Bloedtransfusies in de baarmoeder bij rhesusziekte

19 juli 2024
leestijd
Baby’s met rhesusziekte kunnen ernstige, soms levensbedreigende bloedarmoede krijgen. Dankzij bloedtransfusies terwijl ze nog in de baarmoeder zitten, kunnen we deze ongeborenen gelukkig goed helpen in het LUMC. Een behandeling waarmee we uniek zijn in Nederland en leidend in de wereld.

Door: Douwe Biesma, voorzitter raad van bestuur

Om de zogeheten rhesusfactor te bepalen, vindt aan het begin van een zwangerschap bij iedere zwangere vrouw bloedonderzoek plaats. Als de bloedgroep van een zwangere vrouw rhesus-negatief en die van haar baby rhesus-positief is, bestaat de mogelijkheid dat de vrouw antistoffen aanmaakt die de rode bloedcellen van de foetus afbreken, waardoor het kind bloedarmoede krijgt.

Op onze rhesus-poli bieden we specialistische zorg aan zwangeren met een ernstige vorm van rhesus-antagonisme. Tijdens controles meten we op basis van echoscopisch onderzoek hoe ernstig de bloedarmoede van de baby is. Een van de indicaties voor ernstige bloedarmoede is het vasthouden van vocht in de huid of buik (hydrops) van het ongeboren kind. Om dat te voorkomen, kunnen we de baby tijdens de zwangerschap een bloedtransfusie geven, ook wel intra-uteriene transfusie (IUT) genoemd. Onze specialisten dienen het bloed toe via de navelstreng of door rechtstreeks in een van de levervaten van de ongeborene te prikken. Een knap staaltje specialistische zorg, het is millimeterwerk.

Enige in Nederland

Onze expertise op dit gebied is niet uit de lucht komen vallen. In 1963 was de Nieuw-Zeelandse arts Liley de eerste persoon ter wereld die de procedure introduceerde. Hij deed dat toen nog door het bloed rechtstreeks in de buikholte toe te dienen. Het werk van Liley wekte de interesse van de Leidse arts Bennebroek-Gravenhorst, die naar Nieuw-Zeeland vertrok om van deze collega de techniek te leren.

Inmiddels is het Geboortehuis Leiden in het LUMC de enige plek in Nederland waar IUT’s worden gegeven. Jaarlijks gebeurt dat bij ongeveer 20 tot 30 baby’s uit het hele land. In totaal hebben we sinds we in 1987 begonnen met de bloedtransfusies ruim 2.500 IUT’s uitgevoerd. Bovendien is de ingreep erg veilig met een sterftecijfer kleiner dan 0,5 procent. Nergens in de wereld is er een instelling te vinden die zulke cijfers kan overleggen. Internationaal is er dan ook veel interesse in hoe we dat hier doen, en dan vooral hoe centraal alles geregeld is. Zo werkt de Obstetrie-afdeling (Verloskunde) van het LUMC nauw samen met de Intensive Care Neonatologie (ICN) waar deze baby’s opgenomen worden voor verder specialistisch zorg (o.a. het uitvoeren van wisseltransfusies na de geboorte indien nodig). Ook werken beide afdelingen al tientallen jaren intensief samen met Sanquin in Amsterdam. Zij meten onder meer hoe agressief de antistoffen van de zwangere zijn en om welke type antistoffen het gaat.

Gelijkwaardig

Maar de echte sleutel tot succes ligt bij onze medewerkers van het Geboortehuis en de ICN en hun unieke manier van samenwerken. Afdelingen met weinig hiërarchie, waar artsen en verpleegkundigen op een gelijkwaardige manier met elkaar omgaan en respect hebben voor elkaars expertise. Verpleegkundigen bijvoorbeeld voeren niet alleen uit, maar worden ook actief aangemoedigd om mee te denken en casussen gezamenlijk op te lossen. Dat alles zorgt voor een cultuur op een afdeling waarop medewerkers elke dag weer met plezier naar hun werk gaan, hoe heftig en zwaar dat soms ook is. 

Lees hier meer over bloedgroep-immunisatie tijdens de zwangerschap.