdaging en een belangrijk doel waar we als team hard aan werken."
“Tegelijkertijd kunnen ze dankzij de diversiteit aan studenten ook veel van elkaar leren. Interactie en samenwerking is essentieel in de klas. Dat stimuleer ik. Ik denk dat dat ook onze kracht is dat we in Leiden echt kijken naar de student zelf en ons er hard voor maken dat ze uiteindelijk dat diploma krijgen.”
Doen jullie dat met een soort mentorschap?
“Zeker, we coachen PIO’s, zodat zij goed door het werk-leertraject komen. Leeftijden variëren van 18 tot 50+. Vaak hebben ze naast hun school- en werkdagen ook een gezin, mantelzorgtaken of zijn ze al geruime tijd uit de schoolboeken. Het kan dan heel overweldigend zijn om terug het leslokaal in te gaan. Het geeft me veel voldoening om hen houvast en begeleiding te bieden”
Je bent zelf 12 jaar oncologieverpleegkundige geweest in het LUMC. Waarom ben je docent bij één van de verpleegkundige vervolgopleidingen geworden?
“Ik vind vooral de combinatie tussen onderwijs en de zorg erg leuk. Ik vind het belangrijk om studenten te inspireren en enthousiasmeren om zich te blijven ontwikkelen. Ik wil mijn steentje bijdragen aan goede beginnende specialistische verpleegkundigen. Dan draag ik ook bij aan de beroepsgroep in het algemeen en de maatschappij. Tegelijkertijd ben ik een verpleegkundige in hart en nieren, ondanks dat ik niet meer praktiserend ben. Ik zou het LUMC daarom ook niet los kunnen laten. Ik wil betrokken blijven bij het ziekenhuis.”
Waarom vind je die verbinding belangrijk?
“Om een goede opleider te zijn, dien ik onderwijs te ontwikkelen dat naadloos aansluit op de praktijk. Hiervoor werk ik veel samen met vakinhoudelijke professionals en docenten. Dit zijn met name de verpleegkundigen en artsen uit de praktijk. Die samenwerking is nodig, het zorgt ervoor dat het onderwijs relevant blijft en professionals in opleiding goed zijn voorbereid.
“Tegelijkertijd zit hier ook de grootste uitdaging, vooral in beschikbare tijd. Zonder docenten met vakinhoudelijke kennis, professionals uit de praktijk, kan ik mijn opleiding niet draaien. Daarom wil ik ook mijn waardering uitspreken naar de docenten die onderwijs verzorgen bij Zorgopleidingen. Hun betrokkenheid, vakkennis en toewijding, zorgen ervoor dat studenten optimaal worden voorbereid. Ik ben dankbaar dat ik met zulke gemotiveerde collega’s mag samenwerken.”
Wat zou je aan studenten willen meegeven?
“Ik wil ze meegeven dat de zorgwereld snel verandert. Met de huidige personeelstekorten aan het bed is het belangrijker dan ooit dat we verpleegkundigen niet alleen opleiden, maar ook inspireren om zich te blijven ontwikkelen en met vertrouwen hun vak uit te oefenen. De studenten die nu afstuderen, zijn ook weer de begeleiders van nieuwe verpleegkundigen in de toekomst. Zo blijft het cirkeltje mooi draaien en komen we echt waar we in onze rol willen staan: verpleegkundigen die zorgen, kennis overdragen, vernieuwen en kwaliteit leveren.”
In ‘Daarom docent’ zijn onze docenten aan het woord. Mensen uit het vak die zich elke dag inzetten voor onze toekomstige zorgprofessionals. Uiteraard met uitdagingen, maar vooral met heel veel plezier.