‘Je leert hier andere vaardigheden die mij een betere arts maken’
Waarom wilde in Suriname je co-schap lopen, Norman?
“Ik wilde heel graag de zorg buiten de Nederlandse gebaande paden ontdekken. Ik viel voor de praktische vaardigheden die je kunt leren in Suriname. En voor de mogelijkheid om voor 3 maanden de zorg in het land te ontdekken.”
Welke vaardigheden heb je opgedaan?
“Je leert veel eigen verantwoordelijkheid en initiatief tonen. Je kijkt niet alleen met iemand mee, maar runt daarnaast samen met andere co-assistenten een eigen afdeling. Ook zie je op de poli zelfstandig patiënten en opereer je in de operatiekamer mee met de chirurg. Natuurlijk overleg je met de artsen over de patiënten en krijg je ondersteuning, maar als je het aankan, dan krijg je veel eigen verantwoordelijkheden.
“Daarnaast ben je veel meer aangewezen op het klinisch beeld van de patiënt zelf. Waar je in Nederland misschien sneller voor de zekerheid een scan aanvraagt voor een patiënt, heb je die mogelijkheden hier niet. Je moet dus veel breder kijken om het ziektebeeld van een patiënt goed te ontdekken. Je leert ook ontzettend goed 'out of the box' denken. Zo hebben we bijvoorbeeld een periode gehad met onvoldoende verbandmateriaal op de afdeling chirurgie. Toen na een wondbehandeling een wond bleef bloeden, hebben we maandverband ingezet. In dat soort situaties bleek dat dit ook prima werkt. Je leert echt roeien met de riemen die je hebt.”
“Daarnaast heb ik als mens heb ik veel geleerd. Je gaat in je eentje naar de andere kant van de wereld en komt in een ziekenhuis waar je niet weet hoe het daar werkt. Je aanpassingsvermogen en zelfvertrouwen groeien. Dat valt artsen in Nederland ook op na terugkomst. Ik kreeg van een arts te horen dat ze nog niet eerder zo'n assertieve co-assistent had gezien. Daarnaast maak je ook mooie vriendschappen met andere co-assistenten die in Suriname zijn en leer je een heel andere cultuur kennen.”
Zie je ook andere ziektebeelden in Suriname dan in Nederland?
“Zeker, bijvoorbeeld mensen die niet wisten dat ze diabetes hadden en niet eerder daarvoor behandeld zijn. Hier zou je naar de huisarts gaan die je doorverwijst naar een diabetesverpleegkundige. In Suriname is dat lastiger, zeker voor mensen in het binnenland. Op de Spoedeisende Hulp zien ze ook meer schot- en steekincidenten of verkeersongevallen. Het palet is een stuk breder dan hier in Nederland. Je wordt aan veel meer blootgesteld.”
Wat is het grootste verschil met een co-schap in Nederland?
“In Nederland staan co-assistenten voor mijn gevoel toch wat meer op de achtergrond. Met diensten ben je ‘extra’ ingeroosterd. In Suriname is dat niet het geval. Je bent volledig onderdeel van het team. Je staat ook met minder mensen op de afdeling. Wanneer je met een medestudent minder stond, merkte je direct een toename van de werkdruk voor het hele team.”
Je bent teruggegaan naar Suriname voor een tweede co-schap, wat doe je nu?
“Ik heb in Suriname eerder een dagje meegereden op de ambulancedienst. Dat wil ik graag nog meer ontdekken. Daarom help ik nu op de Spoedeisende Hulp en de ambulance. De acute zorg vind ik heel interessant!”
Nauwe samenwerking LUMC en Academisch Ziekenhuis Paramaribo (AZP)
Geneeskundestudenten lopen tijdens hun 3-jarige master meerdere co-schappen. Het LUMC heeft een langdurige samenwerking met het Academisch Ziekenhuis Paramaribo (AZP) in Suriname. Zo ook binnen het co-schap Snijdend. Er is veel contact met de Surinaamse collega’s. Niet iedereen mag naar het buitenland. Er geldt een sollicitatieprocedure voor de beschikbare plekken. Enthousiaste coördinatoren van het co-schap Snijdend staan klaar om de studenten tijdens hun tijd in het buitenland te helpen. Er zijn tweewekelijkse checkmomenten waarbij het welzijn en leerproces van studenten voorop staat en ook tussendoor staan zij voor de studenten klaar. De komende jaren intensiveert het LUMC de samenwerking met het AZP Suriname.