Virtual reality in het ziekenhuis: van communicatie met patiënten tot crisissituaties in de OK
Sarton is de tweede vrouwelijke hoogleraar in Nederland in de algemene anesthesiologie. De eerste, de Britse Doreen Vermeulen-Cranch, was de grondlegger van het vak in Nederland. "Tot die tijd rommelden chirurgen wat met ether op doekjes enzo." Vermeulen-Cranch werd in 1958 benoemd tot buitengewoon hoogleraar aan de UVA. Daarmee was de anesthesiologie als zelfstandig medisch specialisme een feit.
Of Sarton altijd al anesthesioloog wilde worden? Welnee. Ze wilde de journalistiek in. Documentaires maken. Maar het lot beschikte anders. Om haar ouders een plezier te doen schreef ze zich ook in voor geneeskunde. Ze had een laag gemiddelde op haar diploma en maakte weinig kans op een studieplek dus ze durfde de gok wel te wagen. Maar tot haar grote verbazing werd zij uit het ‘'otingpotje met de slechtste cijfers' getrokken. Lachend: "Dat was zo against all odds dat ik besloot de kans te benutten."
Ruim vijfendertig later zwaait ze als afdelingshoofd anesthesiologie en divisievoorzitter de scepter over een groot deel van het LUMC. "Door de capaciteiten die de anesthesiologie vraagt kunnen wij ook op andere plekken goed uit de voeten. Wij kunnen goed communiceren en organiseren zonder dat we hoofdbehandelaar zijn. Wij zijn getraind om te ondersteunen in verschillende situaties en door het hele ziekenhuis heen. Managementposities liggen daardoor ook in het verlengde. Of het voorzitterschap van het rampenteam bijvoorbeeld. Want in de acute geneeskunde spelen anesthesiologen ook een grote rol. Ons vak draait om patiëntveiligheid. In levensbedreigende situaties optimaliseren wij de vitale functies zodat de patiënt gered kan worden."
"Wat mij ook aanspreekt is dat het nog een jong vak is. We zitten nog volop in de ontdekkingsreis naar de juiste middelen."
Ontdekkingsreis
De anesthesiologie lijkt een vak dat je in je eentje doet maar het tegenovergestelde is waar, benadrukt Sarton. Het is een van de weinige specialismen die zich door het hele ziekenhuis beweegt en aanschuift bij alle andere disciplines. "Daarnaast zijn we als het op bijvoorbeeld pijnbestrijding aankomt, ook hoofdbehandelaar. Dus het patiëntencontact zit ook goed verankerd in dit specialisme. Wat mij ook aanspreekt is dat het nog een jong vak is. We zitten nog volop in de ontdekkingsreis naar de juiste middelen. De innovatie is leuk op het technische deel maar ook op het farmacologische deel."
Als hoogleraar algemene anesthesiologie staat de opleiding haar na aan het hart. "Wij proberen de juiste mensen voor het vak te selecteren en ze tot goede specialisten op te leiden. Er zijn een aantal eigenschappen zeer belangrijk om het vak goed uit te oefenen. Ten eerste dus dat communicatieve. Omdat wij ons dwars door het hele ziekenhuis bewegen, moet je met iedereen, op alle niveaus en leeftijden goed kunnen communiceren. Ten tweede het organisatievermogen. Het OK-complex telt twintig operatiekamers, bij acute veranderingen moet alles acuut opnieuw georganiseerd worden. We schuiven namelijk zelden iets allemaal een half uurtje op. Sommige operaties gaan naar achter, andere halen we naar voren. Teams worden verschoven of aangepast."
Daarnaast, vervolgt ze, moet een anesthesioloog ook echt van techniek houden. "De inhoud is heel technisch. Computers vinden we leuk en kokkerellen met medicijnen ook. Want daar vergelijk ik het vak altijd mee. De ene heeft een lage bloeddruk en wat meer van dat nodig, de ander krijgt er juist weer wat minder van. En dat moet dan allemaal in een stevig tempo."
"Ik ga u een prik geven", roept een heftigere reactie op dan "ik ga uw rug verdoven’."
Coaching en training
Om die vaardigheden goed te trainen en te rijpen tot medisch specialist heeft Sarton een aantal onderzoeksprogramma's opgezet. Een is een coachingsprogramma voor persoonlijk ontwikkeling. "Om een goed medisch specialist te worden moet je jezelf kennen. Het is handig om te weten waarom je zo bent, dan weet je hoe je dat in je werk kunt gebruiken. Dat creëert tolerantie en weerbaarheid."
Een ander onderzoeksprogramma draait om de communicatie met patiënten. "Hoe wij hen geruststellen. Een aio uit Frankrijk had daar een heel specifieke training in gehad en vond dat het bij ons beter kon. 'Ik ga u een prik geven', roept bijvoorbeeld een heftiger reactie op dan 'ik ga uw rug verdoven' of 'ik ga u een infuus geven’. Dat is ook voor de operatie van belang. Want hoe rustiger de patiënt hoe beter.’
Virtual reality
Om cursisten hierin echt goed te trainen besloten ze virtual reality te gebruiken zodat zij de situatie zelf kunnen ondergaan. "Als je in een koude operatiekamer wordt binnengereden voel je wat het doet als je hand wordt vastgehouden of niet. Zo beklijft het geleerde veel beter. Het werkt echt. En voor de betreffende aio is dit inmiddels haar promotieonderzoek."
Virtual reality wordt ook toegepast in een OK-teamtraining. "Wij zijn iets aan het bouwen waarin we alles rondom een operatie kunnen simuleren. Zodat we aio’s goed kunnen trainen in alle crisissituaties. Het moet zo echt mogelijk lijken want er moet echt stress kunnen ontstaan. Dat testen we en verbeteren we nu. Zo hebben de avatars gelaatsexpressie gekregen voor non-verbale communicatie en is er voor de chirurg een handschoen bij gemaakt zodat hij echt dingen voelt. Het mooie aan deze VR-omgeving is dat alle onderdelen ook los geoefend kunnen worden. Dus de anesthesioloog of chirurg kan ook alleen zijn eigen handelingen trainen. Maar de echte innovatie zit 'm in dat we hiermee met een heel team kunnen trainen. Dat is zeer waardevol want in het echt moet je het ook samen doen."
Tekst: Marijn Kramp